Tait werd in Manchester geboren en ging naar de Wellingborough School. Nadat hij in 1928 een race van de Schneider Trophy bezocht, besloot hij om bij de RAF te gaan. Hij studeerde af aan het RAF College Cranwell en kreeg vanaf 1 augustus 1936 een aanstelling als Pilot Officer bij de RAF en kwam bij No. 51 Squadron en vloog met Whitley-bommenwerpers. Tait vloog bombardeeroperaties bij No. 51 Squadron in 1940 waaronder een aantal lange-afstands aanvallen op Berlijn en de eerste Britse luchtaanval op Italië waar hij over de Alpen vloog om Turijn te bombarderen.
Tegen het einde van 1940 was hij commandant van No. 51 Squadron. Op 10 februari 1941 leidde hij het vliegtuig dat betrokken was bij Operatie Colossus waarbij er vanaf Malta gevlogen werd om parachutisten af te werpen in Zuid-Italië. Na Colossus kwam Tait bij No. 35 Squadron, het eerste squadron wat werd uitgerust met Handley Page Halifaxes. Tait kreeg verlof van het vliegen van missies en werd bij een trainingseenheid geplaatst maar slaagde er niettemin in om begin 1942 drie van de "Thousand Bomber Raids" te vliegen.
Medio 1942 werd Tait benoemd als commandant van No. 78 squadron. In maart 1944 werd hij basis operations commander op RAF Waddington waar hij doorging met het vliegen van missies met RAAF Lancaster-crews ondanks dat hij een baan had waarin hij niet hoefde te vliegen.
Hij keerde in mei 1944 terug naar operaties en werd de master bomber van 5 Group. Hij volgde Leonard Cheshire op als commandant van No. 617 Squadron: het bekende "Dambuster"-squadron dat gespecialiseerd was in het vliegen van laag bij de grond doelmarkeringen en precisie-aanvallen. Onder zijn bevel, bombardeerde het squadron een serie V-1 opslag-plaatsen en V-2 lanceer plaatsen en gebruikte Barnes Waliss’ Tallboy 12.000-ponder diepe penetratie-bom.
Op 15 september 1944 leidde Tait een aanvalsmacht van 37 AVRO Lancasters van No. 617 Squadron en No. 9 Squadron bij Operatie Paravane. Er werd vanaf een vliegveld bij Yagodnik gevlogen, vlakbij Archangelsk op het schiereiland Kola in Noord-Rusland. Zij vielen het Duitse slagschip Tirpitz aan in de Kaa-Fjord. Ondanks de rook die het doel dekking gaf werd de Tirpitz zo zwaar beschadigd dat het Duitse Opperbevel besloot dat het schip niet meer zondanig te repareren viel dat zij zeewaardig werd. De Tirpitz werd daarom verplaatst naar Tromsø zodat zijn bepantsering te gebruiken viel als defensieve artillerie tegen een verwachte geallieerde aanval. De Duitsers slaagden erin om het gebrek aan zeewaardigheid van het schip te verhullen zodat de vernietiging daarvan een hoge prioriteit bleef houden.
Tait leidde zijn eenheid in een tweede aanval op 28 oktober, genaamd Operatie Obviate; deze keer vanaf RAF Lossiemouth in Schotland (de verplaatsing van het schip had het binnen bereik gebracht). De aanval was geen succes omdat zware bewolking het doelwit verhulde vlak voordat de bommenwerpers arriveerden. Op 12 november leidde Tait zijn eenheid tegen de Tirpitz voor een derde en laatste aanval, Operatie Catechism. De Luftwaffe slaagde er niet in om de Britse bommenwerpers te onderscheppen en drie voltreffers door "Tallboys" lieten het schip kapseizen ten westen van Tromsø in de baai van Håkøybotn.
Half december 1944 werd Tait, die 101 missies had gevlogen, aan de grond gehouden en kreeg hij de opdracht om Canadese bommenwerpereenheden te trainen. Tait bleef na de oorlog bij het RAF. Hij diende in Zuidoost-Azië, het Midden-Oosten en Singapore. Hij was commandant van RAF Coningsby en werd in 1959 benoemd als Adjudant van de Koningin en verliet de RAF in 1964.
Hij schoolde zich om tot computerprogrammeur ging bij ICL werken als technisch vertegenwoordiger en werkte in Oost-Europa. Na een periode bij een transportbedrijf, werd hij investeringsadviseur bij Scottish Widows. Hij ging uiteindelijk in 1981 met pensioen. Gedurende zijn diensttijd en burgerleven was Tait een nauwgezet planner en organisator en nam eens een transportbedrijf over wat op de rand van de financiële afgrond stond en maakte het binnen twee jaar weer gezond voordat hij op andere projecten overstapte. Tijdens zijn pensionering genoot hij erg van zijn volkstuin en het gezelschap van zijn hond. Toen de gemeente hem vertelde dat honden daar verboden waren, ging hij daar mee naar de rechter maar verloor zijn zaak. Hij zegde toen meteen zijn tuin op. Tait was president van de No. 617 (Dambuster) Squadron. In latere jaren las hij veel en was een liefhebber van de muziek van Schubert, met name zijn Lieder en bestudeerde met veel aandacht voor details daar meer dan 400 van. Hij trouwde met zijn vrouw Betty Plummer in 1945. Zij ontmoetten elkaar tijdens de oorlog toen zij een officier bij de WAAF was. Zij hadden een zoon en drie dochters. Zijn vrouw stierf in 1990. Hij werd overleefd door zijn drie kinderen.
Bevorderingen:
1 augustus 1936: Pilot Officer
1 februari 1938: Flying Officer
1 februari 1940: Flight Lieutenant
1 maart 1941: Squadron Leader
1 juni 1942: Wing Commander (Temporary)
1 maart 1944: Wing Commander (War Sub)
1 januari 1953: Group Captain
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!