TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Dawson, Montagu Ellis Hawkins

    Geboortedatum:
    9 september 1919 (Langley/Buckinghamshire, Groot Grittanië)
    Overlijdensdatum:
    7 januari 2003 (Compton and Shawford/Hampshire, Groot-Brittannië)
    Dienstnummer:
    112407
    Nationaliteit:
    Britse

    Biografie

    Montagu Ellis Hawkins Dawson werd op 9 september 1919 geboren. Toen hij zeven was, stierf zijn vader in een motorongeluk. Zijn moeder die geconfronteerd werd met de opvoeding van vijf kinderen, handelde naar bevind van zaken en vond voor Monty een plaats in het Royal Orphanage School (weeshuis) in Wolverhampton.
    Eind jaren '30 werkte hij voor John Lines, een behangfirma maar ontvluchtte het saaie kantoorleven om naar de Royal Air Force Volunteer Reserve te gaan. Alhoewel hij werd afgewezen voor de pilotenopleiding, slaagde hij wel als observator.
    Monty Dawson nam deel in de aanval op het Duitse slagschip de Scharnhorst waarin 5 van de 15 ongeescorteerde Halifaxes verloren gingen. Het was een missie met een hoge prijs waarin slechts 5 van alle bommen de Scharnhorst hadden geraakt waarvan er twee niet waren ontploft. De Scharnhorst had echter averij opgelopen en maakte 3000 ton water en liep kreupel de haven van Brest binnen voor reparaties.
    Na te hebben gediend bij No.78 Squadron, een Armstrong Whitworth Whitley-bommenwerpersquadron, vertrok Dawson naar No. 76 Squadron waarmee hij in november een complete tour maakte.
    Dawson werd aangesteld als Pilot Officer en was navigatieinstructeur totdat, na erop te hebben gestaan om terug te keren naar operationele missies, hij geplaatst werd bij No. 196 Squadron, een Shorts Stirling viermotorig bommenwerpersquadron. In de aanloop naar de invasie van Normandië op D-Day, verliet het squadron van Dawson zijn bombardeerrol om zich voor te bereiden op het afwerpen van parachutisten en het slepen van gliders. In de vroege uren van 6 juni 1944 navigeerde Dawson zijn Stirling om parachutisten af te werpen die de brug over de Orne nabij Caen moesten veroveren. De missie was voltooid en de Stirling keerde terug naar de basis en begon versterkingen -troepen en wapens- te bezorgen, gesleept in een estafette van gliders. Nadat de geallieerden hun opmars door Noordwest-Europa begonnen, keerde Dawson terug naar bombardeeroperaties.
    In september 1944 werd hij geselecteerd voor de Pathfinders force, wiens leider -Australiër van geboorte Air Vice-Marshal Don Bennett- Bomber Command scoutte voor z'n beste navigators. Dawson vloog als plaatsvervangend master bomber bij No. 7 Squadron, een Lancaster viermotorig bommenwerpersquadron in het offensief van Bomber Harris tegen Duitsland. De rol van Dawson was het markeren de doelgebieden voor de hoofdmacht.
    Nadat hij een navigatieleider was geworden als plaatsvervangend Squadron Leader, voltooide Dawson een derde tour. In 1945 had hij in totaal 74 vluchten gemaakt.
    Tegen het einde van 1945 verliet Dawson de RAF om te gaan werken bij Coates, de textielfirma. Maar hij raakte snel gedesillusioneerd in de burgermaatschappij en begin 1946 werd hem een permanente aanstelling verleend in de rang van Flight Lieutenant. Zijn navigatiegeloofsbrieven waren een ideale kwalificatie voor RAF Transport Command en hij hielp om langeafstands troepen- en voorraden routes naar het Verre Oosten te ontwikkelen.
    Na een korte periode bij de King's Flight, werkte Dawson bij het Ministerie van Luchtvaart bij navigatieafdelingen die opkwamen door de introductie van straaljagerbommenwerpers.
    In 1950 kwam hij bij het staff college op Bracknell ter voorbereiding van hogere benoemingen die hem naar Washington voerden als uitwisselingsfunctionaris bij de US Air Force naar de Joint Services Staff College en daarna terug naar de wereld van bommenwerpers als Wing Commander (operations) bij de nucleaire verdedigingsmacht en op Bomber Command hoofdkwartier.
    Meer benoemingen volgden in de jaren '60. Uiteindelijk diende Dawson bij de NAVO in Brussel en werkte aan wapenreductie-onderhandelingen met het Warschau-Pact. Hij ging in 1974 uit dienst van de RAF, en ging bij British Aerospace in Warton, Lancashire werken.
    In 1987 ging Dwason met pensioen en ging in Winchester wonen waar hij een fanatiek fondsenwerver was voor het Theatre Royal en lokale militaire musea. Hij voerde ook campagne voor het bewerkstelligen van geluidsreductie van vliegtuigen boven woonwijken.
    Als gepassioneerd voorvechter van behoud van het natuurschoon, sloot hij zich aan bij radicale milieugroeperingen die de Twyford Down verdedigden voor vernietiging door de verlenging van de M3.
    Dawson was een alom gerespecteerd persoon. Niet alleen publiceerde en produceerde hij het parochieblad in de Compton en Shawford-regio, ook bezorgde hij dat op z'n fiets. Hij was een enthousiast tuinier en hij won eens een prijs voor de mooist onderhouden tuin in Compton en Shawford; een prestatie waar hij erg trots op was.
    Group Captain Montagu Dawson overleed op 7 januari 2003. Hij was 83 jaar.

    Bevorderingen:
    24 november 1941: Sergeant;
    1 oktober 1942: Flying Officer;
    24 november 1943: Flight Lieutenant;
    17 december 1946 : Flight Lieutenant (permanent);
    1 juli 1950: Squadron Leader;
    1 juli 1956: Wing Commander;
    1 januari 1965: Group Captain.

    Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Sergeant
    Eenheid:
    No. 76 Squadron, Royal Air Force
    Toegekend op:
    30 januari 1942
    Aanbeveling:
    Deze vlieger heeft als waarnemer met grote bereidheid en plichtsbesef deelgenomen aan veel aanvallen op vijandelijk gebied. Bij veel gelegenheden werd zijn toestel beschadigd door luchtafweer of vijandelijke jagers, in het bijzonder tijdens een aanval overdag op La Pallice toen het grootste deel van het instrumentenpaneel en de voorruit werden weggeschoten en de staartschutter gewond raakte. Sgt. Dawson’s hardnekkighed bij het lokaliseren van het doel is voorbeeldig en ondanks vele vermoeiende ervaringen heeft hij grote opgewektheid, bereidheid en moed getoond.
    Distinguished Flying Medal (DFM)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Flight Lieutenant
    Eenheid:
    No. 196 Squadron, Royal Air Force
    Toegekend op:
    11 februari 1944
    Distinguished Flying Cross (DFC)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Acting Squadron Leader
    Eenheid:
    No. 7 Squadron, Royal Air Force
    Toegekend op:
    6 november 1945

    Tweede DFC ontvangen als gesp voor op het ling van de eerste DFC.
    Distinguished Flying Cross (DFC)

    Bronnen

    • - Supplement to The London Gazette Issue 35439 published on the 27 January 1942
      - Supplement tot The London Gazette Issue 36374 published on the 8 February 1944
      - Third Supplement to The London Gazette Issue 37337 published on the 2 November 1945
      - Flight Global - Archive
      - The Telegraph-Obituaries

    Foto