Thomas Carter ging in Weymouth naar school en studeerde daarna natuurwetenschappen in Cambridge waar hij zijn doctoraal in wetenschap en filosofie haalde. Hij werd opgeroepen voor de Royal Air Force Volunteer Reserve toen hij nog studeerde en aan de toen geheime radartechnologie werkte, toen bekend als "range and direction finding radio".
Beginnend in Dover besteedde hij een deel van de oorlog aan het bouwen van radarstations van het ene eind van het land tot het andere en op andere strategische punten, waar de troepen ook maar heen gingen.
In februari 1942 nam hij de functie van senior radio officer in Singapoer over. Toen de troepen zich naar Java terugtrokken nadat de Japanners het eiland waren binnen gevallen was hij verantwoordelijk voor het vertrek van de laatst overgebleven 15 R.A.F. officieren en 251 manschappen voordat hijzelf het eiland verliet.
Het schip waarop hij vertrok werd tot zinken gebracht maar hij werd door een ander passerend schip opgepikt en samen met vijf anderen op de oostkust van Sumatra aan land gezet. Vandaar moesten ze het 480 kilometer brede eiland oversteken. Onderweg ontmoetten ze andere overlevenden en ze wisten voor een deel van de reis een kleine boot te bemachtigen, daarna moesten ze lopen totdat ze door een vrachtwagen naar de spoorlijn werden gebracht. Op een bepaald punt stuitten ze op enige Australiërs die met het geweer in de aanslag opdoken, ze gaven toe deserteurs te zijn en Carter wist hen over te halen hun wapens in te leveren.
Twee destroyers op weg naar Ceylon waren binnengelopen om te bunkeren en pikten de nog 28 overlevenden op die op zee overgebracht werden op een ander schip met bestemming Colombo waar ze onmiddellijk aan het werk gezet werden om met de uitrusting die ze in de haven vonden nog een radarstation te bouwen.
Van de 266 man R.A.F. personeel dat in Singapoer aan boord ging werden er 169 opgegeven als vermist, vermoedelijk omgekomen. Hij werkte ook aan geheime codes met de eerste computer in het land die een heel gebouw vulde.
Na de oorlog zat hij in de Medische Raad.
Naast de hiergenoemde decoraties werd hij ook nog onderscheiden met de General Service Medal.
Bevorderingen:
16 november 1937: Pilot Officer
16 mei 1939: Flying Officer
24 april 1940: transferred to the Technical Branche
28 september 1940: Flight Lieutenant
1 januari 1943: Temporary Squadron Leader
13 februari 1943: Squadron Leader (war sub)
1 juli 1944: Temporary Wing Commander
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!