Gerhardus (Gerard) Johannes Beuvink werd op 21 september 1902 geboren in Losser
Na de lagere school ging Gerard werken in een textielfabriek, zoals gebruikelijk was in die streek van Nederland. Ongetwijfeld heeft hij daarnaast zijn vader moeten helpen op de eigen boerderij.
In 1921 vervulde hij zijn Militaire Dienstplicht door te zijn ingeloot onder nummer 45, bij het Regiment Wielrijders in Den Bosch. Na zijn diensttijd trad hij weer in dienst bij zijn oude werkgever. Tussen maart 1928 en juni 1932 verruilde hij zijn oude baan voor die van nachtwaker bij de Gemeente Losser. Hieraan was tegelijkertijd de onbezoldigde functie van Gemeenteveldwachter verbonden. Op 8 mei 1930 trad hij in het huwelijk met J.H.M. (Truus) Wensing. Met haar zou hij een groot gezin stichten bestaande uit zes zonen en één dochter. Later kwam daar nog een pleegdochter bij. In 1931 slaagde hij voor het politiediploma. Al vrij snel wist hij een baan te vinden als Veldwachter in de Gemeente Escharen nabij Grave (29 juni 1932).
Escharen was in die tijd een kleine gemeenschap van circa 1200 inwoners met overwegend agrarische beroepen, verspreid over een relatief uitgestrekt gebied. In een dergelijke kleine gemeenschap vervullen de burgemeester, de pastoor maar ook de veldwachter een specifieke rol. Zij zijn van vele zaken op de hoogte en op hen wordt vaak een beroep gedaan in precaire situaties. Voor specifiek justitiële zaken stond Beuvink onder het gezag van het Openbaar Ministerie in Den Bosch.
In 1941 werd bekend dat Escharen als gemeente zou ophouden te bestaan en het grootste deel ervan gevoegd zou worden bij de gemeente Grave. Het andere gedeelte kwam bij de gemeente Langenboom.
Voor veldwachter Beuvink had deze ingreep weinig gevolgen, want hij werd tegelijk met de samenvoeging van Escharen bij Grave veldwachter te Grave tot 1 maart 1943. Op die datum werd hij overgeplaatst naar de Marechaussee te Langenboom, waar hij postcommandant werd. Deze functie bekleedde hij tot 1 juli 1945, waarna hij als postcommandant terugkeerde in Escharen. Al die tijd bleef hij in Escharen wonen, waar hij bij de bevolking bekend stond als een vriendelijke, beminnelijke overheidsdienaar. En al die jaren heeft hij zijn huis opengesteld voor diverse geheim agenten en soldaten die verborgen moesten blijven voor de Duitse bezetter.
Op 1 april 1946 vertrok Beuvink voor enkele maanden als postcommandant naar Volkel om op 15 juni daaropvolgend verplaatst te worden naar Zeeland, waar hij als opperwachtmeester der Rijkspolitie tot zjjn pensioen bleef werken.
Na de oorlog kreeg hij uit handen van Prins Bernhard het Bronzen Kruis voor zijn verzetswerk tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Gerard Beuvink overleed op 14 februari 1970 te Nijmegen , nadat zijn echtgenote kort tevoren op 24 april 1969 te Rosmalen was overleden. Op 18 september 2005 werd in Escharen een plaquette onthuld ter nagedachtenis aan Gerard Beuvink.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!