- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- SS-Unterscharführer (Sergeant)
- Eenheid:
- Stoßtruppführer, Kampfgruppe "Krauth", 15. Kompanie, SS-Totenkopf-Infanterie-Regiment 1, 3. SS-Division "Totenkopf"
- Toegekend op:
- 4 oktober 1942
De aanbeveling voor zijn Ridderkruis luidt als volgt:
Hij had zich tijdens de gevechten ontwikkeld als een zeer goed leider. Zelf moedig behield hij altijd zijn goede humeur. Dat was bijzonder merkbaar in noodgevallen.
Aan het Robjafront lagen bij punt 58 sterke Russische stellingen die de route naar Nowosellje en aan het Robjafront de hoofdweg en bevoorradingsroute naar Ramuschewo, Omitschkino en Bjakowo bestreken en ernstige verliezen onder onze troepen veroorzaakten en die moesten dus vernietigd worden. Na een nauwkeurige persoonlijke verkenning begon de aanval in de vroege morgen van 10 september 1942. Met een rubbervlot gingen de mannen op weg naar Robja. In verrassingsaanvallen versloegen ze de vijand in zijn terreinstellingen. Ze drongen door naar de vijandelijke hoofdstelling en vernietigden het hele garnizoen.
In felle gevechten veroverde hij met zijn mannen 10 grote bunkers, 7 loopgraven en 22 kleinere bunkers. De verliezen van de vijand bedroegen meer dan 150 dodenh. De groep van Zingel verloor een dode en een gewonde voordat ze naar hun eigen posities terugkeerden.
Dit beslissende succes is alleen maar te danken aan Zingel's moed. Hij toonde een koelbloedig overzicht op de situatie, de grootste persoonlijke moed, ongebruikerlijke besluitvaardigheid en brutaliteit.
Ik verzoek om toekenning van het Ridderkruis bij het Ijzeren Kruis aan deze dappere leider ter erkenning van zijn heldhaftigheid en het resultaat dat hij behaalde.