TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Kuppisch, Herbert

    Geboortedatum:
    10 december 1909 (Hamburg, Duitsland)
    Overlijdensdatum:
    27 augustus 1943 (Sargassozee, Midden Atlantische Oceaan)
    Nationaliteit:
    Duitse

    Biografie

    Herbert Kuppisch werd op 10 december 1909 geboren in Hamburg en hij begon zijn marinecarrière in oktober 1933. Tijdens zijn vormingsjaren diende hij onder andere op de lichte kruisers Leipzig en Köningsberg. In september 1935 maakte hij met de rang van Oberfähnrich zur See de overstap naar de onderzeebootvloot. Tijdens zijn opleidingsjaren was hij 2e Officier van de Wacht op de U 2, U 29, U 9 en de U 23 en na de voltooiing van zijn commandantenopleiding stelde hij op 4 februari de U 58 (Type II C) in dienst er werd tevens commandant van dit schip.

    Herbert Kuppisch eerste 3 patrouilles met de U 58 waren tussen 25 augustus 1939 en 5 december 1939. In deze periode vertrok hij vanuit Wilhelmshaven en Kiel naar de Noordzee. Hij was in deze periode in totaal 42 dagen op zee, werd tijdens zijn 2e patrouille tot Kapitänleutnant bevorderd en na terugkomst van zijn 3e patrouille onderscheiden met het Eisernes Kreuz 2. Klasse. (IJzeren Kruis 2e Klasse)

    Kuppisch zijn 4e patrouille begon op 27 december 1939, duurde 13 dagen en wist hij succesvol af te sluiten. Hij vertok op 27 december vanuit Kiel richting het gebied van de Britse oostkust en bracht op 1 januari 1940 zijn eerste schip tot zinken. Dit was het 1.951 BRT metende neutrale Zweedse vrachtschip Lars Magnus Trozelli. Op 3 januari brengt hij ook nog het 2.475 BRT metende Zweedse vrachtschip Svartön met 1 torpedo tot zinken. Dit schip behoorde tot het HN-6 konvooi. Op 8 januari keerde hij terug in Kiel.

    Zijn 5e patrouille begon op 20 januari 1940. Hij vertrok op 20 januari vanuit Kiel en arriveerde 6 dagen later op 25 januari in Wilhelmshaven. Op deze patrouille wist hij geen vijandelijke schepen tot zinken te brengen.

    Zijn 6e patrouille begon op 27 januari 1940, duurde 13 dagen en wist hij met een klein succesje af te sluiten. Hij vertrok op 27 januari vanuit Wilhelmshaven weer richting de Britse oostkust en bracht op 3 februari het kleine Estlandse vrachtschip Reet (815 BRT) tot zinken. Op 8 februari keerde hij terug in Wilhelmshaven.

    Kuppisch zijn 7e patrouille begon op 31 maart 1940 en duurde 34 dagen. Hij vertrok op 31 maart vanuit Wilhelmshaven richting de Noorse kust en arriveerde zonder vijandelijke schepen tot zinken te hebben gebracht op 3 mei in Kiel. Een dag na zijn aankomst werd hij onderscheiden met het Eisernes Kreuz 1. Klasse (IJzeren Kruis 1e Klasse) en het U-Boot Kriegsabzeichen.

    Kuppisch zijn 8e en laatste patrouille met de U 58 begon op 27 mei 1940, duurde
    22 dagen en wist hij succesvol af te sluiten. Hij vertrok op 27 mei vanuit Kiel naar de Noordzee en kreeg op 1 juni een alleenvarend schip in zicht. Dit was het 8.401 BRT metende Britse vrachtschip HMS Astronomer. Dit vrachtschip was in dienst bij de Britse Marine en Kuppisch bracht dit schip met meerdere torpedo’s tot zinken. Op 17 juni keerde hij terug in Kiel.

    Na zijn terugkomst op 17 juni in Kiel nam hij afscheid als commandant van de U 58 en stelde hij op 10 augustus 1940 de grotere U 94 (Type VII C) in dienst. De eerste 2 maanden was een trainingsperiode voor de bemanning van de U 94 en op 20 november werd de onderzeeboot operationeel als frontboot.

    Kuppisch 9e patrouille en 1ste met de U 94 begon op 20 november 1940, duurde 42 dagen en wist hij succesvol af te sluiten. Hij vertrok op 20 november vanuit Kiel naar de Noord Atlantische Oceaan en kreeg op 2 december het HX-90 konvooi in zicht. Dit 49 schepen tellende konvooi was op weg van Halifax (Amerika) naar Groot-Brittannië. Vroeg in de avond brengt Kuppisch het 6.022 BRT metende Britse vrachtschip Stirlingshire tot zinken en vervolgens later op de avond nog het 6.725 BRT metende Britse vrachtschip Wilhelmina. Op 11 december ziet hij het Britse vrachtschip Empire Statesman varen en brengt dit schip met torpedo’s tot zinken. Dit 5.306 BRT metende vrachtschip was een achterblijver uit het SLS-56 konvooi. Op 31 december arriveert Kuppisch in Lorient. (Frankrijk)

    Zijn 10e patrouille begon op 9 januari 1941, duurde 42 dagen en deze patrouille wist hij ook succesvol af te sluiten. Op 9 januari vertrok hij vanuit Lorient weer naar de Noord Atlantische Oceaan, waar hij op 20 januari ten noordwesten van Ierland op een alleen varend schip stuit. Dit was het 3.174 BRT metende Britse vrachtschip Florian. Nadat hij de Florian tot zinken heeft gebracht vervolgd Kuppisch zijn tocht en maakt hij op 29 januari kontact met achterblijvers uit het SC-19 konvooi. Het Britse vrachtschip West Wales (4.353 BRT ) wordt Kuppisch eerste slachtoffer. Nadat hij dit schip met torpedo’s tot zinken heeft gebracht, worden de rollen omgedraaid en wordt hij door een Britse torpedobootjager aangevallen. Nadat hij meerdere dieptebomaanvallen heeft overleefd, brengt hij op 30 januari een andere achterblijver uit hetzelfde konvooi tot zinken. Dit was het 5.125 BRT metende Britse vrachtschip Rushpool. Op 19 februari keerde hij terug in Lorient.

    Zijn 11e patrouille begon op 29 maart 1941, duurde 21 dagen en ook deze patrouille wist hij succesvol af te sluiten. Hij vertrok op 29 maart vanuit Lorient naar het gebied ten zuidwesten van IJsland in de Noord Atlantische Oceaan. Hier komt hij op 4 april uit het verspreidde SC-26 konvooi het 5.414 BRT metende Britse vrachtschip Harbledown tegen en brengt dit schip vervolgens tot zinken. Twee dagen later ziet Kuppisch de 5.580 BRT metende Noorse tanker Lincoln Ellsworth varen en brengt dit alleen varende schip met 1 torpedo tot stoppen en vervolgens met het dekgeschut tot zinken. Op 18 april keerde hij terug in Lorient.

    Kuppisch zijn 12e en meest succesvolle patrouille begon op 29 april 1941 en duurde 37 dagen. Hij vertrok op 29 april vanuit Lorient naar het gebied ten zuidoosten van Groenland in de Noord Atlantische Oceaan. Op 7 mei krijgt hij het 38 schepen tellende OB-318 konvooi in zicht. Dit konvooi was op weg van Liverpool naar Amerika. Even na 23:00 vuurt Kuppisch een salvo van 4 torpedo’s af op het konvooi en brengt met dit salvo 2 vrachtschepen tot zinken. Dit waren het 5.658 BRT metende Noorse vrachtschip Eastern Star en het 10.263 BRT metende Britse vrachtschip Ixion.
    Op 14 mei wordt Kuppisch na dit succes onderscheiden met het Ritterkreuz des Eisernes Kreuz. (Ridderkruis bij het IJzeren Kruis) Een kleine 2 weken na zijn laatste succes krijgt hij het HX-126 konvooi in het vizier en brengt op 20 mei twee schepen uit dit konvooi tot zinken. Dit waren de 6.128 BRT metende Noorse tanker John P. Pedersen en het 4.718 BRT metende Britse vrachtschip Norman Monarch. Op 4 juni arriveerde hij in St. Nazaire. (Frankrijk)

    Kuppisch zijn 13e en tevens laatste patrouille met de U 94 begon op 12 juli 1941. Hij vertrok op 12 juli vanuit St. Nazaire naar het gebied ten westen van Gibraltar in de Atlantische Oceaan. Hij keerde na 36 dagen op zee te zijn geweest op 16 augustus 1941 terug in St. Nazaire. Op deze patrouille wist hij geen vijandelijke schepen tot zinken te brengen. Na zijn terugkomst neemt hij afscheid als commandant van de U 94 en vervult hij ruim een jaar lang een stafpositie binnen de BdU en het OKM. Op 1 juli 1943 neemt hij het commando van de U 847 (Type IXD 2) over en geeft hiermee zijn stafpositie weer op.

    Kuppisch zijn 14e patrouille en 1ste met de U 847 was van korte duur. Hij vertrok op 6 juli 1943 vanuit Kiel en kwam op 20 juli na 15 dagen op zee te zijn geweest aan in Bergen. (Noorwegen)

    Herbert Kuppisch zijn 15e en tevens laatste patrouille begon op 29 juli 1943 en duurde 30 dagen. Hij vertrok op 29 juli vanuit Bergen op een bevoorradingsmissie naar de Sargasso Zee in de Atlantische Oceaan. In de periode van 12 tot 23 augustus wist hij hier nog 7 andere U-boten van brandstof te voorzien en ging hierna op weg richting de Indische Oceaan. Tijdens zijn tocht naar de Indische Oceaan werd de U 847 met “Fido” torpedo’s aangevallen door een Amerikaanse Avanger en een Amerikaanse Wildcat, die waren opgestegen van het Amerikaanse escorte vliegdekschip USS Card. Kuppisch werd tijdens deze luchtaanval tesamen met de U 847 en zijn gehele bemanning (62) tot zinken gebracht.

    Kapitänleutnant Herbert Kuppisch was in totaal 338 dagen op zee en bracht 16 schepen (82.108 BRT) tot zinken.

    Bevorderingen:

    01-01-1934 Fähnrich zur See
    01-06-1934 Obermaat
    01-09-1935 Oberfähnrich zur See
    01-01-1936 Leutnant zur See
    01-10-1937 Oberleutnant zur See
    01-11-1939 Kapitänleutnant

    Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Oberleutnant zur See
    Eenheid:
    II Wachoffizier U 9
    Toegekend op:
    4 oktober 1937
    Dienstauszeichnung der Wehrmacht 4.Klasse, 4 Jahre
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Kapitänleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    Kommandant U 58 / 1.Unterseebootsflottille "Emsmann"
    Toegekend op:
    5 december 1939
    Eisernes Kreuz 2. Klasse
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Kapitänleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    Kommandant U 58 / 1.Unterseebootsflottille "Emsmann"
    Toegekend op:
    20 december 1939
    Medaille zur Erinnerung an den 1. Oktober 1938
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Kapitänleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    Kommandant U 58 / 1.Unterseebootsflottille "Weddingen"
    Toegekend op:
    4 mei 1940
    Eisernes Kreuz 1. Klasse
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Kapitänleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    Kommandant U 58 / 1.Unterseebootsflottille "Weddingen"
    Toegekend op:
    4 mei 1940
    U-boot Kriegsabzeichen (ohne Brillianten)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Kapitänleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    Kommandant U 58 / 1.Unterseebootsflottille "Weddingen"
    Toegekend op:
    18 juni 1940
    Wehrmachtbericht
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Kapitänleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    Kommandant U 94 / 7.Unterseebootsflottille "Wegener"
    Toegekend op:
    9 mei 1941
    Wehrmachtbericht
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Kapitänleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    Kommandant U 94 / 7.Unterseebootsflottille "Wegener"
    Toegekend op:
    14 mei 1941
    Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes

    Bronnen

    Foto