• Den Haag in de Tweede Wereldoorlog

Geboortedatum:

21 september 1906 ('s-Gravenhage)

Overlijdensdatum:

5 september 1944 (Dalfsen)

Nationaliteit:

Nederlandse

Woonde in Ommen, Brugstraat. Zoon van Bastiaan Joseph Faure en Huiberdina Petronella van Gorkum. Weduwnaar van Hendrika van Kauwen. Opperwachtmeester staatspolitie. Hij behoorde tot het Kontroll Kommando van kamp Erika in Ommen. Faure trok er vaak op uit om onderduikers en verzetsmensen op te sporen. Toen Faure eens in Staphorst was geweest voor een dergelijke actie, werd hij telefonisch bedreigd: 'Als je hier nog één keer durft te komen, schieten we je hartstikke dood.' Hoewel Faure het niet altijd liet merken, is hij wel bang geweest. Op 5 september 1944, Dolle Dinsdag, wilde hij de landbouwer J. van der Stouwe in Rechteren arresteren, omdat enkele weken eerder twee onderduikers in diens boerderij waren aangetroffen. Van der Stouwe haalde op dat moment met zijn twee zoons de aardappeloogst binnen. De boer weigerde mee te gaan en kwam dreigend met een aardappelvork op Faure toelopen. Ter afschrikking vuurde die enkele schoten af en raakte de boer in de schouder. Achteraf bleek dat de kogel een long had doorboord. Vervolgens verliet Faure deze plek met achterlating van zijn vuurwapen en een uniformpet. De riek nam hij mee. Via de spoorlijn liep hij vervolgens naar het station Dalfsen, met de bedoeling de situatie door te geven aan de leiding van kamp Erika in Ommen. Een verzetsman met wie hij onderweg in conflict kwam, schoot hem bij het station dood. Uit de zakken van de dode haalde de gealarmeerde opperwachtmeester Toorn een lijst met namen van inwoners van Urk die Faure moest arresteren en bovendien een mededeling dat de Urkers elkaar voor een dreigende razzia waarschuwden door overdag met een vlag en 's avonds met een rood licht uitstralende lantaarn te zwaaien. Na zijn overlijden is Faure overgebracht naar het rooms-katholieke ziekenhuis in Zwolle. Voor zijn gewelddadige dood zijn geen represaillemaatregelen getroffen. Bij de aangifte van het overlijden trad Marinus Jan Elisa van der Veen als ambtenaar van de burgerlijke stand op. Hij werd op 22 november 1944 gearresteerd naar aanleiding van de arrestatie van ondergedoken joden op wie door hem getekende clandestiene persoonsbewijzen waren gevonden. Van der Veen is op 8 maart 1945 gefusilleerd bij de Woeste Hoeve in Apeldoorn.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

• Overlijdensakte 70 d.d. 6 september 1944 gemeente Dalfsen en 89 d.d. 21 september 1944 gemeente Ommen.