Dienstnummer 41844.
Colin Gray werd op 9 november 1909 in Papanui, Christchurch geboren
als oudere zoon van de tweeling van Margaret Langford en Robert Leonard Gray, een electrisch ingenieur. Hij volgde onderwijs aan de Huntley School in Marton, Wellesley College, Wellington, Christ’s College, Christchurch, en Napier Boys’ High School. Tussen 1933 en 1938 werkte hij als administratief medewerker bij de vee- en landbouwadviseur Dalgety and Company.
Samen met zijn tweelingbroer Kenneth solliciteerde hij in 1937 bij de Royal Air Force maar werd afgewezen op medische gronden; Kenneth werd aangenomen op een korttijdelijk dienstverband. Na een tweede keer te zijn gezakt voor de medische test, werkte Colin als schaapherder om aan zijn conditie te werken. Hij slaagde voor het derde medische onderzoek en kreeg in januari 1939 een korttijdelijk dienstverband.
Na zij opleiding aan de de Havilland flying school in Hatfield, Hertfordshire werd Gray geplaatst bij No. 11 Flying Training School in Shawbury, Shropshire. In oktober 1939 haalde hij zijn wings en de volgende maand werd hij geplaatst bij No. 54 Squadron op Hornchurch, Essex. Tussen december 1939 en mei 1940 vloog hij operationele patrouilles boven Engeland en het Engelse Kanaal in een Spitfire.
Het raakte hem zeer toen Kenneth op 1 mei bij een vliegtuigongeluk om het leven kwam.
De eerste ontmoeting van Gray met een Duits vliegtuig was op 24 mei 1940 toen hij patrouilleerde boven Calais en Duinkerken. Zijn eerste bevestigde ontmoeting volgde de dag daarop toen hij deelde in de vernietiging van een Me 109. Zijn eigen vliegtuig raakte echter beschadigd en hij maakte een landing zonder gebruik te kunnen maken van zijn flaps en remmen. Op 13 juli behaalde hij zijn eerste solo-overwinning toen hij boven het Kanaal een Me 109 neerschoot.
Tijdens de Slag om Engeland was No. 54 Squadron continu in actie om de aanvliegroutes naar Londen te verdedigen totdat zij begin september werden teruggetrokken uit operaties. Tegen deze tijd waren Gray en zijn mede-piloten oververmoeid en had hij de vernietiging van 15½ vijandelijke vliegtuigen geclaimd.
Nadat hij in oktober 1940 tot Flying Officer was bevorderd werd hij achtereenvolgens geplaatst bij No. 43 en No. 1 Squadron.
In september 1941 nam hij het bevel over van No. 616 Squadron. Tegen het einde van zijn eerste operationele tour in februari 1942 had hij zo’n 300 uur doorgebracht in een cockpit sinds de oorlog begon. Na een periode als stafofficier te hebben gewerkt op het hoofdkwartier van No. 9 (Gevechts) Groep, werd Gray eind september 1942 bij No. 64 Squadron geplaatst en opereerde boven het Kanaal en de kust van Frankrijk.
Nadat hij bevorderd was tot Squadron Leader, nam hij in januari 1943 het bevel over van No. 81 Squadron op vliegbasis Tingley in Algerije.
Hij stond bekend als een enthousiaste leider en leidde het squadron persoonlijk bij vele aanvallen tegen de vijand en schoot ten minste acht vliegtuigen neer gedurende de Tunesische campagne
Na zijn bevordering tot Wing Commander kreeg hij het bevel over No. 322 Wing, gestationeerd op Malta.
Nog twee overwinningen volgden elkaar snel op en hij schoot op 10 juli een Messerschmitt neer boven de invasiestranden van Sicilië.
Zijn laatste overwinningen waren twee Junkers 52 transportvliegtuigen op 25 juli. Zijn totaalscore bedroeg 27 vernietigde vijandelijke vliegtuigen , plus 1 gedeeld en zo’n 22 waarschijnlijk vernietigd of beschadigd: het grootste aantal voor een Nieuw-Zeelandse gevechtspiloot in de Tweede Wereldoorlog.
Hij kreeg een rustpauze van gevechtsmissies en keerde terug naar Engeland.
In augustus 1944 nam hij het bevel over van de Lympne Wing in Kent en vloog in Spitfires boven Frankrijk, België en Nederland tot januari 1945.
In april kreeg hij een vast dienstverband bij de RAF.
Zijn na-oorlogse RAF-carriere behelsde werk als:
• luchtmacht liason officier in Washington DC (1950-52)
• commandant van een straaljager/gevechtssquadron op Church Fenton, Yorkshire (1954-1956) en
• een plaatsing op het Hoofdkwartier Verre Ooosten in Singapore (1956-59).
Hij ging op eigen verzoek met pensioen en ging uit dienst in 1961.
Gray keerder daarna terug naar Nieuw-Zeeland waar hij in dienst kwam van Unilever New Zealand in Petone als personeelsmanager.
Na zijn pensionering in november 1979, verhuisde hij naar Waikanae. In 1990 publiceerde hij een verslag van zijn oorlogservaringen.
Hij overleed op 1 augustus 1995 in Kenepuru Hospital, Poirirua en liet een vrouw en kinderen na.
Promotions:
23 oktober 1939: Pilot Officer (Probation)
23 januari 1940: Pilot Officer
23 oktober 1940: Flying Officer
23 oktober 1941: Flight Lieutenant (war sub)
1 september 1943: Squadron Leader (temp)
1 juli 1947: Wing Commander
??: Group Captain
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!