- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Lieutenant-general (Luitenant-generaal)
- Eenheid:
- II Canadian Corps
Aanbeveling:
Bij zijn mobilisatie werd deze officier benoemd tot A.A. en QuaterMaster General 1 Canadian Division. Hij ging in de herfst van 1939 overzee en werd in juli 1940 benoemd tot plv. Adjudant-generaal op het Canadese Militaire Hoofdkwartier in Londen. Hij was grotendeels verantwoordelijk voor het opzetten en ontwikkelen van de stafafdelingen van de Adjudant-generaal en de Kwartiermeester-generaal en het doelmatig functioneren van de diensten waarop deze afdeling controle houdt was voor een groot deel te danken aan zijn vaardigheid, zijn vooruitziende blik en zijn bestuurlijke kwaliteiten. Hij keerde in oktober 1940 naar Canada terug om het commando over 3 Canadian Division op zich te nemen; hij was verantwoordelijk voor de organisatie en training van deze divisie tijdens de eerste fase en kweet zich met energie, vaardigheid en doelmatigheid van deze moeilijke taak. Hij werd in maart 1941 benoemd tot commandant van 5 Canadian Armoured Division en was daardoor verantwoordelijk voor de organisatie en training van Canada’s eerste pantserdivisie. Bij de uitvoering van deze moeilijke taak toonde hij tact, initiatief en leiderschap van een hoog niveau en de bevredigende staat van organisatie, training en discipline van 5 Canadian Armoured Division toen die in november in Engeland aankwam is grotendeels te danken aan de hoge kwaliteiten van deze officier. Hij werd in januari 1943 benoemd tot commandant van het 2 Canadian Corps, een functie die hij nog steeds bekleedt (tijdens de oorlog, Vert.). Hij heeft zijn taken altijd met vuur en vastberadenheid uitgevoerd. Hij heeft in het bijzonder met succes de moeilijke taak uitgevoerd, 2 Canadian Infantry te formeren en voor te bereiden op de inzet tijdens de Noorse expedite. Hij heeft een opmerkelijke bijdrage geleverd aan de strijdvaardigheid van het Canadese leger waarvoor hij de hoogste lof verdient.