TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Badrian, Gerhard Joseph

    Geboortedatum:
    13 oktober 1905 (Beuthen/Opper Silezië (Duitsland))
    Overlijdensdatum:
    30 juni 1944 (Amsterdam)
    Nationaliteit:
    Nederlandse

    Biografie

    Woonde in Amsterdam, Vijzelstraat 72. Zoon van Haymann Badrian (3 oktober 1875 Ornontowitz - 13 maart 1943 Sobibor (Polen) en Frieda Herrnstadt (28 juni 1876 Hirschberg, Duitsland - 13 maart 1943 Sobibor). Ongehuwd. Hij was verloofd met Maria Griesheimer uit Essen, die hem in de steek liet en trouwde met een SS'er. Koopman/reclamefotograaf. Badrian vluchtte als jood na de gebeurtenissen in de Kristallnacht van 9 november 1938 naar Amsterdam. Kort na de beëindiging van de Eerste Wereldoorlog in 1918 verbleef hij daar al enige tijd als pleegkind bij de joodse familie De Vries. Later liet hij ook zijn ouders uit Duitsland overkomen. Zij vestigden zich in Bussum. Kort daarop kwam ook zijn gescheiden zuster Erna Badrian (17 juni 1903 Beuthen - 11 juni 1943 Sobibor) met haar zoontje naar Nederland. Ten gevolge van de Duitse maatregelen in 1942 kwam Badrian zonder werk te zitten. Na de eerste razzia's op joden dook hij bij de familie Hartland in Apeldoorn onder en vervolgens bij de familie Van Lohuizen in Epe. Daar kon Badrian zijn draai niet vinden en keerde terug naar Amsterdam. Onder de schuilnamen Bernhard Albert, Max Albert en Kleine Hans, rolde Badrian de verzetsgroep van de beeldhouwer en legendarisch geworden Amsterdamse verzetsstrijder Gerrit Jan van der Veen (26 november 1902 Amsterdam - 10 juni 1944 Overveen) binnen. Badrian maakte vervalsingen en deed mee aan overvallen op de Amsterdamse gevangenis aan de Weteringschans. Verkleed als SD-officier wist hij ook enkele malen met vervalste papieren en in onvervalst Duits gevangenen te bevrijden uit volgeladen overvalwagens. Echt fanatiek werd Badrian toen zijn ouders en zijn zuster Erna (17 juni 1903 Beuthen - 11 juni 1943 Sobibor) voor zijn ogen werden opgepakt en afgevoerd naar Westerbork. Alle drie zijn ze vergast in het Duitse vernietigingkamp Sobibor in Polen. Zijn neefje overleefde de oorlog en emigreerde naar Amerika. Door toedoen van de 23-jarige Joodse verraadster Betsy Wery kwam Badrian in het vizier van zijn vervolgers. Op haar eigen adres nodigde de vrouw Badrian uit voor een afspraak om daar een kantoor in te richten. Toen Badrian samen met zijn vriendin Anne Maria Dey en verzetskameraad Frits Reinder Boverhuis (26 maart 1915 Amsterdam - 16 juli 1944 Overveen) in de woning verscheen snelden van alle kanten SD'ers toe. Er ontstond een vuurgevecht, waarbij Badrian de SS'er Joseph Heinen (13 september 1906 Monschau - 2 juli 1944 Amsterdam) neerschoot. Zelf sneuvelde hij eveneens. Boverhuis en Dey werden gevangen genomen en Wery pro forma. Boverhuis is later met een schot in het achterhoofd gedood door de 21-jarige SS'er en ex-Oostfrontstrijder Johan Willem Snoek (1 augustus 1922 Amsterdam), die op 8 juni 1945 zelfmoord pleegde. Dey verdween in het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück. Zij overleefde de oorlog. Acht dagen na zijn dood werd Badrian gecremeerd in Driehuis-Westerveld. De NSB korpschef P. J. A. Spannenburg bewaarde de urn met de asresten van Badrian op het politiebureau met het opschrift: "Zo vergaat het terroristen". Jaren later kwam de urn terecht bij mevrouw Dey, die deze in 1969 overdroeg aan de Oorlogsgravenstichting voor bijzetting in Loenen. In Amsterdam is een straat naar hem vernoemd. In de Rubenstraat waar hij werd neergeschoten is een herdenkingsplaquette aangebracht.

    Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

    Bronnen

    • Archief Jack Kooistra. Duitsers en Oostenrijkers in Nederlands Verzet/De andere kant van de Tweede Wereldoorlog. Oorlogsgravenstichting.