Charles Williams werd op 28 maart 1921 geboren in Butler, Illinois als zoon van Charles en Bertha Willaims. Hij was het oudste kind en had nog twee jongere zusse, Lorena en Betty. Na zijn opleiding werkte hij bij het Civilian Conservation corps, een werkprogramma voor jonge mannen uit werkloze gezinnen en werd later ingehuurd bij een groep in dienst van de New York Central Railroad. Op 24 augustus 1940 huwde hij met Irene Brown en werd de vader van haar dochter Marla Mae.
Hij werd opgeroepen voor militaire dienst op 14 december 1943 met het nummer 36779848 en kwam eerst terecht bij het Infantry Replacement Training Centre in Anniston, Alabama en verbleef in Fort McClellan. Na zijn opleiding en een kort verlof werd hij ingescheept voor Euroipa. Hier werd hij ingedeeld bij K Company, 3rd Battalion, 112th Infantry Regiment, 28th Infantry Division, First U.S. Army. Met deze eenheid vocht hij zijn weg door Frankrijk en nam hij deel aan de overwinningsparade in Parijs. Op 1 november 1944 werd de divisie aangewezen voor de doorgang door het Hürtgenwoud in Duitsland. Op 2 november was het 3rd Battalion de opdracht verleend het dorp Vossenack aan te vallen. Een zware slag ontvouwde zich en op 3 november werd K Company verplaatst naar verdedigende posities tussen de dorpen Schmidt en Kommerscheidt. Op 4 november lanzeerden de Duitser met de 116.Panzer-Division en de 89.Infanterie-Division een tegenaanval die werd voorafgegaan door een hele zware artillerie en mortier barrage. Een deel van de 3rd Battalion wist te ontsnappen naar Kommerscheidt, maar grote delen van K en L Company, waaronder Charles Williams werden bij Schmidt afgesneden. Ze vochten een felle strijd uit voor de volgende vier dagen. Op 5 november trachtten Amerikaanse tanks de troepen te ontzetten maar zij kwamen vast te zitten in de modder. Toen op 8 november een vernieuwde Duitse tegenaanval de Amerikaanse troepen bij Schmidt terug drong moesten de Amerikanen hun eenheden bij Schmidt en Kommerscheidt terugtrekken. De overblijfselen van K en L Company gelukte het te ontkomen, maar Private First Class Charles Williams Jr. was hier niet bij. Het is onduidelijk wat er precies gebeurde met de vastzittende manschappen van de twee compagnies. Duitse rapporten geven aan dat 133 man gevangen werden genomen en de rest vernietigd. De manschappen werden opgegeven als vermist tijdens de strijd.
Charles zijn vrouw ontving op 26 november 1944 een officieel schrijven dat haar man werd vermist. In maart 1945 werd een brief van de Adjutant General ontvangen dat Charles bij de strijd om het leven was gekomen. Pas na diverse verzoeken werd op 17 september 1946 een officieel schrijven ontvangen van het War Department. Pas toen werd ontdekt dat hij om het leven was gekomen door zijn wonden opgelopen tijdens een artillerie en mortier aanval.
Charles Williams was eveneens gerechtigd tot het dragen van het lint van de Meritious Unit Citation welke was toegekend aan de 28th Infantry Division.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!