Aanbeveling:
Het schip, dat alleen voer werd door de vijand aangevallen en met drie torpedo’s geraakt. Er brak onmiddellijk brand uit en de vlammen sloegen vanaf de brug naar het achterdek. Leerling Clarke zat opgesloten in het verblijf en raakte ernstig verbrand. Desondanks baande hij zich een weg naar het dek en was een van degenen die in de enige sloep kwamen die het schip verliet. De tros van de sloep bleef vast, het roer ging om en doordat het schip nog wat vaart maakte werd de sloep vrij van het brandende schip getrokken. Toen de tros werd losgegooid dreef de sloep terug en het was voor iedereen aan boord duidelijk dat het een enorme inspanning zou vergen om vrij te blijven van het gevaar. De meesten van de inzittenden waren echter zo ernstig verbrand dat ze niet konden helpen. Leerling Clarke pakte een riem en roeide twee uur lang stevig door zonder te klagen. Pas nadat de sloep vrij was werd het duidelijk hoe ernstig hij gewond was. Zijn handen moesten van de riemen worden losgesneden omdat het verbrande vlees eraan vast was blijven zitten. Hij had net zo goed geroeid als ieder ander hoewel hij roeide met de botten van zijn handen. Later, toen hij op de bodem van de sloep lag waren zijn gedachten nog steeds bij zijn scheepsmakkers en hij zong om hun moreel hoog te houden. De volgende dag stierf hij na de grootste kracht te hebben getoond.
Door zijn enorme inspanning, geleverd zonder aan zichzelf te denken en ondanks vreselijke pijn, verzekerde leerling Clarke de veiligheid van zijn makkers in de sloep. Zijn grote heldendom en onzelfzuchtige toewijding pasten binnen de hoogste tradities van de koopvaardij.