Ferdinand Sauerbruch was een succesvolle Duitse chirurg, vanaf 1927 en tijdens de Tweede Wereldoorlog verbonden aan het Berlijnse Charité academische ziekenhuis. Vanwege zijn verdiensten voor de medische wetenschap was hij één van de toonaangevende artsen van het begin van de twintigste eeuw.
Na zijn promotie in de geneeskunde in 1902 werkte hij als arts op de chirurgische afdeling van verschillende Duitse ziekenhuizen en in Zürich, Zwitserland. Vanaf 1908 was hij als professor in dienst als chef van de chirurgische polikliniek in Marburg, waarna hij in 1910 werd benoemd tot directeur van het universiteitsziekenhuis in Zürich. In 1914 meldde hij zich vrijwillig voor militaire dienst in het Duitse leger en werd hij aangesteld als consulterend chirurg in het 15. Armeekorps. Vanaf 1915 was hij actief in het chirurgisch ziekenhuis van Greifswald en chef van een militair hospitaal waarin veel amputaties werden doorgevoerd. Na de oorlog was hij eerst werkzaam in de universiteitskliniek van München, daarna vanaf 1927 als chef van de chirurgische universiteitskliniek van het Charité.
Tijdens zijn medisch-wetenschappelijke carrière ontwikkelde Sauerbruch baanbrekende technieken voor de uitvoering van borstkas- en buikoperaties en de operatieve behandeling van longtuberculose. Ook ontwikkelde hij voor oorlogsgewonden een handprothese, de ‘Sauerbruchhand’, waarvan de vingers door de patiënt willekeurig bewogen konden worden. In 1931 voerde hij de eerste geslaagde operatie uit ter behandeling van een hersenaneurysma.
Als hoog aangeschreven arts behandelde Sauerbruch onder andere Joseph Goebbels en Paul von Hindenburg. Sinds 1920 kende hij Hitler persoonlijk, maar lid van de NSDAP werd hij nooit. Ten tijde van de naziperiode vielen vele loftuitingen hem ten deel. In 1937 werd hij op de rijkspartijdag onderscheiden met de eerste Nationalpreis für Kunst und Wissenschaft, het nazi-equivalent van de Nobelprijs. Als Generalarzt ontving hij in oktober 1943 het Ritterkreuz des Kriegsverdienstkreuzes mit Schwertern.
Sauerbruchs rol ten tijde van het nazitijdperk is omstreden. Als bestuurder van het Deutschen Forschungsgemeinschaft stemde hij in met de financiering van medische experimenten op menselijke proefpersonen in de concentratiekampen. Hij was echter geen antisemiet en had connecties met de uitvoerders van de aanslag op Hitler op 20 juli 1944 en was op de hoogte van de plannen hiervoor. Zijn zoon Peter werd na de aanslag gearresteerd als bekende van aanslagpleger Claus von Stauffenberg.
Na de oorlog was hij vanaf 1946 tot 1949 in de Sovjetbezettingszone van Berlijn lid van de wetenschappelijke afdeling van de gezondheidsafdeling van het militaire bezettingsbestuur. Tot zijn dood voerde hij operaties uit, hoewel hij door zijn dementie daar eigenlijk niet meer capabel genoeg voor was. Op 2 juni 1951 stierf hij in Berlijn.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!