TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Park, Keith Rodney

    Geboortedatum:
    15 juni 1892 (Thames, Nieuw-Zeeland)
    Overlijdensdatum:
    6 februari 1975 (Auckland, Nieuw-Zeeland)
    Nationaliteit:
    Nieuw-Zeelandse (1907-1947, Dominion VK)

    Biografie

    Sir Keith Rodney Park, de zoon van een Schotse geoloog en gek op schieten en paardrijden, ging aan de slag bij het leger als een reservist bij de Nieuw-Zeelandse Veldartillerie.
    Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, nam hij in april 1915 deel aan de landingen bij Gallipoli. De rangen opklimmend ging hij bij de ‘Koninklijke Paarden- en Veldartillerie’ en nam deel aan de Slag aan de Somme. Hier leerde hij de waarde van luchtverkenningen en merkte op dat de Duitse vliegtuigen in staat waren om zo de geallieerde artillerie op te merken voor hun tegenvuur. Hij kreeg een voorproefje van vliegen door omhoog te gaan om de camouflage van zijn batterij te controleren. Op 21 oktober 1916 werd Park door een Duitse granaat van zijn paard geschoten. Hij werd gewond naar Engeland geëvacueerd en bestempeld als ‘Ongeschikt voor actieve dienst’, wat zoiets betekende als ongeschikt om paard te rijden. Na een korte periode van herstel ging hij in december 1916 in dienst van de Royal Flying Corps (RFC).
    Na een periode als instructeur te hebben gewerkt, werd hij naar Frankrijk overgeplaatst en slaagde erin om op 7 juli 1917 bij No. 48 Squadron te komen. Binnen een week werd het squadron verplaatst naar een frontvliegbasis net ten oosten van Duinkerken. Park behaalde snel successen tegen Duitse gevechtsvliegtuigen en verdiende op 17 augustus het Military Cross door één vliegtuig neer te halen, twee ‘stuurloos’ te maken en een vierde te beschadigen in één vlucht. Hij werd op 11 september gepromoveerd tot tijdelijk kapitein.
    Na een vliegonderbreking keerde hij terug naar Frankrijk als majoor om No. 48 Squadron te leiden. Tegen het eind van de oorlog had hij een gesp gekregen bij zijn Military Cross, de Distinghuised Flying Cross en de Franse Croix de Guerre. Zijn aantal geturfde vliegtuigen bedroeg vijf vernietigd en 14 (en één gedeeld) ‘stuurloos.’

    Interbellum
    Na de oorlog werd Park een vaste aanstelling toegekend als kapitein in de Royal Air Force en, toen de nieuwe RAF-rangen werden ingevoerd in 1919, werd Park Flight Lieutenant. Hij diende als flight commander bij No. 25 Squadron van 1919 tot 1920 voordat hij werkzaamheden ging verrichten als Squadron Commandant bij ‘School of Technical Training.’ In 1922 werd hij geselecteerd om te studeren aan de pas opgerichte RAF Staff College. Later was Park bevelhebber van RAF-basissen en was een instructeur voordat hij in 1938 stafofficier werd van Air Chief Marshal Sir Hugh Dowding.

    Tweede Wereldoorlog
    Opgeklommen tot de rang van air vice marshal, werd Park bevelhebber van No. 11 Groep RAF en verantwoordelijk voor de verdediging van Londen en zuidoost Engeland met gevechtsvliegtuigen. In april 1940 organiseerde hij gevechtspatrouilles boven Frankrijk gedurende de evacuatie uit Duinkerken en in de Slag om Engeland kreeg hij het ’t zwaarst te verduren. Tijdens de Slag in zijn eigen Hawker Hurricane van vliegveld naar vliegveld te vliegend, kreeg Park de reputatie als een geslepen tacticus met een scherpzinnig begrip van strategische issues en als een populaire ‘hands-on’ commandant. Echter, hij raakte in een felle twist verwikkeld met air Vice marshal Trafford-Leigh Mallory, commandant van no. 12 Groep. Leigh Mallory, die jaloers was op Park vanwege het leiden van no. 11 Groep terwijl no. 12 Groep de vliegvelden moest verdedigen, faalde herhaaldelijk in het ondersteunen van Park.
    De successievelijke geprikkeldheid van Park gedurende de Big Wing-controverse resulteerde in zijn en die van Dowdings verwijdering van het commando tegen het eind van de Slag wat liet zien dat Leigh-Mallorys argumenten op sympathie konden rekenen van de hogere echelons van de RAF. Park bleef hierom verbitterd voor de rest van zijn leven.
    Hij werd naar Training Command gestuurd. In februari 1947 zei Lord Tedder, toenmalig Chief bevelhebber van de Royal Air Force van Park:"Als er één persoon is die de Slag Om Engeland won, was hij het. Ik geloof niet dat men zich realiseert wat één man deed, met zijn leiderschap, zijn kalme inschattingsvermogen en zijn vaardigheid, om niet alleen zijn land maar om de hele wereld te redden." Eén van de geallieerde top-luchtazen van de oorlog, Johnnie Johnson zei van Park: "Hij was de enig man die de oorlog had kunnen verliezen in één dag of zelfs in een middag." Een andere aas die in de Slag om Engeland vloog, de RAF-piloot Douglas Bader zei dat: "de ontzagwekkende verantwoordelijkheid voor de overleving van zijn land, rustte enkel en alleen op de schouders van Keith Park. Britse militaire geschiedenis van deze eeuw is verrijkt met de namen van grote soldaten uit Nieuw-Zeeland, van alle rangen en in alle van onze onderdelen. De naam van Keith Park is ingegraveerd in de geschiedenis naast die van zijn gelijken."
    In januari 1942 ging Park naar Egypte als Air Officer Commanding waar hij de defensie opbouwde bij de Nijldelta. In juli 1942 keerde hij terug naar het front en leidde de vitale defensie van Malta vanwaar zijn squadrons deelnamen in de campagnes van Noord/Afrika en Sicilië.
    In juni 1944 werd hij door de Australische regering voorgedragen als bevelhebber van de Royal Australian Air Force vanwege rivaliteit tussen de eigenlijke bevelhebber Chief of Air Staff, Air Vice Marshal George Jones en zijn plaatsvervangend Operationeel leider Air Vice Marshal William Bostock. Maar generaal Douglas MacArthur vond dat de oorlog te ver gevorderd was om veranderingen aan te brengen. In november 1944 kwam zijn tegenstander ten tijde van de Slag Om Engeland, tragisch om het leven toen hij op weg was naar Zuidoost-Azië om de functie van Allied Air Commander op zich te nemen. Ironisch genoeg was de persoon om hem te vervangen Keith Park. In februari 1945 werd Park aangesteld als Allied Air Commander in Zuidoost Azië waar hij tot het eind van de oorlog diende.

    Hij nam ontslag en werd op 20 december 1946 gepromoveerd tot Air Chief Marshal en keerde terug naar Nieuw-Zeeland waar hij een aantal burgerposities bekleedde en werd gekozen voor de gemeenteraad van Auckland. Hij leefde in Nieuw-Zeeland tot zijn dood op 6 februari 1975, 82 jaar.
    Sir Keith Park wordt herdacht door het Sir Keith Park Memorial Airfield Auckland Nieuw-Zeeland. De toegang wordt 'bewaakt' door een replica van Parks Hawker Hurricane.
    Op 8 mei 2009 heeft de gemeenteraad van Westminster (Londen)besloten om een standbeeld op te richten van Park op Trafalgar Square als blijk van waardering voor zijn werk als commandant van No. 11 Groep gedurende de Slag om Engeland.

    Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Air Vice-Marshal
    Eenheid:
    No. 11 Group, Royal Air Force
    Toegekend op:
    17 december 1940
    Companion of The Most Honourable Order of the Bath (CB)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Air Vice-Marshal
    Eenheid:
    AHQ Malta, RAF Mediterranean, HQ, Royal Air Force
    Toegekend op:
    27 november 1942
    Knights/Dames Commanders of the Order of the British Empire (K/DBE)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Air Marshal
    Eenheid:
    HQ, RAF Middle East Command, Mediterranean Allied Air Forces (MAAF), Allied Forces
    Toegekend op:
    1 januari 1945
    Grand Cross of The Most Honourable Order of the Bath (GCB)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Air Chief Marshal (retired)
    Eenheid:
    Royal Air Force
    Toegekend op:
    27 juni 1947
    Legion of Merit - Commander (LoM - C)

    Bronnen