Colin McVean Gubbins groeide op in Japan waar zijn vader bij de consulaire dienst werkte. Nadat hij naar Engeland was gestuurd en een opleiding volgde aan het Cheltenham College, ging hij op 19 jarige leeftijd naar de Royal Military Academy in Woolwich. Gubbins diende gedurende de hele Eerste Wereldoorlog bij de Royal Artillery en verdiende een Military Cross toen hij aan het westelijke front diende en gewond raakte.
In 1919 ging Gubbins naar Rusland waar hij in het Witte Leger diende onder de generaals Edmund Ironside en Anton Denikin. Hij diende ook tijdens de Anglo-Ierse oorlog tussen 1919 en 1921. Zijn ervaringen in Rusland en Ierland gaven hem een duidelijk inzicht in de aard van de guerillaoorlog. Hij ging naar de militairte inlichtingendienst een schreef een aantal pamfletten over het onderwerp waaronder "The art of guerilla warfare", "Partisan leader’s handbook" en "How to use high explosives."
Na de val van Polen in september 1939 stond hij aan het hoofd van de militaire inlichtingenmissie voor Polen en Tsjechen in Parijs, Frankrijk. In 1940 ging hij naar Noorwegen om het bevel te voeren over de Independent Companies (de voorloper van de commandoos), ook onder de vlag van de MI(R). Hiervoor werd hij onderscheiden met een D.S.O.
In november 1940 werd Gubbins bij de Special Operations Executive (S.O.E.) gedetacheerd die toen net was opgericht. Naast het behoud van zijn bestaande contacten met de Polen en de Tsjechen, kreeg Gubbins drie taken: het opzetten van trainingsfaciliteiten, het opstellen van procedures voor operaties die aanvaardbaar waren voor de Admiraliteit en het Air Ministry en het aanknopen van nauwe banden met de Joint Planning Staff.
Als hoofd van de S.O.E. coördineerde Gubbins de activiteiten van verzetsbewegingen over de hele wereld. Gubbins’ werk hield in overleg op het hoogste niveau met Buitenlandse Zaken, de chefs van staven, vertegenwoordigers van verzetsbewegingen, regeringen-in-ballingschap en andere Geallieerde diensten, in het bijzonder het Amerikaanse Office of Strategic Services (O.S.S.).
In 1946, toen de S.O.E. werd opgeheven had het Ministerie van Oorlog geen werk meer voor hem. Hij werd directeur van een Schotse tapijtfabriek, Grays in Newton of Ayr, vlak bij het vliegveld van Prestwick.
Gubbins bracht zijn laatste jaren door in zijn huis op de Hebriden op het eiland Harris. Hij werd in 1976 benoemd tot Deputy Lieutenant van het eilandengebied in de Western Isles.
Bevorderingen:
16 september 1914: 2nd Lieutenant - Royal Artillery
9 juni 1915: Lieutenant
16 augustus 1916: Acting Captain
2 januari 1918: Acting Captain
1 november 1917 - 27 december 1917: Acting Major (backdated)
12 februari 1918: Captain
22 maart 1919: Adjudant Chef (ADC)
6 oktober 1919: commission relinquished
1 oktober 1922: temporary commission relinquished as Brigade Major
14 januari 1925: Adjudant
21 april 1926: Seconded to the Staff in India; Area Head Quarters - General Staff Officer, 3rd Grade
20 februari 1928: Staff College Quetta
16 februari 1928: vacated appointment India
1 februari 1931: General Staff Officer, 3rd Grade, War Office
8 april 1933: Brigade Major Regular Army 4th Division
1 juli 1933: Batalion Major
24 februari 1934: Batalion Major
1 februari 1935: Commission relinquished as Brigade Major
1 oktober 1935: Seconded as General Staff Officer, 2nd Grade, War Officer
1 juli 1938: Batalion Lieutenant-Colonel
1 oktober 1941: Lieutenant-Colonel
5 december 1941: Colonel
21 december 1943: Temporary Major-General
27 april 1946: retirement - Honoray Major-General
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!