Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Commander (Kapitein-Luitenant-ter-Zee)

Eenheid:

U.S.S. Shad (SS-235), U.S. Navy

Toegekend op:

20 november 1944

Aanbeveling:
Wegens opvallende dapperheid in actie, dienend als Assistant Approach Officer aan boord van de U.S.S. Shad (S.S.-235) tijdens een oorlogspatrouille van die boot in door de vijand beheerste wateren van de Atlantische Oceaan in 1943. Niet afgeschrikt door de dreiging van aanvallen door vijandelijke vliegtuigen, U-boten en oppervlakte eenheden, hielp Commander Robbins bij het opsporen van een sterke vijandelijke formatie bestaande uit een grote blokkadebreker die vitaal materiaal vervoerde, begeleid door vier zware destroyers. Als Assistant Approach Officer leverde hij waardevolle steun aan zijn bevelvoerend officier bij het toebrengen van zware schade aan deze geduchte vijandelijke groep tijdens een nachtelijke aanval aan de oppervlakte. Zijn plichtsbesef paste binnen de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.

Commander 12th Fleet: Serial 11554 (November 20, 1944).

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Commander (Kapitein-Luitenant-ter-Zee)

Eenheid:

U.S.S. Sterlet (SS-392), U.S. Navy

Toegekend op:

25 februari 1945

Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijke heldenmoed in het kader van zijn beroep van bevelvoerend officier van de U.S.S. Sterlet (S.S.-392) op de tweede oorlogspatrouille van die boot in de periode van 18 september tot 30 november 1944, in door de vijand beheerste wateren in de Pacific. Met zijn moed, bekwaamheid en vastberadenheid lanceerde Commanders Robbins aanvallen die resulteerden in het tot zinken brengen van vijandelijke schepen tot een totaal van 20.000 ton. Door zijn vaardigheid en gezond inzicht bracht Commander Robbins zijn schip veilig naar de haven terug. Zijn optreden gedurende de hele actie vormde een inspiratie voor zijn officieren en manschappen en paste binnen de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.

Commander in Chief Pacific: Serial 01665 (February 25, 1945).

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Commander (Kapitein-Luitenant-ter-Zee)

Eenheid:

U.S.S. Sterlet (SS-392), U.S. Navy

Aanbeveling:
Wegens dapperheid en onverschrokkenheid in actie in het kader van zijn beroep van bevelvoerend officier van de U.S.S. Sterlet (S.S.-392), tijdens de eerste oorlogspatrouille van die boot in door de vijand beheerste wateren tussen 4 juli en 29 augustus 1944. Met uitmuntende vaardigheid en deskundigheid drong hij door een ongewoon waakzaam vijandelijk scherm van oppervlakte eenheden en vliegtuigen om vijf goed voorbereide en knap uitgevoerde torpedo aanvallen te lanceren en een gedurfde en agressieve aanval met kanonnen op vijandelijke schepen. Deze geslaagde aanvallen resulteerden in het tot zinken brengen van drie vijandelijke schepen van in totaal 13.500 ton en een klein vrachtschip van 700 ton. Zijn knappe ontwijkende manoeuvres en uitmuntend zeemanschap stelden hem in staat zware vijandelijke tegenmaatregelen te ontwijken en zijn schip veilig naar de haven terug te brengen. Zijn optreden gedurende de hele actie vormde een inspiratie voor zijn officieren en manschappen en paste binnen de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.

Tweede Silver Star Medal toegekend in de vorm van een gouden ster te dragen op het lint van de eerste Silver Star Medal.