Woonde in Roermond. Zoon van slager Theodoreus Henricus Reulen (8 april 1886 Roermond - 15 november 1918 Roermond) en Mechtildis Hubertina van Lier (22 september 1891 Maasniel). Ongehuwd. Slagersknecht/fabrieksarbeider. Rooms-katholiek. Lid verzet behorend tot de Ordedienst, LO, KP-Roermond en KP-Alkmaar en opererend onder de schuilnaam Bèr. Reulen werkte samen met Jacobus Petrus Hubertus Frenken (7 november 1921 Urmond). De twee vergezelden gevluchte krijgsgevangenen over de Maasbrug of zetten hen met een roeibootje de Maas over. Later raakten zij ook betrokken bij de hulp aan krijgsgevangenen. Samen met de Maastrichtse kantoorbediende J.M.P. de Bie vormden zij de slechts drie koppen tellende KP-Roermond. Het trio werd ingeschakeld voor een overval op het gemeentehuis in Haelen, waar ambtenaren in problemen dreigden te komen, omdat ze verkeerde persoonsbewijzen aan de LO hadden afgegeven. Bij de overval op 18 februari 1944 was Reulen gekleed in een Duits officiersuniform. Hij vroeg in het Duits of hij mocht bellen. Zo kwamen de overvallers binnen, waar zij ongeveer zeshonderd PB's, 2650 PB-zegels, distributiekaarten en 98 gulden buit maakten. De burgemeester en de wethouder verdwenen in de kluis en een deel van het bevolkingsregister in de kachel. Aangezien de districtsleiding van de LO en geestelijk verzetsleider Jan Leonard Moonen ('Oom Leo'), de secretaris van het bisdom Roermond, grote moeite hadden met gewelddadige verzetsactiviteiten, hadden de leden van de KP weinig te doen en verkasten zij naar Noord-Holland, waar zij voor de KP Alkmaar gingen werken. Zij deden mee aan overvallen op het gemeentehuis in Venhuizen op 28 maart 1944 en het gemeentehuis in Heiloo op 12 mei van dat jaar. Tien dagen later werden ze in Amsterdam gearresteerd. Ze waren naar de hoofdstad gestuurd om twee wapens op te halen. 'Elsje' Ijzerdraat, een medewerkster van de Alkmaarse KP-leider Fritz Gerhard Marie Conijn, wilde de wapens liever niet op het station aan hen overhandigen. Ze stelde het duo daarom voor mee te gaan naar een adres in de Van Breestraat, waar ze bonnen moest afgeven. Dat adres was evenwel na een tip door landwachters bezet. Frenken en Reulen werden door het Polizeistandgericht ter dood veroordeeld en nog diezelfde dag in het duingebied bij Overveen met vijf anderen geëxecuteerd. Postuum kregen beiden bij Koninklijk Besluit 54 d.d. 10 april 1953 het Kruis van Verdienste en het Eisenhower-certificaat voor de hulp aan neergestorte ploten toegekend. Hun namen staan bovendien op de plaquette op het Raadshuisplein in Maasniel.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!