Klaas Havinga woonde in Zuidwolde aan de Boterdiep W.Z. 32. Hij werd op 15 januari 1882 geboren als zoon van slager Jan Lammert Havinga (2 september 1845, Thesinge - 18 maart 1922, Thesinge) en dienstmeid Anje Kremer (14 augustus 1845, Thesinge - 18 juni 1924, Bedum). Hij huwde op 27 mei 1915 met huishoudster Anna van Halsema (18 september 1879, Bierum - 5 september 1954, Groningen). Klaas werkte als Veehandelaar, veehouder en slager en was lid van het verzet, behorend tot de LO-Zuidwolde en medewerker illegale krant Trouw. Op 25 april 1944 vond in Bedum, Winsum, Zuidwolde en Middelstum een grote razzia plaats. Dat was één van de represailles van de Duitsers voor de drie dagen eerder plaatsgevonden liquidatie van de pro-Duitse politieman Jannes Luitje Keijer. Bovendien was bepaald dat bij de arrestaties vier à vijf doden dienden te vallen. Havinga had geen gevolg gegeven aan de raad van zijn gezin om 'weg te gaan'. Hij werd opgepakt tijdens de razzia en moest samen met zijn dorpsgenoten Jan Reinder Visser en Jan Kornelis Dwarshuis plaatsnemen in een auto. Hij werd met een nekschot gedood. Als dader noemt Reinders de SS-Hauptscharführer Helmuth Johann Schäper. Het stoffelijk overschot van Havinga werd tussen Wetsinge en Winsum aangetroffen. Ook Visser en Dwarshuis waren om het leven gebracht. (Bronnen: Reinders, Aanslag en represaille: Bedum, 22 april 1944; Blikvanger, SD-terreur na moord op Keyer, rubriek Noorder Rondblik, Nieuwsblad van het Noorden, 21 januari 1980; site groningergijzelaars.nl; OVCG).
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!