Voor de Tweede Wereldoorlog werkte Jack Maskall voor de Cambridge Instrument Company, huwde met Doris en kregen beide een dochter. In mei 1939 meldde hij zich vrijwillig bij het RAFVR als AC2. Op 3 september 1939 werd hij gemobiliseerd als telegrafist en luchtschutter. In november 1940 volgde hij zijn opleiding voor telegrafist bij de No. 1 Signals School te Hamble, waar hij afstudeerde op 19 december 1940. Tussen 2 februari en 14 maart 1941 nam hij deel aan de No.4 Bombing and Gunnery School te West Freugh. Hierna werd hij gepromoveerd tot Temporary Sergeant. Rond Juni werd hij omgeschoold voor twee motorige toestellen bij de No. 4 Squadron 12 OUT, Benson op de Avro Anson en bij No. 1 Squadron 12 OUT op de Vickers Wellington. Hierna werd hij geplaatst bij de No. 57 Squadron, vliegend op de Vickers Wellington met de rang van Sergeant. Na 33 operationele vluchten werd hij overgeplaatst naar de No. 1483 Training Flight te Marham in mei 1942. Tegen juli 1942 werd hij Pilot Officer. Hij bleef bij deze eenheid tot mart 1944. De eenheid nam ook deel aan vele operationele vluchten. In januari 1943 werd hij gepromoveerd tot Flying Officer.
Maskall werd overgeplaatst naar No 161 (Special Duties) Squadron in maart 1944. Hier werd hij transporteur voor Geheime Agenten in mei 1944. Tijdens een vlucht met Lockheed Hudson 3 V9155 ‘Q’ for Queenie op 1 juni 1944 werd het toestel neergeschoten, waarbij bemanning en passagiers om het leven kwamen. Vanwege de SOE en SIS vluchten duurde het nog ruim 30 jaar voordat verdere details over zijn werk naar boven kwamen.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!