Woonde in 's-Gravenhage, Boendalestraat 4. Zoon van Bastianus Jacobus Jesko (winkelier, 3 februari 1870 's-Gravenhage – 24 december 1954 's-Gravenhage) en Jacoba Johanna van Wijk (3 oktober 1866 Leiden). Gehuwd op 4 februari 1931 met Elisabeth Schenkemeijer (dienstbode, Harsum, 25 oktober 1902 Dld.). Het echtpaar had een dochter. Timmerman. s Avonds stapten de pseudo-illegaal Willem Jozef Karl Kicken en zijn adjudant Mullenders de woning van Jesko binnen. Ze waren getipt dat Jesko 'fout' was. Tijdens de inval deden beiden net alsof ze SD'ers waren. Kicken toonde Jesko een ring met daarop de tekst 'Ich hab Gold für Eisen', wat voor een nazistisch overtuigingsstuk moest doorgaan. Ineens zou Jesko over zijn voor de Gestapo werkende vrouw zijn gaan babbelen. Beide mannen, die inmiddels 1.200 gulden en wat goederen van Jesko hadden afgepakt, maakten zich bekend als verzetsstrijders. Jesko werd toen heel erg kwaad, schreeuwde en vloog Kicken aan. Die haalde de trekker van zijn vuurwapen over, waardoor Jesko ter plekke overleed. Kicken, wiens bijnaam De Schrik van Vaals luidde, werd in 1948 voor diverse soortgelijke liquidaties veroordeeld tot vier jaar detentie en voorwaardelijke terbeschikkingstelling van de regering. In 1950 kwam hij weer op vrije voeten.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!