Woonde in Dokkum. Zoon van timmerman/aannemer Johannes Erich (4 december 1875 Dokkum - 1 juni 1937 Dokkum) en Wilhelmina Carolina Maria Schutte (17 augustus 1879 Meppel – 4 oktober 1962 Heerlen). Ongehuwd. PTT-ambtenaar/op papier belastingambtenaar. Rooms-Katholiek. Lid verzet behorend tot LO-Drachten onder de schuilnaam Schipper. Als gevolg van verraad van Gepkelientje Folgerts (1*) uit Sebaldeburen vond op 26 mei 1944 een inval van de Aussenstelle Groningen van Sipo en SD plaats in het Drachtster kantoor van de belastinginspectie, dat onder leiding van inspecteur Lubbertus Bosch ('Kees van Houten') een waar verzetsnest was. Het personeelsbestand van het Drachtster belastingkantoor breidde zich volgens geschiedschrijver Pieter Wijbenga tijdens de bezetting uit, omdat Bosch bekwame onderduikers aanstelde, die dan over officiële papieren beschikten, maar hun tijd volledig of hoofdzakelijk aan verzetsactiviteiten konden besteden. Ook Erich kwam zo in Drachten terecht. Op het postkantoor, waar hij werkzaam was, werden jongemannen ontslagen als gevolg van de Arbeidsinzet in Duitsland en door meisjes vervangen. Toen hij de eerste nieuwkomer moest inwerken, weigerde hij categorisch en dook hij onder. Bij de illegale activiteiten op het belastingkantoor was voor Erich een sleutelpositie weggelegd, aldus Wijbenga. Voor de inval van de Sicherheitspolizei had hij net een zending bonkaarten en andere illegale papieren klaar gemaakt, die hij naar Makkinga zou brengen. Een van de andere onderduikers op het kantoor was Marten Meijer. Tegenover zijn vriendin Gepkelientje had hij zijn mond voorbij gepraat. Zij zou hem aan de Duitsers verlinken. Die fatale dag verscheen zij aan de balie en vroeg zij haar vriend even te mogen spreken. Zij waarschuwde hem dat hij voorzichtig moest zijn, omdat de Duitsers hem op het spoor waren. Buiten gekomen deed ze haar hoofddoek om, hoogstwaarschijnlijk het afgesproken teken voor de Sipo om naar binnen te stormen. Toen Lehnhoff (2*) een kast doorzocht, drukte Erich een tafel tegen hem aan, zodat hij klem kwam te zitten en niet in staat was zijn wapen te pakken. Daarna zou Erich hem naar zijn zeggen met een schaar te lijf zijn gegaan. De angstig geworden Lehnhoff schreeuwde om hulp, waarna zijn collega Unterscharführer Kindel verscheen en Erich ter plekke doodschoot. Daarna doorzochten de Duitsers het hele kantoor. Chef de bureau Hotze de Jong kreeg het zwaar te verduren. 'Hij moest van boven via de trap naar beneden komen, de Duitsers hadden echter twee planken uit de vloer gehaald, zodat De Jong door de vloer zakte. Vervolgens werd De Jong geschopt en geslagen. Toen hij niets vertelde begon men hem ook nog eens de keel dicht te knijpen en gooide hem vervolgens ruw op de vloer waar hij voor dood bleef liggen.' (4*) Van de inspectie, waar Bosch die rampdag afwezig was geweest, werden zes man naar Duitsland gestuurd. Van hen keerden Geert Blauw (5*), Johannes Boleij (6*) en Johannes Tichelaar (7*) niet terug. Sierd Zwart en Gerben Kraak overleefden de oorlog, maar bleven de nadelige gevolgen ervan ondervinden. Alleen Meijer kwam er ongeschonden vanaf, hoewel hij in het concentratiekamp in een strafploeg was beland. De namen van Erich, Blauw, Boleij en Tichelaar staan op het oorlogsmonument in het Van Haersmapark in Drachten en de herdenkingsplaquette, die eerst in het Drachtster kantoor van de belastingkantoor hing, maar na sluiting van het kantoor naar de hal van het gemeentehuis verhuisde. Ook prijkt Erichs naam in Dokkum op het oorlogsmonument op het Noorderbolwerk en het voormalige postkantoor aan de Kleine Breedstraat. Het Bijzonder Gerechtshof in Leeuwarden veroordeelde Gepkelientje Folgerts (7*), die nog van een tweede geval van verraad werd beticht, in november 1946 tot 6,5 jaar gevangenisstraf. Er was acht jaar detentie tegen haar geëist. In cassatie werd vier jaar cel tegen haar gevorderd. Ze zat 2,5 jaar uit.
(1*) Gepkelientje Folgerts (23 juli 1923 Sebaldeburen).
(2*) SS-Hauptscharführer en Kriminalskretär Robert Friedrich Lehnhoff (11 augustus 1906 gehucht Mehle, gemeente Elze, Dld. – geëxecuteerd 24 juli 1950 Groningen)
(3*) Josef Kindel (23 november 1912 Keulen - 5 augustus 1948 Almelo).
(4*) Citaat spanvis.com.
(5*) Geert Jan Blauw (23 mei 1923 Drachten - 8 juni 1945 Wörth an der Donau, Landkreis Regensburg, Dld.).
(6*) Johannes Martinus Boleij (15 januari 1914 Duisburg, Dld. - 22 april 1945 transport Buchenwald – Flossenbürg).
(7*) Johannes Bartholeus Tichelaar (22 september 1915 Leeuwarden - 24 april 1945 omgeving Süssenbach, Dld.).
(8*) Volgens de site over Friese Verzetsstrijders besloot het Drachtster verzet om Folgerts te liquideren, maar zij merkte dat zij werd gevolgd. Ze vroeg haar Duitse beschermheren om hulp. Die lieten haar in Duitsland onderduiken.
Aanvankelijk ter aarde besteld op Rooms-Katholieke Begraafplaats in Dokkum. Herbegraven op het Nationaal Ereveld van de Oorlogsgravenstichting in Loenen, vak C, grafnummer 232.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!