- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Lieutenant-Colonel (Luitenant-kolonel)
- Eenheid:
- The Seaforth Highlanders of Canada, 2nd Canadian Infantry Brigade, 1st Canadian Infantry Division, Canadian Army
Aanbeveling:
Op 11 april 1945 stak de 2 Canadian Infantry Brigade de rivier de IJssel over bij MR 9301. De Seaforth Highlanders of Canada, onder bevel van Lieutenant-Colonel Henry Pybus Bell-Irving, DSO,
lag links vooraan tijdens deze aanval.
Lieutenant-Colonel Bell-Irving zag in dat de zeer brede rivier controle moeilijk zou maken zogauw de eerste troepen waren overgestoken. Hij vestigde daarom zijn hoofdfkwartier in eerste instantie ver naar voren en verplaatste het al vroeg in de operatie naar de overkant. Hoewel hij zo persoonlijk bloot stond aan zeer zware beschietingen en soms aan vuur van kleine wapens waren in deze fase van de slag zijn aanwezigheid en zijn kalmte van grote invloed en onder zijn strakke leiding was het eerste bruggenhoofd snel gezekerd. Bij sommige gelegenheden stuurde hij door zijn gezonde oordeel en snelle beslissing compagniën op het juiste moment naar plaatsen om de vijand te verrassen met als gevolg een aantal beslissende gevechten en een groot aantal gevangenen.
Tijdens de periode van uitbreiding van het bruggenhoofd, dat inhield het verdrijven van de vijand van een dijk en uit een bos, toonde Lieutenant-Colonel Bell-Irving in hoge mate nogmaals zijn krachtige bevel en leiderschap.
De vijand had zich goed ingegraven en het vuur van kleine wapens en artillerie was intens maar niettemin bezocht Lieutenant-Colonel Bell-Irving al zijn eenheden om hen aan te moedigen en toezicht te houden op hun acties. Als gevolg was hij persoonlijk in staat een serie aanvallen door de compagnie te coördineren en door zijn uiterste vaardige inzet van ondersteunend vuur werd de vijand al gauw uit deze sterke defensieve positie verdreven.
Het succes van het bataljon gedurende deze actie, waarbij de rivierlinie volledig werd doorbroken, een grote hoeveelheid vijandelijk materiaal werd vernield en ongeveer 200 man gevangen werd genomen en 80 gedood, waren voornamelijk te danken aan de onbevreesdheid en de leiding van Lieutenant-Colonel Bell-Irving. Door zijn houding en optreden tijdens de gevechten en zijn inzet van het bataljon was succes verzekerd en is de hoogste lof waardig.
Deze medaille is verkregen in de vorm van een gesp voor op het lint van de eerste medaille.