Woonde in Eelderwolde, 10a. Zoon van timmerman Christianus Johannes Jansen (11 maart 1869 Groningen – 9 november 1951 Groningen) en Hindrikje Bartels (13 december 1862 't Zandt – 1 juni 1904 Groningen). Gehuwd op 6 juli 1927 in Rotterdam met Wilhelmina Klazina Rutjes (10 juli 1905 's-Gravenhage). Het echtpaar had een meisje (Riekje) en een pleegdochter (Diny). Boekhouder/handelscorrespondent. Reint, zoals zijn roepnaam luidde, was werkzaam op het kantoor van het bedrijf van zijn oudere broer, machinefabriek Jansen en Heuning. Na de bombardementen die Rotterdam aan het begin van de oorlog teisterden, was Jansen met zijn gezin naar Groningen gevlucht. Om nooit geheel opgehelderde reden werd hij op de vroege avond van 4 februari 1944 door een Duitse militair doodgeschoten, toen hij na het werk naar huis fietste. Op de Paterwoldseweg zou hij de macht over het stuur zijn kwijtgeraakt en in aanraking met Duitse militairen zijn gekomen. De afgevuurde kogel was via de linkerschouder in de rechterborststreek terechtgekomen, waardoor hij op slag dood was. De systeemkaart uit het Groningse verzetsarchief vermeldt over Jansen dat hij geen deel uit maakte van het verzet. Volgens Legemaat is de familie echter wel verteld dat hij illegaal typewerk deed en door Duitsers in een hinderlaag was gelokt. Zijn naam staat op de gedenksteen in het muurtje voor de Dorpskerk in Haren.
Begraven op de Zuiderbegraafplaats in Groningen, 4e klasse, rij 44, grafnummer 80.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!