Werner Duver bereikte uiteindelijk de rang van Oberstleutnant.
Werner Duve ging op 1 oktober 1930 als politiestudent naar de politieschool van Frankenstein in Silezië. Op 1 oktober 1931 werd hij bevorderd tot sergeant van politie en overgeplaatst naar de bereden staatspolitie honderd in Breslau. Op 15 oktober 1935 werd hij toegelaten tot de Wehrmacht en overgeplaatst naar de 7e Compagnie van het 84e Infanterieregiment. Op 1 november 1937 werd hij bevorderd tot sergeant-majoor, op 1 juni 1938 werd hij bevorderd tot sergeant-majoor. Op 26 augustus 1939 werd hij overgeplaatst naar de 7th Company van het 164 Infantry Regiment. Benoemd tot officierskandidaat op 1 juli 1940, werd hij op dezelfde dag overgeplaatst naar de 6th Company of 164 Infantry Regiment als pelotonscommandant. Op 21 augustus 1940 werd hij bevorderd tot luitenant en eerste luitenant en op 23 oktober 1940 tot chef van de 6th Company. Op 5 januari 1942 werd hij in zijn schouder geschoten en naar een ziekenhuis gebracht. Op 16 maart 1942 werd hij compagniescommandant van de herstellende compagnie in Infantry Replacement Battalion 164. Op 8 april 1942 werd hij bevorderd tot kapitein. Van 15 augustus 1942 tot 20 april 1943 was hij leider van het II. Bataljon van Grenadier Regiment 164. Op 21 april 1943 was hij leider van het II. Bataljon van Grenadier Regiment 676. Op 6 augustus 1943 werd hij benoemd door een grote splinter gewond aan de rechter enkel, maar bleef bij de troepen. Een dag later werd hij gewond in het gezicht met een grote splinter. Op 20 september 1943 werd hij onderscheiden met het Duitse Kruis in Goud. Op 8 december 1943 was hij toen commandant van het 2de Bataljon van het 676 Grenadier Regiment, vanaf 20 april 1944 het 2de/Grenadier Regiment 164. Op 20 februari 1944 werd hij bevorderd tot majoor. Op 10 augustus 1944 werd hij overgeplaatst naar de Führerreserve van het OKH en op 23 oktober 1944 leider van het Grenadier Regiment 183. Tijdens het Ardennenoffensief onderscheidde hij zich met zijn regiment en leverde een beslissende bijdrage aan de verovering van St. Vith. Hiervoor werd hij op 2 februari 1945 onderscheiden met het Ridderkruis. Op 3 maart 1945 werd hij dodelijk gewond in Schneppenheim, ten noordoosten van Euskirchen.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!