TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Powell, John Wilson "Jake"

Nationaliteit:
Canadese (1931-heden, Constitutionele Monarchie)

Biografie

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Captain (Kapitein)
Eenheid:
Second-in-Command "A" Squadron, 6th Armoured Regiment (1st Hussars), 2nd Canadian Armoured Brigade
Toegekend op:
19 augustus 1944
Voor actie die werd getoond op 6 juni 1944 in de sector Mike Green, Juno Beach bij Graye-sur-Mer/departement Calvados, regio Laag-Normandië, Frankrijk.


Gepubliceerd in The London Gazette, dd. 31 augustus, 1944.
Military Cross (MC)
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Major (Majoor)
Eenheid:
"C" Squadron, 6th Armoured Regiment (1st Hussars), 2nd Canadian Armoured Brigade ("C" Squadron, 6th Armoured Regiment (1st Hussars), 2nd Canadian Armoured Brigade)
Toegekend op:
7 juli 1945
Distinguished Service Order (DSO)
Aanbeveling:
Bij de aanval ten zuiden van Kleef die bedoeld was om de Duitsers van de westelijke oever van de Rijn te verdrijven, hield het plan van II Canadian Corps in dat de 4 Canadian Armoured en 11 British Armoured Divisions om Uedem heen moesten trekken en dan door naar het Hochwald. Deze operatie kon pas beginnen wanneer het dorp Keppeln in onze handen was gevallen. Keppeln werd zwaar verdedigd en vormde het hart van de vijandelijke defensie. De 8th Canadian Infantry Brigade, met steun van het 6th Canadian Armoured Regiment kregen deze taak toegewezen. Het plan van de brigade luidde dat de Queen’s Own Rifles of Canada het hoge terrein ten noorden van Keppeln zouden veroveren en het Régiment de la Chaudière op rechts Hollen zou veroveren. Wanneer deze aanval eenmaal goed op gang was, moest het North Shore Regiment door de corridor trekken en Keppeln innemen, gesteund door de eenheden op het hoge terrein aan beide kanten.
C Squadron van het 6th Canadian Armoured Regiment onder bevel van Major J.W. Powell MC, ondersteunde de Queen’s Own Rifles of Canada. Het uur U voor hun aanval was om 04:30 op 26 februari 1945. Om volledige samenwerking tussen tanks en infanterie te garanderen bracht Major Powell zijn squadron op de avond van 25 februari in stelling. Na het aanvalsplan besproken te hebben met de bevelvoerend officier van de Queen’s Own Rifles of Canada ging hij naar zijn squadron terug waar waar hij de details doorgaf aan zijn sectieleiders. In plaats van gedurende de nacht te rusten, liep hij van tank naar tank, sprak met alle rangen en besmette hen met zijn vastberadenheid, de aanval tot een succes te maken.
Om 04:30 gingen de tanks en infanterie in het donker op weg. De aanval vorderde echter niet zo snel als verwacht vanwege het vuur van vijandelijke kleine wapens, mortieren en mitrailleurs. Voor de tanks was manoeuvreren uiterst moeilijk vanwege de duisternis, de drassige grond, mijnenvelden en pantservuisten. Ondertussen leidde Major Powell, die met de voorste elementen optrok, zijn squadron naar voren en hoewel zijn squadron verliezen leed, leverde hij effectieve steun.
Bij het aanbreken van de dag bleek dat de aanval zou vastlopen omdat de infanterie door zeer zwaar vijandelijk vuur vastgenageld werd. Zich realiserend dat de situatie kritiek werd, klom Major Powell uit zijn tank en nam, de regen van moordend vuur negerend, contact op met de infanterie. Waar en wanneer de aanval ook maar werd opgehouden, leidde deze officier zijn tanks ter ondersteuning en hoewel men langzaam vooruit kwam bleef het tempo gehandhaafd. Bij veel gelegenheden vormde zijn totale minachting voor persoonlijk gevaar een aanmoediging voor alle rangen en met zijn grimmige vastberadenheid, door te drukken tegenover zulke fanatieke tegenstand werden vele kritieke situaties opgelost.
Om 10:30 lanceerde het North Shore Regiment de eigen aanval hoewel de Queen's Own Rifles hun doel nog niet hadden bereikt. Na ongeveer 500 meter opgetrokken te zijn werden ze vastgenageld en waren niet in staat verder te gaan. Op dat moment kregen de Queen's Own Rifles bevel zich terug te trekken, hun munitie en brandstof aan te vullen en zich gereed te maken om het North Shore Regiment te ondersteunen. Powell en de bevelvoerend officier van dat bataljon kwamen bijeen om een plan op te stellen. Het was duidelijk dat het North Shore Regiment niet verder kon zonder ondersteuning door tanks en het was ook duidelijk dat het zeer onwaarschijnlijk was dat de tanks het dorp Keppeln konden bereiken omdat ze dan 1.800 meter vlak terrein moesten oversteken dat bezaaid was met mijnen en zeer drassig was.
Dat niet alleen maakte de tankaanval uiterst riskant want de vijand vuurde met allerlei soorten zwaar geschut zogauw er een tank in zicht kwam. Uit verkregen inlichtingen was bekend dat er zich tien stukken zelf-rijdend geschut in het dorp bevonden en vier tanks in de buitenwijken. Major Powell besloot dat de enige mogelijke kans op succes lag in het mee laten rijden van de infanterie op zijn tanks en dan met volle snelheid het terrein over te steken.
Het was een zelfmoordaanval maar Major Powell aarzelde geen seconde. In feite, toen zijn bevelvoerend officier hem vroeg naar het mogelijke slagen van dat plan zei hij: “Ik denk niet dat het lukt, sir maar we doen ons best en we creeëren in ieder geval een afleiding om de infanterie in staat te stellen naar voren te gaan.” Diverse tankbemanningen zeiden dat ze er genoeg van hadden maar de opgewektheid en vastberadenheid van Major Powell was zo duidelijk dat alle rangen bereid waren hem in een vrijwel zekere dood te volgen.
Om ongeveer 13:20 vertrokken ze met Major Powell direct achter de voorste sectie. Ze stormden met volle snelheid voorwaarts, vurend met alle kanonnen. Op dat moment leek het erop dat ook deze aanval een mislukking zou worden omdat de ene tank na de andere vastliep, opgeblazen werd door mijnen of geraakt door vuur van het vijandelijk zelf-rijdend geschut. De Duitsers legden een uitzonderlijk zwaar spervuur van mortieren maar de resterende tanks met de infanterie erop stormden zonder aarzelen verder. Major Powell vuurde de hele tijd en leidde de aanval en hij pauzeerde of aarzelde geen moment. Vier tanks slaagden erin de buitenwijken van het dorp te bereiken en de infanterie klom eraf. Een tank slaagde erin in het dorp door te dringen en stoof er doorheen. De tank van Major Powell liep vast in een granaattrechter en werd onbruikbaar. Een van de resterende tanks werd vernietigd en de vierde liep vast. Major Powell weigerde zijn tank te verlaten hoewel die een makkelijk doelwit vormde voor de vijandelijke pantservoertuigen en de Pantertanks. Hij bleef de aanval per radio leiden en stond erop dat die werd doorgezet.
Op dat moment werd een afdeling van het regimentshoofdkwartier op weg gestuurd om het gehavende squadron, dat nog maar uit één bruikbare tank bestond, te versterken. Major Powell zag ze aankomen en, zich realiserend dat die ook door verborgen tanks zouden worden uitgeschakeld, klom hij uit zijn eigen tank en hoewel hij volledig door vijandelijke infanterie was omsingeld, stak hij het open terrein over om ze te waarschuwen weg te gaan. Helaas kon hij hun aandacht niet trekken en de hele sectie werd op één tank na vernietigd. Weigerend om zich in veiligheid te brengen, keerde hij naar zijn eigen tank terug waar hij alle mogelijke steun bleef leveren en weerde veel vijandelijke infanteristen af die probeerden hem te omsingelen en te doden. De vijftien dode Duitsers die later naast zijn tank werden gevonden vormden het bewijs voor de grote moed van deze officier.
Drie uur later verscheen er een bergingstank en die slaagde erin de vastgelopen tank af te slepen. Major Powell ging onmiddellijk het dorp in om de benauwde infanterie te steunen, de vijand opzoekend en vernietigend waar hij maar kon. Toen de avond viel lagen de straten vol met gedode vijanden. Net buiten het dorp waren vier vijandelijke pantservoertuigen vernietigd en drie waren zo ernstig beschadigd dat ze niet meer dan 600 meter verder konden rijden waarna ze door hun bemanningen werden verlaten.
Omdat Keppeln van zo groot belang was voor de defensie van de vijand in dat gebied werd er een onmiddellijke tegenaanval verwacht. Toen er nog twee tanks waren geborgen had Major Powell nu vier van zijn oorspronkelijke 19 tanks tot zijn beschikking. Zonder aan terugtrekken te denken en ondanks een tekort aan munitie nam hij onmiddellijk een defensieve stelling in hoewel hij onderhevig was aan zwaar vijandelijk vuur van mortieren en artillerie. Gedurende de nacht bezocht hij van tijd tot tijd de infanteriestellingen, vroeg naar hun behoeften en moedigde hen aan met zijn vertrouwen en onwankelbare vastberadenheid. Deze officier kende 48 uur lang geen rust en geen moment tijdens de lange nachtwake vertraagde of wijfelde hij in zijn onvermoeibare pogingen het dorp ten koste van alles te behouden. Zijn totale minachting voor het granaat- en mortiervuur gedurende de nacht vormde en inspiratie voor allen.
Gedurende deze hele periode bleef het hoofddoel van de divisie, Uedem een voortdurende dreiging en toch verliep de veroveing van Keppeln zo snel en beslissend dat het hele plan van het korps met succes werd uitgevoerd. De 9th Canadian Infantry Brigade was hierdoor in staat te passeren en Uedem onder minimale tegenstand binnen te trekken en, nog belangrijker, de 4th Canadian Armoured en de 11th British Armoured Divisions konden doorgaan naar het Hochwald.
Op 27 februari 1945, om 08:00 kreeg Major Powell bevel zich met zijn drie overgebleven tanks terug te trekken. Het lijdt geen twijfel dat zonder tanks deze aanval zou zijn mislukt en de snelheid en de durf van de bestorming door de tanks hadden de geslaagde voltooiing van deze operatie tot direct gevolg. De totale minachting voor gevaar en de grote vastberadenheid van Major Powell maakten het succes mogelijk van een schijnbaar hopeloze taak en met zijn aanmoedigingen aan de vermoeide troepen stelde hij een voorbeeld dat nooit te overtreffen is.
Er is geen waardering groot genoeg voor de actie van deze dappere officier.

Gepubliceerd in The London Gazette, dd. 12 July, 1945.

Bronnen