Op 23 september 1944 bemande deze N.C.O. een Bren in een huis dat grotendeels door zwaar mortiervuur was verwoest. Hoewel hij begraven werd onder het puin en een verwonding aan zijn rug had, groef hij zijn wapen uit en bracht het weer in stelling. Op 24 september raakte hij ’s ochtends gewond maar weigerde zijn post te verlaten. Uiteindelijk leidde hij zijn sectie over de rivier hoewel hij nauwelijks kon lopen.