Pieter Hoekman werd op 14 januari 1917 geboren in Urk, als zoon van Albert Hoekman en Grietje Hakvoort. Hij groeide op in een gezin met 7 broers en 2 zussen. Hoewel hij, wegens broederdienst, niet in militaire dienst hoefde, koos hij ervoor dit vrijwillig te doen. Na zijn diensttijd trad hij op 9 augustus 1938 in dienst bij de Koninklijke Marechaussee. Na zijn opleiding in Apeldoorn werd hij in Deventer en Enschede geplaatst en diende hij als grenswachter in Dinxperlo en Winterswijk. Uiteindelijk werd hij bevorderd tot Wachtmeester.
Toen op 10 mei 1940 de oorlog uitbrak was Pieter Hoekman geplaatst in Den Haag en werd hij betrokken bij gevechten tegen de bij Den Haag neergedaalde Duitse parachutisten. Al spoedig na de capitulatie vertrok hij via Vichy (Frankrijk) naar Engeland. Aanvankelijk wist hij Marseille te bereiken waar hij enige tijd als havenarbeider werkte voor hij de Spaanse grens overstak. In Spanje werd hij echter opgepakt en teruggezonden naar Frankrijk, waarna hij in Toulouse werd geïnterneerd. Uiteindelijk wist hij te ontsnappen en bereikte hij aan boord van een schip de haven van Curaçao. Na een korte tijd als sergeant bij de Curaçaose politie te hebben gewerkt trok hij naar Canada en kwam hij uiteindelijk in Engeland terecht. Hier meldde hij zich bij het Bureau Inlichtingen en werd hij opgeleid tot geheim agent.
In de nacht van 19 op 20 september 1943 werd hij samen met Bram Grisnigt, gedropt in de omgeving van Beugen, ten noorden van Boxmeer. De groep vormde de Zendgroep Barbara om contacten te onderhouden tussen de Ordedienst (OD) in Nederland en het Bureau inlichtingen ( BI) in Londen. Hier kwamen ze in contact met veldwachter G.J. Beuvink die hen in contact bracht met geheim agent Garrelt Andreas van Borssum Buisman, de organisator en leider van Zendgroep Barbara. Hoekman en Grisnigt werkten vervolgens vanuit Escharen om na enige tijd te vertrekken naar Amsterdam. Grisnigt bleef vanuit Amsterdam werken, terwijl Pieter Hoekman zijn werkterrein verplaatste naar Den Haag, zendend vanuit de Balistraat, werkend voor Chris Tonnet.
Op 6 november 1943 besloten Grisnigt en Hoekman een bezoek te brengen aan de familie Beuvink in Escharen. Hier aangekomen troffen ze daar geheim agenten Marinus Verhage en Jan Hendrik Diesveldt aan die zojuist uit Engeland waren aangekomen. De zendapparatuur van beide heren was terecht gekomen bij een boerderij in Keent, gemeente Overasselt. Aangezien Verhage zich ziek voelde, bood Hoekman aan om samen met Jan Diesfeldt en Beuvink de radioapparatuur op te gaan halen. Daar aangekomen wachtte Beuvink buiten en gingen Hoekman en Diesfeldt de boerderij binnen. Duitse troepen in de omgeving hadden echter lucht gekregen van de dropping. Zij hadden de boer onder druk gezet en die had hun verteld over de radio apparatuur. Toen Hoekman en Diesfeldt binnen kwamen werden zij dan ook direct door de Duitsers gearresteerd. In een onbewaakt ogenblik greep Hoekman één van de Duitse wachters. In de worsteling die volgde werd de lamp in het vertrek geraakt door een afgevuurde kogel en in het duister trachtten Hoekman en Diesfeldt te ontsnappen. Pieter Hoekman werd hierbij echter door een kogel in de borst geraakt en overleed ter plekke. Diesfeldt en Beuvink wisten uiteindelijk te ontkomen.
Het lichaam van Pieter Hoekman werd door de Duitsers meegenomen en in het Crematorium van Kamp Vught gecremeerd.
Tijdens zijn werkzaamheden als marconist werkte hij onder de schuilnaam P. Zeelenberg en gebruikte hij de codenamen Nico, Jan Post en Frans.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!