TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Cranswick, Alec Panton

    Geboortedatum:
    7 september 1919
    Overlijdensdatum:
    5 juli 1944 (boven Villeneuve-St-Georges, Frankrijk)
    Begraven op:
    Oorlogsgraven van het Gemenebest Clichy
    Vak: 16. Rij: 13. Graf: 16.
    Nationaliteit:
    Britse

    Biografie

    Alec Panton Cranswick werd geboren op 7 september 1919. Hij was de zoon van een beroepsmilitair. Zijn vader was officier bij de RAF en kwam om het leven bij een vliegtuigongeval toen Alec slechts 8 jaar oud was. Hij had al vroeg belangstelling voor de luchtvaart. Zijn basisscholing ontving hij aan de St Edward’s School in Oxford. Toen hij zich kon laten inschrijven als student besloot hij te stoppen met verdere scholing en sloot zich aan bij de Metropolitan Police. Hij vond zichzelf echter al snel ongeschikt voor een lange carrière bij het politiekorps. Op 24 juli 1939, toen de donkere wolken van Nazi Duitsland zich boven West Europa samen pakten, besloot hij zich aan te melden bij de RAF voor een opleiding tot piloot en kreeg op 18 september 1939 een aanstelling als Temp. Acting Pilot Officer (tdl. Luitenant-vlieger). In juni 1940 kwam hij bij No. 214 Squadron dat gestationeerd was op Stradishall, Suffolk en met Vickers Wellington bommenwerpers vloog.
    Op 7 april 1940 werd hij bevorderd tot Temp. Pilot Officer en zo vloog hij op 18 juni 1940 als tweede piloot met de commandant van A Flight, Squadron Leader W.P.J. Thomson zijn eerste operationele missie. Het doel was het bombarderen van fabrieken bij Leverkusen ten noorden van Keulen.
    Op 24 juli 1940, na zeven missies te hebben gevlogen, werd hij bevorderd tot Pilot Officer (Officier-vlieger) en kreeg het bevel over een eigen toestel.

    Na 29 missies gevlogen te hebben vroeg hij voor zichzelf en zijn bemanningsleden vrijwillig overplaatsing aan naar het Midden Oosten en zo kwamen ze in december 1940 terecht op Malta. Daar aangekomen wachtte hij op orders om door te vliegen naar Egypte maar hij kreeg opdracht om op Malta te blijven en werd opgenomen in No. 148 Squadron. Hij vloog missies tegen Italiaanse doelen in Italië en Noord Afrika, die relatief gemakkelijk waren totdat de Duitsers in Sicilië verschenen. De tegenstand van de gevechtsvliegtuigen en het Flak afweergeschut werd toen zwaarder. Eind maart 1941 had Cranswick 46 operationele missies achter zijn naam die hij vloog vanuit Malta en Kabrit in het gebied van het Suez Kanaal waar het squadron zich in maart 1941 had gevestigd. Op 7 april 1941 werd Cranswick bevorderd tot Flying Officer (2de Luitenant-vlieger) en daarna overgeplaatst naar Takoradi, West Afrika waar hij vier tot zes maanden werd gedetacheerd voor een luchtbrug naar Noord Afrika.

    Half oktober 1941 keerde hij terug naar zijn vorige eenheid No. 148 Squadron dat nog steeds vanuit Kabrit met de Wellingtons vloog. Hij vloog drie lange afstandsmissies in de beroemde Benghazi ‘Mail Run’ maar deed ook mee aan andere operaties ter ondersteuning van het Britse Achtste Leger. Aan het eind van het jaar werd hij naar Engeland gerepatrieerd waar hij op 7 april 1942 niet alleen werd bevorderd tot Flight Lieutenant (Kapitein-vlieger) maar tevens werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross voor het vliegen van 61 missies.

    Toen Cranswick aan het begin van december 1942 weer operationeel fit was bevonden, werd hij bij No. 1659 Omscholingseenheid (Conversion Unit) in Leeming geplaatst om te leren vliegen met de Handley Page Halifax zware bommenwerper. Drie weken later werd Cranswick met zijn bemanning overgeplaatst naar No. 419 Squadron RCAF waarmee hij maar vijf missies vloog.

    In januari 1943 werden Cranswick en zijn bemanning aangenomen voor ‘PFF operations’ (Pathfinder Force) en toegewezen aan No. 35 Squadron dat gestationeerd was op Graveley en was uitgerust met Halifaxes. Een belangrijke taak van de Pathfinder Force was het markeren van de doelen voor de hoofdmacht van de bommenwerpers. Cranswick en zijn bemanning kregen geleidelijk meer ervaring in hun gespecialiseerde taak naarmate de bombardementen op Duitsland gestaag toenamen in bereik en gewicht aan afgeworpen bommen. Op 27 juli 1943 werd Alec Cranswick onderscheiden met het Distinguished Service Order en werd commandant van B Flight, No. 35 Squadron. Met deze laatste promotie was Cranswick niet blij want hij verfoeide administratieve verplichtingen. Het enige wat hij wilde was gezagvoerder zijn van een bommenwerper. Na zijn 30e PFF missie, zijn 96e missie in totaal, werd Cranswick, tegen zijn zin, op 20 oktober 1943 voor een periode van tenminste zes maanden uit de operationele dienst gehaald. Hij werd overgeplaatst naar No. 8 (PFF) Group Headquarters in Huntingdon. Op het hoofdkwartier ontmoette hij zijn latere vrouw, Val Parr en op 14 april 1944 trouwde het jonge stel.
    Tegen die tijd begonnen ook zijn vele aanvragen terug te mogen keren naar operationele dienst vruchten af te werpen. Cranswick kreeg op 7 april 1944 zijn eerdere rol terug bij zijn oude eenheid: No. 35 Squadron. Hij slaagde er niet in zijn vroegere bemanningsleden, die ook een niet-operationele rol hadden gekregen, bij elkaar te krijgen alleen staartschutter Ivor Howard stemde in. Uiteindelijk keerde hij met zijn nieuwe bemanning terug naar Graveley om daar vertrouwd te raken met de nieuwe bommenwerper van 35 Squadron: de Avro Lancaster.

    In de nacht van 4 juli op 5 juli 1944 vloog Squadron Leader Alec Cranswick, die toen 100 operationele missies had gevlogen zonder zijn staartschutter Ivor Howard, die ziek was achtergebleven en vervangen was, naar zijn volgende bestemming. Het doel was het bombarderen van het spoorwegemplacement bij Villeneuve-St. George in de buitenwijken ten zuidoosten van Parijs. Het knooppunt was al eerder doelwit geweest van bombardementen maar Duitse troepen die op weg waren naar het invasiegebied kwamen er nog steeds doorheen. Toen de Lancasters hun doel naderden moesten ze vanwege een onverwachts dik wolkendek van 12.000 voet naar 5.000 voet dalen. Toen Cranswick ook gewaarschuwd was en zijn toestel snel had laten zakken vlogen ze vrijwel lijnrecht naar hun doel om hun merkbommen af te werpen. Nadat de lichtfakkels waren afgeworpen en de doelen gemarkeerd ontving Cranswick instructies van zijn navigator Reg Kille voor een koers naar huis. Een paar seconden later werd de Lancaster in het open achterste bommenruim door ontploffende granaten van een Ju 88 nachtjager van No. 6 Staffel in No. Nachtjagdgeschwader geraakt. Het toestel vloog in brand en explodeerde waardoor de romp doormidden brak en de later enige overlevende, telegrafist Wilf Horner, de lucht in werd geslingerd. De resten van Lancaster ND 846 werden later teruggevonden bij het Franse dorp Villecresnes, ongeveer 8 kilometer van Villeneuve-St. George. De lichamen werden naar het gemeentehuis vervoerd en de volgende dag met militaire eer door de Duitsers begraven. Na de oorlog werd Alec Cranswick met zijn bemanning herbegraven op de Nouvelle Cimétière Communale de Clichy.

    Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Flying Officer (1e Luitenant-vlieger)
    Eenheid:
    No. 148 Squadron, Royal Air Force
    Toegekend op:
    7 april 1942
    Aanbeveling:
    Deze officier heeft 61 missies gevlogen boven Duitsland en boven door de vijand bezet gebied, naar doelen in Italië en in de Middellandse Zee. Hij heeft zich voortdurend bewezen als een zeer capable gezagvoerder wiens vastberadenheid, zijn taak te volbrengen, vaak onder moeilijke omstandigheden, uitzonderlijk is geweest. Hij heeft uitgeblonken in het opleiden van nieuwe bemanningen bij wie hij het grootste vertrouwen heeft ingeboezemd.
    Distinguished Flying Cross (DFC)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Flight Lieutenant (Kapitein-vlieger)
    Eenheid:
    No. 35 (Madras Presidency) Squadron, Royal Air Force
    Toegekend op:
    23 juli 1943
    Distinguished Service Order (DSO)
    Deze officier heeft aan een groot aantal missies deelgenomen, waaronder aanvallen op doelen in Duitsland, bezet gebied, Italië en in het Midden Oosten. Hij is altijd energiek ten aanval gegaan waarbij hij grote successen boekte. Zijn uitmuntende en niet aflatende inspanningen zijn hoogst prijzenswaardig.

    London Gazette van 23 juli 1943.

    Bronnen

    Foto