TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Guggenberger, Friedrich ('U-28' 'U-81')

    Geboortedatum:
    6 maart 1915 (München/Beieren, Duitsland)
    Overlijdensdatum:
    13 mei 1988 (Erlenbach am Main/Beieren, Duitsland)
    Nationaliteit:
    Duitse

    Biografie

    Friedrich Guggenberger sloot zich op 26 september 1934 als Seekadett (officier in opleiding) aan bij de marine. In oktober 1939, kort na het uitbreken van de oorlog liet hij zich als Oberleutnant zur See overplaatsen naar de onderzeedienst. Na de gebruikelijke training kwam hij als wachtofficier aan boord van de U-28 onder commandant Günter Kuhnke. Nadat hij zichzelf voldoende had bewezen nam Guggenberger op 16 november 1940 het bevel over van de U-28 en leidde hij de onderzeeboot tot 11 februari 1941 in een opleidingsflottielje.
    Op 26 april 1941 werd de U-81 in gebruik genomen die behoorde tot 1. Unterseebootsflottille met thuisbasis Kiel. Guggenberger werd de nieuwe commandant.

    Op zijn eerste drie patrouilles in de Noord Atlantische Oceaan behaalde hij geen successen. Op 13 augustus 1941 verliet hij met de U-81 Trondheim, Noorwegen om naar de nieuwe basis van de 1. Unterseebootsflottille in Brest, Frankrijk te varen. Onderweg onderschepte hij met succes een Geallieerd konvooi en bracht hij twee koopvaardijschepen, de Empire Springbuck en de Sally Maersk, met een bescheiden totaal gewicht van 9,000 ton, tot zinken. In september 1941 promoveerde hij tot Kapitänleutnant. Na een rustige vijfde patrouille vanuit Brest kreeg hij op 4 november 1941 orders om naar het Middenlandse Zee gebied te vertrekken. Nadat hij de U-81 succesvol door de straat van Gibraltar had geloodsd kwam hij in de nacht van 11 op 12 november boven water. Hij was nog maar net in het gebied aangekomen toen hij naar een groep Britse oorlogsschepen werd geleid die ontdekt waren door Italiaanse patrouillevliegtuigen. Het bleek Force H te zijn met o.a. het slagschip HMS Malaya en het vliegdekschip HMS Ark Royal. Op 13 november naderde Guggenberger het vijandelijke eskader en torpedeerde hij het vliegdekschip HMS Ark Royal dat om 15:41 uur werd geraakt aan stuurboord, dicht bij het ketelruim. Het schip maakte onmiddellijk slagzij maar door het overpompen van brandstof kwam het schip weer recht te liggen. De schade was echter zo ernstig dat kapitein Loben E.H. Maund alle officieren en bemanningsleden van boord liet gaan. Uiteindelijk kapseisde en zonk de HMS Ark Royal de volgende dag om 06:13 uur met wonderlijk genoeg maar een dodelijk slachtoffer. Guggenberger arriveerde met de U-81, na 36 dagen op zee te hebben doorgebracht, op 10 december 1941 in La Spezia, Italië. Voor het laten zinken van HMS Ark Royal (22,600 ton) ontving hij op dezelfde dag het Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes.

    Friedrich Guggenberger deed daarna nog 6 patrouilles in het Middenlandse zeegebied, waarbij hij diverse keren succesvol was. In april 1942 bracht hij o.a. de Britse tanker Caspia (6,018 ton) tot zinken en op 10 juni 1942 torpedeerde hij de Britse Marine tanker Brambleleaf (5,917 ton) die fatale averij opliep.

    Op 5 oktober 1942 vertrok hij uit La Spezia voor zijn elfde patrouille die 6 weken zou duren. Tijdens deze patrouille bracht hij de Britse vrachtschepen Garlinge van 2,012 ton en de Maron van 6,487 ton tot zinken. Guggenberger’s laatste patrouille met de U-81 was op 24 november 1942 van La Spezia naar Pola waar hij na bijna vier weken aankwam en die hem geen succes had opgeleverd.

    Op 24 december 1942 gaf hij het bevel over de U-81 over aan Oberleutnant zur See Johann-Otto Krieg. Op 8 januari 1943 ontving hij het Ritterkreuz mit Eichenlaub. Voordat hij voor een periode van drie maanden staflid werd van de Befehlshaber der U-boote (BdU) Admiraal Karl Dönitz kreeg Guggenberger eerst nog voor een kortstondige periode het bevel over de U-847, een onderzeeboot van het type IXD2.

    Op 15 mei 1943 nam hij het bevel over de U-513 van Korvettenkapitän Rolf
    Rüggeberg over en verliet op 18 mei Lorient. Zijn eerste patrouille bracht hem naar de Braziliaanse kust en onderweg raakte hij vijf schepen, waarvan er vier zonken en één beschadigd werd. Drie dagen nadat hij op 16 juli het Amerikaanse koopvaardijschip Richard Caswell van 7,177 ton had getorpedeerd hield zijn geluk op. De U-513 werd aan de oppervlakte door een Amerikaans vliegtuig ontdekt en tot zinken gebracht. Guggenberger, zwaar gewond en 6 andere overlevenden verbleven een dag op een reddingsvlot waarna ze ontdekt werden door de Amerikaanse torpedobootjager USS Barnegate Na een lang verblijf in het ziekenhuis werd hij in januari 1944 naar een krijgsgevangenenkamp bij Phoenix, Arizona, U.S.A. overgebracht. Hij wist op 12 februari met vier andere U-boat commandanten te ontsnappen maar werd samen met zijn medevluchteling August Maus in Tucson, Arizona weer opgepakt. In de nacht van 23 op 24 december 1944 ontsnapte Guggenberger weer samen met 24 andere U-boat bemanningsleden. Hij werd echter op 6 januari 1945, ongeveer 6 kilometer van de Mexicaanse grens met zijn medevluchteling Jürgen Quaet-Faslem weer opgepakt. In augustus 1946 kwam hij uiteindelijk vrij uit Geallieerde krijgsgevangenschap.

    Na de oorlog werd hij architect en trad in 1956 weer in dienst bij de Duitse marine waar hij betrokken was bij de wederopbouw van de Bundesmarine. Nadat hij afgestudeerd was aan het Naval War College in Newport, U.S.A. was hij vier jaar Konteradmiral en chef-staf AFNORTH bij het hoofdkwartier van de NATO (Allied Forces Northern Europe). In oktober 1972 ging hij uiteindelijk met pensioen.

    Op 13 Mei, 1988 verliet hij zijn huis voor een wandeling in het bos maar kwam nooit terug. Zijn lichaam werd pas twee jaar later teruggevonden.

    Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

    Rang:
    Fähnrich zur See
    Toegekend op:
    1 november 1936
    Order of Military Merit 4th Class
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Oberleutnant zur See
    Eenheid:
    U-28, 2. Unterseebootsflottille, Kriegsmarine
    Toegekend op:
    23 maart 1940
    Eisernes Kreuz 2. Klasse
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Oberleutnant zur See
    Eenheid:
    U-28, 2. Unterseebootsflottille, Kriegsmarine
    Toegekend op:
    8 juli 1940
    U-boot Kriegsabzeichen (ohne Brillianten)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Oberleutnant zur See
    Eenheid:
    U-28, 2. Unterseebootsflottille, Kriegsmarine
    Toegekend op:
    19 september 1940
    Eisernes Kreuz 1. Klasse
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Käpitanleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    U-81, 1. Unterseebootsflottille, Kriegsmarine
    Toegekend op:
    15 november 1941
    Wehrmachtbericht
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Käpitanleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    U-28, 1. Unterseebootsflottille, Kriegsmarine
    Toegekend op:
    10 december 1941

    91e Verlening.
    Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Käpitanleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    U-81, 29. Unterseebootsflottille, Kriegsmarine
    Toegekend op:
    10 maart 1942
    Medaglia de bronzo al Valore
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Käpitanleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    U-81, 29. Unterseebootsflottille, Kriegsmarine
    Toegekend op:
    8 januari 1943

    171e Verlening.
    Ritterkreuz mit Eichenlaub
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Käpitanleutnant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
    Eenheid:
    U-513, 10. Unterseebootsflottille, Kriegsmarine
    Toegekend op:
    29 mei 1943
    Medaglia d'argento al Valore Militare
    Toegekend op:
    30 augustus 1972
    Großes Verdienstkreuz des Verdienstordens der BRD

    Bronnen

    • Foto 1: Wilco Vermeer
    • - THOMAS, FRANZ & WEGMANN, GÜNTER, Die Eichenlaubträger 1940-1945, Biblio-Verlag, 1997.
      - Kwasny A., Kwasny G., Die Eichenlaubträger 1940-1945 (CD), Deutsches Wehrkundearchiv, Lage-Waddenhausen, 2001
      - Fellgiebel W.P., Elite of the Third Reich, The recipients of the Knight's Cross of the Iron Cross 1939-1945: A Reference, Helion & Company Limited, Solihull, 2003, ISBN 1-874622-46-9
      - Kurowski, F., Knight’s Cross Holders of the U-Boat Service, Schiffer Publishing Ltd., 1995, U.S.A.
      - Williamson, G., Knight’s Cross and Oak-Leaves Recipients 1941-45, Osprey Publishing Ltd., 2005, Great Britain
      - Busch, R., Röll, H-J., Der U-Boot-Krieg – Die Ritterkreuzträger der U-Boot-Waffe von September 1939 bis Mai 1945, Verlag E.S. Mittler & Sohn GmbH, Hamburg, Berlin, Bonn, Deutschland, 2003
      - Feldgrau.com
      - uboat.net
      - ubootwaffe.net
      - lexikon-der-wehrmacht.de
      - deutsche-marinesoldaten.de