Leendert Marinus Valstar woonde in Naaldwijk aan de Zuidweg 39. Hij was de zoon van Fulps Vincentinus Valstar (6 april 1879 Naaldwijk - slachtoffer van Silbertannemoord op 31 augustus 1944 Rotterdam/Hillegersberg) en Johanna de Zeeuw (14 juni 1878 Naaldwijk - 2 april 1952 Naaldwijk). Hij huwde op 15 april 1931 in Hoek van Holland met Neeltje Dekker (1 oktober 1904 's-Gravenzande - 8 april 1981 Almelo). Marinus was van beroep Tuinder en qua geloof Gereformeerd. Hij was lid van het verzet onder de schuilnaam Bertus de Vries. Tijdens de meidagen van 1940 was hij korporaal bij de Bereden Artillerie. Valstar was toplid van de provinciale KP-Zuid Holland en de landelijke KP. Tevens was hij mede-organisator en deelnemer van diverse overvallen op distributiekantoren, bevolkingsregisters en op het politiebureau in Delft op 26 februari 1944. Bij die laatste raid droeg Leendert geen vermomming en dat werd hem op 15 mei 1944 fataal. Die dag werd hij herkend door een politieman die hem arresteerde. Zijn valse papieren waren echter in orde bevonden. Nog diezelfde dag werd hij overgebracht naar de SD in Rotterdam. Om ontvluchting te voorkomen kreeg hij stokken in zijn broekspijp. Onder begeleiding door tien bewakers vond het transport plaats, terwijl achter de arrestantenwagen een personenauto reed als dekking met daarin gewapend personeel. Uit het onderzoek bleek naderhand zijn medewerking aan overvallen in bij voorbeeld Alphen aan den Rijn, Broek op Langendijk, Capelle aan den IJssel, Delft, Doesburg, Krimpen aan den Lek, Lopik, Naaldwijk, IJsselstein en Zwammerdam. Een bunkerbouwer probeerde Valstar nog vrij te kopen tegen een aanzienlijk bedrag, maar de SD liet deze vette vis niet gaan. Leendert had zelf eveneens een poging ondernomen om aan overbrenging naar een concentratiekamp te ontkomen. Tijdens zijn verblijf op het politiebureau Haagsche Veer in Rotterdam slikte hij een stuk van zijn tandprothese in. Valstar dacht daarmee te zullen worden overgebracht naar een ziekenhuis met een kans te worden bevrijd door leden van zijn knokploeg. Hij werd echter overgebracht naar Vught en opgesloten in een bunker. Valstar werd op 4 september 1944 gefusilleerd en werd gecremeerd in het concentratiekamp Vught.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!