Woonde in Groningen, Ruiterstraat 23a. Zoon van grondwerker Geert Veenstra (27 augustus 1883 Harkema Opeinde – 4 augustus 1968) en Tjitske Meter (8 juni 1886 Opende, gemeente Grootegast – 17 december 1976 Groningen). Ongehuwd. Chauffeur. Veenstra is kort in dienst geweest bij het NSKK (1*). Omdat hij inzag dat dit een foutieve keuze was geweest, deserteerde hij. Daarna weigerde hij ook zich op te geven voor de verplichte arbeidsinzet in Duitsland en dook hij onder. Op 19 augustus 1944 werd hij in de Oosterstraat in Groningen aangehouden door wachtmeester L. Bouwman van de Arbeitskontrolldienst. Die dienst maakte speciaal jacht op onderduikers. Terwijl Bouwman de arrestant, aldus een rechtbankartikeltje over zijn strafzaak, 'naar het politiebureau wilde overbrengen, probeerde Veenstra door de Papengang te ontvluchten. Verdachte schoot hem daarop pardoes neer. Veenstra is daardoor enkele dagen later overleden. Volgens getuigen had verdachte Veenstra zonder te schieten kunnen grijpen, omdat deze bij zijn ontvluchtingspoging tegen den muur botste.' Bij de Oorlogsgravenstichting staat Veenstra vanwege zijn korte politieke onbetrouwbaarheid conform haar statuten niet geregistreerd als oorlogsslachtoffer. In mei 1946 vorderde de advocaat-generaal tegen de toen 25-jarige Bouwman de doodstraf. De Groninger Kamer van het Bijzonder Gerechtshof Leeuwarden veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van twintig jaar en ontzetting uit de kiesrechten. Medio september 1946 verwees de Bijzondere Raad van Cassatie de zaak. Op 6 juni 1947 legde het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam opnieuw een detentie van twintig jaar op.
(1*) Nationalsozialistisches Kraftfahrkorps.
Op 26 augustus 1944 begraven op de Noorderbegraafplaats in Groningen, 1e klasse, rij 21, grafnummer 8. Herbegraven op de Zuiderbegraafplaats, eveneens in Groningen, 4e klasse, rij 13, grafnummer 154.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!