John “Killy” Kilmartin was de zoon van een boswachter en één van acht kinderen. Zijn vader stierf toen hij negen jaar was en hij werd naar Australië gevaren onder een plan genaamd ‘ Big Brother’ . Toen hij oud genoeg was, kreeg hij een baan bij een veebedrijf in New South Wales waar hij gedurende de Grote Depressie van de dertiger jaren bijna vijf jaar bleef. Toen vertrok hij naar een tante in Shanghai, China waar hij iets meer dan twee jaar als een klerk op de klantenafdeling van de Shanghai Gas Works werkte totdat hij in 1936 een advertentie zag voor een kort tijdelijk dienstverband bij de RAF. Hij solliciteerde en ontving een bevestiging na ongeveer drie maanden en vertok op de Trans-Siberië-express in het gezelschap van een groep Japanse sumoworstelaars die naar de Olymische Spelen in Berlijn gingen. Hij kreeg vliegles op een burgerschool in Perthshire, Schotland en werd toen in februari 1937 aangenomen door de RAF en volmaakte zijn opleiding bij No. 6 Flying Training School, Netheravon en kwam later dat jaar bij No. 43 Squadron.
Aan het begin van de oorlog pakte hij de mogelijkheid aan om naar No. 1 Squadron in Frankrijk te gaan. Dat was begin november 1939 en raakte betrokken bij de vroege gevechten van de eenheid en daarna bij de hevige gevechten van de ‘Blitzkrieg’ van mei 1940. Toen hij naar Engeland terugkeerde aan het eind van de maand werd hij bij No. 5 Operational Training unit geplaatst als instructeur tot augustus toen hij naar 43 Squadron terugkeerde als Flight Commander. Hier claimde hij meteen twee overwinningen voordat de eenheid werd teruggetrokken naar het noorden om uit te rusten. Na een overplaatsing naar 602 squadron hielp hij om No. 313 squadron te formeren, een Tsjechisch gevechtssquadron en werd daarna geplaatst in West-Afrika waar hij van maart tot augustus 1942 de commandant was van No. 128 Squadron.
Hij keerde eind dat jaar terug naar Engeland en werd geplaatst als boventallige bij No. 504 Squadron en werd daarvan commandant in januari 1943. In de loop van 1944 kreeg hij het bevel over No. 136 Wing die was uitgerust met Typhoons en bracht deze eenheid na de invasie naar Normandië.
Nadat de eenheid in juni werd ontbonden, ging hij naar het hoofdkwartier van de 2e Tactical Air Force waar hij bleef tot het einde van de Europese oorlog. Daarna diende hij in Birma met Thunderbolts en voerde het bevel over vliegveld Medan op Sumatra. Hij eindigde de oorlog met 12 of 13 toegekende overwinningen, 2 gedeeld en 1 beschadigd.
Na de oorlog werd hij geplaatst op verschillende posities binnen de NAVO tot juli 1958 toen hij de dienst verliet. Hij trouwde en streek neer in Devon waar hij gedurende 15 jaar een kippenboerderij had voordat hij die verkocht en gedurende 10 jaar verschillende delen van Europa bezocht. Daarna keerde hij terug naar Devon.
Bevorderingen:
15 juni 1937: Acting Pilot Officer on probation (seniority 31 mei 1937);
5 april 1938: Pilot Officer;
5 november 1939: Flying Officer;
?: Acting Flight Lieutenant;
5 november 1940: Flight Lieutenant;
16 december 1941: Temporary Squadron Leader;
8 januari 1944: Squadron Leader (war subs.);
?: Acting Wing Commander;
1 september 1945: Squadron Leader (permanent, seniority 1 januari 1945);
1 januari 1953: Wing Commander.
Loopbaan:
1937: No. 43 Squadron;
november 1939: No. 1 Squadron;
augustus 1940: Flight Commander No. 43 Squadron;
april 1941: Commanding Officer No. 602 Squadron;
?: No. 128 Squadron;
4 juni 1941 - 25 juni 1941: Flight Commander "A" Flight, No. 313 Squadron;
8 juli 1958: Pensioen.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!