Roelof Overakker is geëxecuteerd te Fort De Kock op 9 januari 1945, Nederlands-Indië.
Onderscheidde zich in de strijd tegen de vijand zowel als in krijgsgevangenschap, door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw. Na de capitulatie van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger besloot hij, ondanks herhaalde en uitdrukkelijke radiografische aanzegging de strijd te staken, deze met de hem ter beschikking staande troepen van Midden- en Noord-Sumatra voort te zetten en heeft hij de strijd tegen de beter bewapende en overmachtige vijand niet opgegeven, dan nadat de verdere voortzetting daarvan met zijn zwaar gehavende en vermoeide troepen slechts nutteloos bloedvergieten zou hebben betekend.
Ook nadat het beëindigen van de strijd heeft hij als krijgsgevangenen een fiere en waardige houding tegenover de Japanners bewaard en standvastig geweigerd aan troepen, welke nog actie voerden, opdracht te geven de wapens neer te leggen. Zodra mogelijk organiseerde hij een ondergrondse verzetbeweging ten doel hebbende inlichtingen omtrent ’s vijands bewegingen te verzamelen, vrouwen en kinderen te helpen en te beschermen voorbereidingen te treffen voor het wederinstellen van het Nederlands Gezag bij eventueel terug trekken der Japanners en het vormen van ondergrondse strijdorganisaties uit ondergedoken militairen van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger om bij een landing van Geallieerde troepen de vijand op zijn verbindingen en in de rug te kunnen bestrijden.
Generaal Overakker, die alle verantwoordelijkheid van daden van zijn ondergeschikten op zich nam, werd wegens deze handelingen bij vonnis van een zogenaamde krijgsraad van het Japanse Leger te Fort de Kock op 9 januari 1945 ter dood gebracht.
R.T.Overakker is postuum bij geschreven in het register bij K.B. no.15 d.d. 25 juli 1951.