Woonde in Beverwijk, Strick van Linschotenstraat 12. Zoon van Henricus Antonius Joannes Joseph van den Bergh en Petronella Adriana Pijnenburg. Trouwde op 12 augustus 1937 in Beverwijk met de Hongaarse Rózsa Hajós. Drie kinderen. Tijdschriftenverkoper/tijdelijk ambtenaar gewestelijk arbeidsbureau. Lid NSB sinds 1937 met stamboeknummer. 174637. Even liet hij zich uit het ledenbestand schrappen, maar in 1940 trad hij weer toe tot de partij. In de zomer van 1941 bedankte hij andermaal en trad toe tot de zogenaamde radicale 'Rappard partij', oftewel de Nationaal Socialistische Nederlandsche Arbeiders Partij (NSNAP). Daarvan werd hij groepsleider. Na ontbinding van de NSNAP trad Van den Berg weer toe tot de NSB. In 1940 meldde de Beverwijker zich bij de W.A. en colporteerde hij met NSB-lectuur, Volk en Vaderland en het strijdorgaan 'De Beweging', terwijl hij ook lid werd van de SS. Van 1940 tot aan de ontbinding van de NSNAP dreef Van den Bergh een zaak in nationaalsocialistische lectuur in Beverwijk onder de naam 'Nieuw Nederland'. Ook was hij lid van de 'Technische Noodhulp', waarvoor hij soms een wit uniform met zwarte helm droeg. Drie weken deed hij dienst bij de NSKK en daarna ging hij over naar de Wachtdienst Niedersachsen, een onderdeel van de Kriegsmarine. Daar droeg hij stamboeknummer 2069. Van november 1941 tot februari 1942 was hij bij dit onderdeel tewerkgesteld in Vlissingen. Voor de Waffen SS volgde hij een opleiding in Amersfoort. Hij was daar van februari tot september 1942 ingedeeld. Vervolgens kwam hij in dienst als ambtenaar bij het gewestelijk arbeidsbureau in Haarlem. Omdat hij daar een betrekkelijk gering salaris ontving van twintig gulden per week, nam hij een baan aan als distributieambtenaar in Hoofddorp en als ambtenaar op het bijkantoor van het arbeidsbureau in Beverwijk. Later vertrok hij in diezelfde functie naar Haarlem. Tot aan zijn dood is Van den Bergh als ambtenaar op het arbeidsbureau werkzaam geweest. In de tussentijd meldde hij zich ook nog aan bij de Germaanse SS. Toen Van den Bergh zich als achttienjarige jongeman meldde bij de NSB, riep dit weerstand op bij zijn vader, die daar mordicus tegen was. Een maat van hem, de destijds 43-jarige werktuigkundige Frederik Wilhelm Rosendahl uit Velsen, zorgde er persoonlijk voor dat dit lidmaatschap ongedaan werd gemaakt. Op de aanvraag maakte hij de aantekening: 'Gaat niet door, daar vader geen goedkeuring geeft.' Personen beneden de 21 jaar waren destijds nog minderjarig en hadden bij iedere handeling goedkeuring van ouder(s) of voogd nodig. Van den Bergh deinsde in enkele gevallen niet terug voor fysiek geweld. Onder anderen Hendrik Homan, destijds 24 jaar en woonachtig in IJmuiden, en Arie van Eijk, destijds 53 jaar en woonachtig in Beverwijk, zijn door hem mishandeld en getuige geweest van mishandeling van anderen. Uit een rapport van het Bureau Nationale Veiligheid (dossier nr. 1/600 blad nr. 6a en 6b) blijkt dat Van den Bergh afkomstig was uit een keurig gezin. Zijn vader was bestuurslid van de plaatselijke Oranjevereniging en wilde met zijn zoon niets meer te maken hebben toen hij zich aansloot bij rechts-radicale instellingen. Bij anti-joodse relletjes en vechtpartijen was Van den Bergh altijd haantje de voorste en om die reden was hij berucht in heel Kennemerland. Reeds in 1941 voorspelde de geheime zender Flitspuit hem een voortijdig levenseinde. Van den Bergh is geliquideerd op de hoek Zeestraat en Baanstraat en begraven met veel SS-ceremonieel. Volgens een artikel uit de Haarlemsche Courant van donderdag 25 november 1943 hingen op de dag van de teraardebestelling de vlaggen in Beverwijk en omliggende plaatsen als laatste eerbetoon halfstok. Verder waren er veel bloemstukken, veel autoriteiten uit de NSB-gelederen, de Germaanse SS in Nederland en het Nederlandsch Arbeidersfront, leden van de Jeugdstorm en de NSB-burgemeester van Beverwijk Johannes Bernardus van Grunsven en die van Velsen Tjeerd O. van der Weide. Enkele dagen na de begrafenis nam de bezetter wraak. In het kader van de zogenaamde Silbertanne is de beambte Leendert Bastiaan Verdoorn, geboren op 27 maart 1910 te Haarlem en woonachtig in Heemstede, op 8 december 1943 in Beverwijk gedood. In het Algemeen Politieblad van 4 december 1943 liet de met de bezetter heulende kapitein mr. J. P. Engels een opsporingsbericht publiceren met betrekking tot de daders, terwijl hij al wist wie de executie van Verdoorn hadden voltrokken.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!