Harry Day doorliep Haileybury en ging in 1916 bij de Royal Marines Light Infantry. Hij werd onderscheiden met de Albert Medal voor zijn reddingswerk aan boord van H.M.S. Brittannia toen het schip werd getorpedeerd. In 1924 ging hij over naar de Fleet Air Arm en werd in 1930 overgeplaatst naar de RAF. Aan het begin van WW2 diende hij bij 57 Squadron in Frankrijk als onderdeel van de afdeling luchtmacht van het BEF. Hij meldde zich als vrijwilliger om de eerste operationele missie van het squadron op 13 oktober 1939 uit te voeren, een vlucht van Metz om de lijn Hamm-Hannover-Soest te verkennen.
Zijn Blenheim werd echter neergeschoten. Day wist eruit te springen en liep brandwonden aan zijn gezicht en handen op maar landde niettemin veilig per parachute. Hij werd onmiddellijk door de Duitsers gevangen genomen. Zijn twee bemanningsleden, Sgt. E.B. Hillier en AC1 F.G. Moller kwamen om het leven.
Hij werd in diverse krijgsgevangenkampen vastgehouden, ontsnapte zes maal door een tunnel maar werd steeds weer gepakt. Later werd hij naar de concentratiekampen Sachsenhausen, Flossenburg en Dachau gestuurd. In 1945, met einde van de oorlog in zicht werd hij samen met andere belangrijke krijgsgevangenen uit alle delen van Duitsland naar Tirol in Oostenrijk overgebracht waar hij een geslaagde ontsnapping deed en bij Bolzano Amerikaanse troepen ontmoette.
In zijn latere leven fungeerde hij als technisch adviseur voor de films Reach for the Sky (het verhaal van Douglas Bader, Vert.) en The Great Escape (Stalag Luft III, 25/26 maart 1943). Harry day werd begraven op de Ta Braxia begraafplaats op Malta.
Bevorderingen:
26 september 1917: Lieutnenant (RM)
16 juni 1924: Flying Officer (RAF)
1 september 1927: Captain
1 juli 1928: Flight Lieutenant
21 juni 1930: Permanent commission
1 augustus 1936: Squadron Leader
1 juli 1939: Wing Commander
1 januari 1946: Temporary Group Captain
1 oktober 1946: Group Captain
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!