Paddy Barthropp werd in Dublin geboren tijdens een familiebezoek. Zijn moeder stierf tijdens de geboorte en Barthropp werd grootgebracht en ging naar school in Shropshire voordat hij naar Ampleforth ging. Na hety verlaten van de school ging hij als leerling monteur werken bij Rover cars in Coventry.
Op 1 november 1938 ging hij bij de RAF op een kort dienstverband en volgde de vliegeropleiding. Hij werd geplaats bij 613 Squadron dat met Lysanders vloog ter ondersteuning van de Landmacht en vloog missies ter ondersteuning van de British Expeditionary Force tot het einde van de evacuatie uit Duinkerken. In augustus 1940 meldde hij zich vrijwillig voor overplaatsing naar Fighter Command. Na omscholing werd hij geplaatst bij 602 Squadron en vervolgens in februari 1941 bij 91 Squadron. Meer overplaatsingen volgden tot 17 mei 1942 toen hij door een FW-190 werd neergeschoten tijdens een escortevlucht toen de besturing van zijn Spitfire ernstig beschadigd raakte. Hij werd gedwongen bij St. Omer te springen en werd krijgsgevangen gemaakt. Hij werd naar Stalag Luft III bij Sagan gestuurd maar omdat hij onmiddellijk een ontsnappingspoging deed plaatsten de Duitsers hem over naar Oflag XXIb bij Schubin in Polen, een Straflager voor notoire ontsnappers. Hij begon onmiddellijk met de uitvoering van een ontsnapping door een 30 meter lange tunnel. Van de 32 die ontsnapten werden er vier door de Gestapo vermoord.
Barthropp slaagde erin uit handen van de Duitsers te blijven en maakte in Warschau contact met de Poolse ondergrondse met de kans om naar Joegoslavië te ontkomen via een ontsnappingsroute van de partizanen. Maar uiteindelijk werd hij gepakt en teruggestuurd naar Oflag XXIb waar hij eind januari met andere gevangene bijeen werd gebracht voor wat de "lange mars naar het westen" zou worden genoemd en liep honderden kilometers bij temperaturen van 20 graden onder nul met weinig voedsel en nog minder water. Barthropp bereikte Lübeck waar hij in mei werd bevrijd.
Barthropp bleef bij de RAF en werkte in Noorwegen aan het opsporen van graven van vermiste vliegers. Hij werd toen tot zijn verbazing aangenomen voor een opleiding om jachtvliegtuigen te testen, waaronder de eerste straaljagers. In 1954 werd hij naar Hong Kong overgeplaatst in een administratieve functie. Hij was er niet blij mee, begon in zijn vrije tijd aan paardenrennen en won op de baan van Happy Valley een aantal wedstrijden.
Hij zwaaide in 1964 af en begon samen met zijn oorlogsmakker Brian Kingcome een verhuurbedrijf voor dure limousines in Paddington bij Londen.
Hij was een vurig aanhanger van de Battle of Britain Fighter Association en vocht er vele jaren voor dat ex-krijgsgevangenen het achterstallige loon kregen dat hen was onthouden. Hij genoot intens van het landelijke leven, voornamelijk van de jacht en de visvangst. Hij schreef een vrolijke autobiografie, Paddy (1987) waarvan de opbrengst naar de Douglas Bader Foundation ging.
Promoties:
3 september, 1939: Pilot Officer (probation)
31 oktober, 1939: Pilot Officer
3 september, 1940: Flying Officer
3 september, 1941: Flight Lieutenant
5 augustus, 1947: Squadron Leader
28 december, 1957: Wing Commander
25 oktober, 1964: Aanstelling ingetrokken
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!