Bob Braham werd op 6 april 1920 in Holcombe, Somerset geboren. Zijn vader was een predikant en een doctor in de filosofie die in de Eerste Wereldoorlog had gediend als piloot in het Royal Flying Corps. In december 1937 solliciteerde Braham voor een kort verband-aanstelling bij de RAF en werd aangenomen. Hij ontving zijn ‘wings’ in augustus 1938. Begin 1939 werd hij bij No. 29 Blenheim Squadron geplaatst (nachtjagers) waar hij zijn eerste operationele vlucht uitvoerde. Hier, in de nacht van 24 augustus 1940 gedurende de Slag om Engeland, schoot hij zijn eerste vijandelijke vliegtuig neer. Het squadron werd uitgerust met Beaufighters MK IFs met radar. Hij zou 19 vijandelijke vliegtuigen neerschieten met Beaufighters. Flight Lieutenant Guy Gibson, die later bekend zou worden als de leider van de Dam Busters, was zijn Flight Commander. In maart vernietigde hij zijn tweede vijandelijke vliegtuig, een Dornier 17Z. Het squadron werd verplaatst naar West Malling in Kent. Hieruit ontwikkelde hij zijn exceptionele nachtjagerkwaliteiten en begon een samenwerking met twee observatoren die veel aan zijn successen zouden bijdragen: "Sticks" Gregory en "Jacko"Jacobs. Tegen november 1941 had hij 7 vijandelijke vliegtuigen vernietigd. Hij werd uit actieve dienst genomen en werd overgeplaatst naar no. 51 Operational Training Unit (OTU) op Cranfield als nachtjagerinstructeur. Hij werd weer teruggeplaatst bij No. 29 Squadron in juli 1942 waar ze nog steeds met Beaufighters vlogen. Hij vloog met zijn observator "Jacko"Jacbobs en vernietigde 1 en beschadigde 3 vijandelijke vliegtuigen in augustus. Tegen het einde van oktober had hij 12 vijandelijke vliegtuigen vernietigd met 1 waarschijnlijke vernietiging en 4 beschadigd. Hij kreeg het commando van No. 141 Squadron. Zijn observator, Flying Officer Gregory DCF DFM, werd bij hem geplaatst. Door zijn voorbeeld, toewijding en moed was hij in staat om het Squadron van een defensieve naar een offensieve rol te laten veranderen. Tegen deze tijd was hij was slechts 22 jaar oud. Vanaf februari 1943, ondanks nieuwe bemanningen trainend, drong Braham aan op een offensiever en agressievere rol voor het Squadron. Ze voerden nachtpatrouilles uit boven Groot-Brittannië en onderscheppingpatrouilles bij dag in de Baai van Biskaje en de Atlantische kustgebieden. Braham voerde dit soort vluchten als eerste uit en ging door met aanvallen op treinen, stations, gemotoriseerde transporten en andere gronddoelen. Op zee beschadigde hij een u-boot, torpedoboot en een e-boot. Zijn eigen vliegtuig werd aangevallen door een vijandelijke jager en werd ook door flak vanaf de schepen geraakt maar zonder verwonding aan hemzelf of zijn observator Flight Sergeant Blackburn. In mei 1943 werd het squadron verplaatst naar Wittering en de Beaufighters werden met nieuwe radarsystemen uitgerust die de radarsignalen opvingen die werden uitgezonden door de Duitse nachtjagers. Braham, nu weer met zijn oude observator "Sticks" Gregory had meteen succes door een Me 110 boven Nederland te vernietigen. Tegen de tijd dat hij in oktober vertrok bij No. 141 Squadron was zijn score 20 vernietigd plus 1 waarschijnlijk en 6 beschadigd en schreef hij: ’Mijn band met mijn eerste liefde, No. 141 Squadron, was nu voor goed verbroken en daarmee de kameraadschap die ik doorvoor nooit kende.’ Hij volgde een stafcursus van oktober 1943 tot februari 1944 en werd daarna overgeplaatst naar No. 2 Groep Berkshire als Wing Commander Night Operations. Alhoewel hij op het hoofdkwartier een stafofficier was, was Braham in staat om een aantal vluchten te maken bij diverse eenheden van het squadron. Tegen de tijd dat hij op 25 juni 1944 werd neergeschoten had hij 15 vluchten uitgevoerd boven Frankrijk, Denemarken en Duitsland. Eén keer volgden en vielen hij en zijn observator "Sticky" Gregory een FW190 aan die erg laag bij de grond vloog in een poging om te ontsnappen. Braham vloog zo laag dat de punten van zijn propellers door een heuvel verbogen raakte. Hij werd aangevallen door een Me109 die zijn vliegtuig ernstig beschadigde maar hij zette door en vernietigde de FW190. Vervolgens werd hij geraakt door flak maar slaagde met grote vaardigheid erin om met de Mosquito een noodlanding op het water maken en werd gered door een Motor Torpedo Boot.
Bob Braham zette zijn carriere voort zowel bij de Royal Air Force als bij De Royal Canadian Air Force en ging 48 jaar jong met pensioen. Hij nam een baan aan bij de Canadian Department of Indian Affairs in 1968.
Op Oudejaarsavond, in december 1973 werd hij plotseling ziek en er werd bij hem een inoperabele hersentumor ontdekt. Hij stierf in het ziekenhuis in Halifax op 7 februari 1974, 53 jaar oud. Er werd geen begrafenis of crematie gehouden omdat hij zijn lichaam ter beschikking had gesteld voor medisch onderzoek. Op 13 februari werd een herdenkingsdienst in Halifax gehouden.
Group Captain Bob Braham was de hoogste onderscheiden gevechtspiloot in de RAF en de luchtmachten van het Britse Gemenebest in de Tweede Wereldoorlog. Met de na-oorlogse onderscheiding het Air Force Cross (toegekend op 1 januari 1950), wordt hij beschouwd als de hoogst onderscheiden Britse militair.
November 1941: bevorderd tot Flight Lieutenant.
Juli 1942: bevorderd tot Squadron Leader.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!