Claude Kroon verliet de Generaal Botha in december 1938 als een van de zes uit 120 voor de Royal Navy Reserve geselecteerde mannen. In april 1939 ging hij bij de Ellerman Hall Line als leerling officier en voer naar diverse landen met allerlei soorten ladingen. Terwijl hij op zee was brak WO 2 uit en enkele weken later kreeg Claude na aankomst in Londen bevel zich te melden voor dienst bj de RNR.
Hij werd geplaatst op een Royal Navy ‘Armed Boarding Vessel’ Camito (een voormailge Fyffes bananenboot) waar hij de lading controleerde van diverse koopvaarders die op doorreis waren. Op 5 mei 1941 droeg H.M.S. Cavina (ook een ‘Armed Boarding Vessel’ en ook een voormalige bananenboot) een prijs, een Italiaanse olietanker de Sangro over aan de Camito omdat de Cavina al een maand op zee was geweest. Kort na de overdracht, op 6 mei 1941 om 02:40 werden zowel de Sangro als H.M.S. Camito getorpedeerd. De Sangro ontplofte in een zee van vuur en de kapitein van de Camito gaf een deel van zijn bemanning bevel in de boten te gaan. Claude, de kapitein en nog vijf anderen bleven aan boord met het idee het schip drijvend te houden maar al spoedig begon de Camito te zinken, ze lieten een Carley vlot te water en dreven enkele uren op de Atlantische Oceaan rond totdat ze door H.M.S. Orchis – een korvet – werden opgepikt en naar Gourock in Schotland gebracht omdat Greenock de nacht daarvoor was gebombardeerd.
Na herstel van zijn ontberingen werd Claude toegevoegd aan het 21 Destroyer Flotilla, gestationeerd in Sheerness (Isle of Sheppey, Thames Estuary) waar hij zich meldde bij Captain D 21. In zijn periode bij dat 21ste voerden ze vele gevechten tegen E en R boten. In februari 1942 kregen ze opdracht op te gaan in 16 Destroyer Flotilla in Harwich. Na een paar dagen van groepsoefening kregen ze opeens bericht dat de Scharnhorst, de Gneisenau en de Prinz Eugen door het Engelse Kanaal naar het noorden voeren.
En zo stoven de zes destroyers met 36 knopen naar Hoek van Holland om de vijandelijke schepen te onderscheppen. Er werden diverse aanvallen gelanceerd door schepen, E- boats en vliegtuigen en volgens Claude slaagden enkele Britse vliegtuigen erin H.M.S. Worcester aan te vallen. Er hing gelukkig heel wat mist die ook hielp de Britse destroyer vloot te beschermen tegen de Duitse slagschepen.
Claude diende vervolgens (ook op destroyers) op de konvooiroutes naar Rusland als assistent navigator. Later was hij betrokken bij het beschermen van tank- en troepenlandingsschepen naar de kust van Normandië in juni 1944. Na de overgave van Japan was hij betrokken bij het escorteren van het eerste troepentransportschip naar de haven van Singapore.
Terug in Engeland werkte Claude zich op tot Captain bij British Railways en was drie jaar lang Marine Superintendent in de haven van Harwich. Hij werd later bevorderd tot Shipping Services and Port Manager in de haven van Fishguard in Wales. Dit hield ook in dat hij Area Manager BR Western Region was, met 3 stations, 200 man spoorwegpersoneel en vele anderen.
Claude ging uiteindelijk met pensioen en woonde voornamelijk in het West Country (Cornwall, Devon, etc.) tot aan zijn dood in 2010.
Bevorderingen:
1 juli 1943: Sub-Lieutenant;
1 september: Lieutenant.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!