"De radicalisering van een veelbelovende student tot Nederlands meest gevreesde nazi."
Dat staat achter op de biografie van Bas Kromhout over de in Groningen opgegroeide Henk Feldmeijer, Voorman van de Nederlandse SS. Kromhout noemt hem ‘de meest gevreesde nazi,’ maar toch lijkt de naam Feldmeijer geen vast onderdeel te zijn van de collectieve Nederlandse herinnering aan de Tweede wereldoorlog. Vooral Anton Mussert en Meinoud Rost van Tonningen worden gezien als de belangrijkste nationaalsocialisten van Nederland. Toch hoort ook Feldmeijer zeker in dit rijtje thuis.
Henk Feldmeijer werd op 30 november 1910 te Assen geboren als Johannes Hendrik Veldmeijer. Zijn ouders, Egbert Feldmeijer en Antje Feldmeijer-Wolthers, kwamen beide uit de stad Groningen. Na een paar jaar in Assen gewoond te hebben, verhuisden ze in 1912 weer terug naar de stad. De familie Feldmeijer woonde aan de Hereweg, naast de Rabenhauptkazerne waar vader Egbert werkzaam was. Egbert veranderde de familienaam in 1915 van Veldmeijer naar Feldmeijer. De reden hiervan is onduidelijk, maar een mogelijkheid is dat ze de Duitse achtergrond van de familie wilden benadrukken (de voorouders van Egbert kwam uit Westfalen en droegen oorspronkelijk de naam Feldmeyer).
Henk Feldmeijer groeide op in Groningen. In 1922 ging hij naar de gemeentelijke HBS (middelbare school) in de wijk Helpman. Hier deed hij het erg goed. Hij haalde hoge cijfers, vooral in de exacte vakken. Hierdoor kreeg hij in 1928 een studiebeurs om wis- en natuurkunde te studeren aan de universiteit in Groningen, maar al snel begon de studie hem minder te interesseren. In de jaren 1930-1931 stopte hij tijdelijk met de studie om zijn dienstplicht te vervullen. Het leven als soldaat beviel hem goed en hij ging dan ook met tegenzin terug naar de universiteit. Tijdens de dienstplicht kwam Feldmeijer voor het eerst in aanraking met de politiek en het nationaalsocialisme en in de zomer van 1932 besloot hij zich aan te sluiten bij de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Hij behoorde tot de eerste 500 leden. Feldmeijer voelde dat hij zijn bestemming had gevonden.
Zijn werkzaamheden bij de NSB begonnen steeds meer tijd te vergen en de studie raakte steeds verder op de achtergrond. Binnen de provincie en de universiteit probeerde Feldmeijer zijn nieuwe geloof te verspreiden. Toen hij in 1935 voor het kandidaatsexamen faalde, stopte hij met de studie. Vanaf dat moment ging hij volledig op in zijn NSB-lidmaatschap. Hij begon Hitler als zijn idool te vereren en legde in Duitsland contact met de SS. Binnen de NSB kreeg Feldmeijer steeds belangrijkere functies en in 1939 richtte hij de NSB-militie ‘de Mussert-garde’ op. Hiervoor werd Feldmeijer op 6 mei 1940 door de Nederlandse overheid gearresteerd en samen met nog twintig andere staatsgevaarlijke personen opgesloten in een fort op het eiland Overflakkee. Toen vier dagen later het Duitse leger Nederland binnenviel, namen de bewakers hen mee op een dagenlange zwerftocht, die eindigde in Calais. Daar werden Feldmeijer en andere gevangen NSB’ers door de Wehrmacht bevrijd.
Toen Feldmeijer in Nederland terugkeerde vertrouwde de bezetter hem de oprichting van de SS in Nederland toe. Vanaf dat moment was hij de Voorman van de Nederlandse SS. De organisatie hiervan viel onder de NSB, met de opdracht de beweging te winnen voor de gedachte dat Nederland op moest gaan in het Duitse Rijk. Mussert wilde echter minister-president worden van een onafhankelijke staat binnen het Rijk. Dit meningsverschil zorgde ervoor dat er tijdens de hele bezetting een vete was tussen Mussert en Feldmeijer. En hoewel de Nederlandse SS nooit meer dan 4.000 leden heeft gehad, beschouwde de bezetter de SS als de toekomstige leiders van Nederland binnen het Groot-Germaanse Rijk.
Als Voorman riep Feldmeijer leden van de Nederlandse SS op om deel te nemen aan de strijd in het oosten. Omdat hij zelf niet kon achterblijven sloot hij zich aan bij de Waffen-SS. Hij is twee keer aan het front geweest; één keer in Griekenland en één keer in Rusland. In de zomer van 1941 bereikte hij het oostfront en streed samen met de Duisters tegen de Russen. Hier maakte hij de Duitse nederlaag bij Stalingrad mee. Voor zijn optreden ontving hij onder andere het IJzeren Kruis. De ervaringen aan het front zouden grote impact hebben op Feldmeijer als persoon. In het licht van de strijd aan het oostfront waren maatregelen als de Arbeitseinsatz en de Judenrein (de deportatie van de joden), in de ogen van Feldmeijer, opofferingen van het volk die nodig waren voor een Duitse overwinning.
Toen Feldmeijer in 1943 weer terugkwam in Nederland leek het voor hem alsof hij van de ene oorlog in de andere terecht kwam. Het verzet werd namelijk steeds actiever. Hij zag dit als het front in Nederland waarbij de Duitse strijdmethoden ook toegepast moesten worden. Geweld moest beantwoord worden met geweld.
Samen met zijn directe chef, Hanns Albin Rauter, de hoogste vertegenwoordiger van de SS in Nederland, was Feldmeijer verantwoordelijk voor de Silbertanne-acties. Deze acties hielden in dat zodra het verzet een aanslag pleegde, er door leden van de Nederlandse SS en de Sicherheitsdienst (SD) wraak genomen werd door onschuldige burgers te doden. Tussen 1943 en 1945 werden 45 Nederlands op deze wijze vermoord. Feldmeijer richtte zelfs een speciaal team op voor de moorden; het Sonderkommando-Feldmeijer.
Tot het laatst bleef Feldmeijer vechten voor zijn idealen. Hij wilde zelfs tegen de geallieerde invasie van Nederland vechten, maar zover is het nooit gekomen. Op 22 februari 1945 vertrok Feldmeijer naar het Betuwe-front. Bij Raalte werd zijn auto door een geallieerd jachtvliegtuig onder vuur genomen, waarbij Feldmeijer op 34-jarige leeftijd omkwam. In Paleis het Loo kreeg hij een staatsbegrafenis, geheel in de stijl van de SS, waarbij de gehele NSB top aanwezig was. Zijn lichaam is daarna overgeplaatst naar het Esserveld te Groningen, waar hij begraven ligt.
.
Betrokken bij: Fulps Valstar.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!