De majoor Landzaat was commandant van I-8.RI en reeds tijdens de mobilisatie bekend geworden als een formeel en zeer plichtsgetrouw officier. Vooroorlogs had hij zijn echtgenote reeds kenbaar gemaakt zijn taak als bataljonscommandant zodanig serieus te nemen dat de de verdediging van de Grebbeberg voor hem buigen of barsten zou betekenen. Tijdens de oorlogsdagen toonde deze bataljonscommandant van 8.RI zich buitengewoon actief en onbevreesd, verscheen hij enkele malen in de loopgraven van zijn eenheden om hen een hart onder de riem te steken, maar hen ook op datzelfde hart te drukken dat men onversaagd de stellingen diende te houden. Standhouden was het én zijn devies. Toen de strijd op 13 mei rond het middaguur zijn commandopost in Ouwehand bereikte, gaf hij zelf met volle overtuiging invulling aan zijn opdracht. In het paviljoen bij zijn CP nam hij met enige officieren en manschappen stelling, gaf hij krachtdadig leiding aan die verdediging tegen de steeds toenemende Duitse aanvalsdrang en zond tenslotte alle overlevenden weg na hen te hebben bedankt voor de bewezen diensten en toewijding. Alleen bleef de majoor achter in het inmiddels zwaar aangetaste paviljoen. Wat nadien is geschied, is slechts gissen. Zijn stoffelijke resten werden na de strijd aangetroffen in de puinhopen van het uitgebrande paviljoen. Zijn lichaam was zodanig aangetast door de brand, dat zijn stoffelijke resten verspreid waren over een aanzienlijk gebied.
Overzicht van bevorderingen
2e Luitenant: 15 september 1909.
1e Luitenant: 15 september 1913.
Kapitein: 1 mei 1927.
Majoor: 1 februari 1937.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!