• Lijst Oorlogsslachtoffers Mei 1940 - Militair

Geboortedatum:

8 juni 1908 (Gouda)

Overlijdensdatum:

12 mei 1940 (Breda)

Nationaliteit:

Nederlandse

Woonde in Gouda. Zoon van Johannes Steenbeek en Rijkje Brouwers. Gehuwd met Cornelia de Jong. Twee kinderen. Timmerman. Tijdens de meidagen van 1940 was hij dienstplichtig soldaat, van Mitrailleur Compagnie I-27 Regiment Infanterie. Gefusilleerd door een onderofficier. Nadat Steenbeek in burgerkleding slapend was aangetroffen in een portiek is hij later gefusilleerd door een onderofficier. Meteen nadat hij daar werd aangetroffen werd Steenbeek gekwalificeerd als deserteur. Op bevel van sergeant-majoor De Leeuw is Steenbeek op eerste Pinksterdag om ongeveer 5.00 uur in de tuin van het politiebureau aan de Veemarktstraat neergeschoten. Hij werd geraakt aan een long en bleef kreunend van de pijn naast de fietsenstalling van het politiebureau liggen. Hij werd nog naar het Sint Ignatiusziekenhuis in Breda overgebracht, maar is daar overleden. Twee politieofficieren, J. Blokdijk en P. Greve, hebben tevergeefs geprobeerd de executie tegen te houden. Als niet-militairen waren beiden geen partij in deze affaire. De toenmalige brigadier van politie J. A. M. van Alebeek was getuige van de executie van Steenbeek en diens lotgenoot Joost Dirk van Wingerden. 'Een sergeant (moet een wachtmeester zijn, JK) moest ze doodschieten. Daartoe gedwongen door een grote dikke sergeant-majoor, die met getrokken revolver dreigend naast hem stond. Als de sergeant zou weigeren het dienstbevel op te volgen, zou hij zelf worden neergeschoten. Ach, die sergeant-majoor was een bullebak van een kerel. Hij ging tekeer als een idioot. Hier zijn twee mensen in koelen bloede zonder vorm van proces doodgeschoten. Ik moet nog hebben geroepen: Dit kan niet wat hier gebeurt. Daar moet de krijgsraad over oordelen', aldus Van Alebeek. De sergeant-majoor zei dat hij een voorbeeld wilde stellen. Het waarnemend hoofd van de burgerlijke stand in Breda, de ex-verzetsman P. J. Cruysen, wilde later de doodsoorzaak weten. Ambtshalve vroeg hij inlichtingen bij de politie. Die kon hem geen antwoord verstrekken. Op het bureau viel zijn oog op twee soldatenboekjes. Ineens wist men Cruysen te vertellen dat de twee mannen door een sergeant waren geëxecuteerd. Cruysen gaf zijn bevindingen door aan burgemeester B. W. Th. van Slobbe, een voormalig hoofdofficier van het Nederlandse leger. Deze werd woedend en zei dat het een moord was geweest. Van een door de burgemeester geëiste vervolging van de onderofficier is echter nooit iets gekomen. Weken na de gewelddadige dood kreeg Cruysen bezoek van de weduwe Steenbeek. Geschokt lichtte hij de vrouw in over de juiste toedracht. Het door de militaire autoriteiten verzonden bericht dat haar man bij een bombardement was omgekomen had zij voor kennisgeving aangenomen. In 1947 en 1955 deed de Koninklijke Marechaussee nog een onderzoek naar de feiten. De resultaten hiervan zijn nooit publiek geworden. Conform haar statuten erkent de Oorlogsgravenstichting in Den Haag Steenbeek niet als oorlogsslachtoffer. Overlijdensakte 402 d.d. 7 juni 1940 gemeente Breda en akte 219 d.d. 14 juni 1940 gemeente Gouda.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

• - Archief Kooistra