Bevorderingen:
14 februari 1893: Fähnrich;
18 november 1893: Leutnant;
19 mei 1903: Oberleutnant;
22 maart 1907: Hauptmann;
1 oktober 1913: Major;
16 juni 1920: Oberstleutnant;
15 juni 1921: Oberst;
1932: Generalmajor (Chileens Leger);
1 oktober 1939: Oberst z.V.;
1 januari 1943: Generalmajor z.V.
Loopbaan:
4 november 1892: Feldartillerie-Regiment von Scharnhorst (1. Hannoversches) Nr. 10;
1 oktober 1901: Kriegsakademie;
15 oktober 1904: Großer Generalstab;
7 februari 1910: Batteriechef 2. Hannoversches Feld-Artillerie-Regiment Nr. 26;
27 januari 1912: Generalstab;
1 augustus 1914: Ia, 1. Garde-Division;
23 mei 1915: Ia, Landwehrkorps;
22 november 1915: Ia, Heeresgruppe von Woyrsch;
10 oktober 1916: Stabchef, Generalstab Landwehrkorps;
14 augustus 1917: Stabchef, Generalstab XXIV. Reserve-Korps;
16 juni 1918: Kommandeur Triersches Feld-Artillerie-Regiment Nr.44;
1 oktober 1919: Stab Artillerie-Führer IV;
1 oktober 1920: 4. (Preußisch-Sächsisches) Artillerie-Regiment;
15 juni 1921: Pensioen;
1921: Reichsarchive Berlin;
juli 1927: in dienst Chileense Leger;
februari 1937: Lehrer, Kriegsakademie Berlin
februari 1937: Verbindungsoffizier der Vertretung, Condor Legion;
1 oktober 1939: Departement Kriegsgeschichte, Generalstab;
juni 1940: Feldkommandantur 750 (Vannes);
juli 1941: Departement Kriegsgeschichte, Generalstab;
19 oktober 1942: Führerreserve Oberkommando des Heeres;
28 februari 1943: gepensioneerd.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!