Gunnar Sønsteby nam vanaf 1940 deel aan het Noorse verzet. Hij sloot zich aan bij de Noorse troepen in Østlandet en vocht tegen de Duitsers totdat hij longontsteking ontwikkelde. Hierna sloot hij zich aan bij het verzet. In 1941 ging hij naar Zweden, waar hij in contact kwam met de Britse geheime dienst Special Operations Executive (SOE). In 1941 voerde hij in opdracht van de Britten een reeks koeriers- en inlichtingenmissies uit in Noorwegen. In 1942 werd hij gearresteerd en drie maanden vastgehouden door de Zweedse politie, maar wist de Zweden ervan te overtuigen dat hij een ander persoon was dan de gezochte Sønsteby.
In 1942 werd hij door de SOE in Oslo gestationeerd als geheim agent met de codenaam "nr. 24". Na in april 1943 te nauwernood aan de Gestapo te zijn ontsnapt, vluchtte Sønsteby nogmaals naar Zweden. Na een opleiding tot saboteur in Groot-Brittannië in 1943 keerde hij per parachute terug naar Noorwegen en werd contactpersoon voor alle SOE-agenten in oost-Noorwegen en hoofd van Oslogjengen, de afdeling van de Linge-compagnie in Oslo. De groep voerde een reeks spectaculaire sabotage-acties uit in Oslo en omstreken. Zo steelde hij de drukplaten voor bankbiljetten uit Norges Bank waarmee de Noorse regering in ballingschap geld kon drukkken, was hij verantwoordelijk voor de diefstal van minstens 75.000 rantsoenkaarten in Oslo en blies hij een olie-opslagplaats in Oslo op.
Op 23 februari 1943 werd Sønsteby's vader Gustav opgepakt door de Gestapo en vastgehouden als gijzelaar. Hij bleef gevangen tot december 1944. Sønsteby zelf werd nooit gepakt.
Na de oorlog probeerden de Britse en de Noorse geheime diensten hem te recruteren maar Sønsteby had genoeg van de oorlog. In plaats daarvan vertrok hij naar de Verenigde Staten waar hij studeerde aan de Harvard Business School. Ook werkte hij daar voor Standard Oil voordat hij in 1949 naar Noorwegen terugkeerde, waar hij tot 1985 in de olie-industrie werkzaam bleef.
Na zijn pensioen was hij actief als vrijwilliger voor het Noors Verzetsmuseum (Norges Hjemmefrontmuseum). Hij gaf lezingen over de oorlog aan schoolkinderen en streed voor oorlogspensioenen voor Noorse zeemannen die aan het verzet
hadden deelgenomen.
Hij is de enige die driemaal met het Noors Oorlogskruis is onderscheiden.
Hij werd ook onderscheiden met:
Forsvarsmedaljen med laubærgren
Kongens Erindringsmedalje med spenne 1940-1945
US Special Operations Command Medal (2008)
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!