TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Harlfinger II, Frederick Joseph "Fritz"

Geboortedatum:
14 september 1913 (Albany/New York, Verenigde Staten)
Overlijdensdatum:
21 december 1993 (Sarasota/Florida, Verenigde Staten)
Begraven op:
Arlington National Cemetery
Vak: 8. Graf: 10225.
Dienstnummer:
0-74804
Nationaliteit:
Amerikaanse

Biografie

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Lieutenant Commander (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse)
Eenheid:
U.S.S. Trigger (SS-237), U.S. Navy
Toegekend op:
6 augustus 1944
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijke heldenmoed in het kader van zijn beroep van bevelvoerend officier van de U.S.S. Trigger (SS-237) op de negende oorlogspatrouille van die boot in door de Japanners gecontroleerde wateren in de periode tussen 24 maart tot 15 mei 1944.
Door vaardig zijn boot in een gunstige positie te manoeuvreren om vijandelijke scheepvaart aan te vallen, voorkwam Cdr. Harlfinger met succes ontdekt te worden en drong door een uiterst sterk escortegordijn heen om onder strenge en vasthoudende vijandelijke tegenmaatregelen een brutale en agressieve aanval te lanceren waardoor hij vier vijandelijke vrachtschepen en een destroyer tot een totaal van 33.200 ton tot zinken bracht en nog eens vier vijandelijke schepen tot een totaal van 18.050 ton averij toebracht. Hoewel hij fel met dieptebommen werd aangevallen, leidde hij zijn boot moedig en vaardig en slaagde erin haar velig in de thuishaven terug te brengen zonder ernstige schade aan boot of bemanning. Het inspirerende leiderschap van Cdr. Harlfinger en zijn toewijding bij het volbrengen van deze riskante missie strekken hem en de Amerikaanse Marine tot grote eer.

Pacific Fleet Board Awards: Serial 71
Navy Cross
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Lieutenant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
Eenheid:
U.S.S. Trout (SS-202), U.S. Navy
Toegekend op:
17 maart 1942
Silver Star Medal (SSM)
Aanbeveling:
Wegens opvallende moed in actie en zijn bijdrage aan de voltooïng van een bijzondere en riskante missie voor het Ministerie van Oorlog in door de vijand gecontroleerde wateren in de periode januari tot maart 1942, dienend als Torpedo en artillerieofficier van de U.S.S. Trout ( SS-202).
Met een zware lading luchtdoelmunitie waaraan de belegerde troepen van Generaal Douglas MacArthur op de Fuilipijnen dringend behoefte hadden, vertrok de U.S.S. Trout op 12 januari om 09:00 uur uit Pearl Harbor, op weg naar Corregidor in de Baai van Manilla, met een tussenstop voor het laden van brandstof op Midway op 16 januari. De U.S.S. Trout bleef tot 21 januari aan de oppervlakte en voer daarna gedurende de dag onder water. Op 27 januari om 02:30 mislukte een nachtelijke aanval op een verlicht schip waarna de U.S.S. Trout door dat schip met zo’n snelheid werd achtervolgd dat de Trout moest duiken om te ontsnappen. Op 3 februari 1942, na het invallen van de duisternis, maakte de Trout contact met een begeleidende MTB. De Trout volgde de escorteur met hoge snelheid via een slingerende koers door een mijnenveld naar South Dock op Corregidor waar zij 3.500 stuks luchtafweermunitie uitlaadde voor de legereenheden die het schiereiland van Bataan en Corregidor verdedigden. Voor de terugreis werden 20 ton aan goud en zilver, aandelen, diplomatieke en gewone post en twee extra torpedo’s aan boord van de Trout geladen. De Trout vertrok op 4 februari om 03:00 uur uit Corregidor en bleef gedurende de hele dag op de bodem van de Baai van Manilla liggen. De Trout kwam die avond aan de oppervlakte en er werden nog meer aandelen en post aan boord van de Trout gebracht voordat zij de Baai van Manilla door het mijnenveld verliet. Op de terugreis werden een vijandelijke vrachtboot en een patrouilleboot aangevallen en tot zinken gebracht. De U.S.S. Trout kwam op 3 maart 1942, na 51 dagen op zee, in Pearl Harbor aan.

Headquarters, Hawaiian Department, U.S. Army, General Orders No. 39
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Lieutenant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
Eenheid:
U.S.S. Whale (SS-239), U.S. Navy
Toegekend op:
1943
Silver Star Medal (SSM)
Aanbeveling:
Wegens opvallende moed en onverschrokkenheid in actie tegen de vijand, dienend als Torpedo officier van de U.S.S. Whale (SS-239) tijdens de eerste oorlogspatrouille van die boot in door de Japanners gecontroleerde wateren tussen 9 oktober en 10 november 1942.
Lt. Harlfinger betoonde opvallend moed en vaardigheden bij het leggen van mijnen onder uiterst moeilijke en gevaarlijke omstandigheden dicht onder de vijandelijke kust. Hij droeg rechtstreeks bij aan het lanceren van verwoestende torpedo aanvallen op de vijandelijke scheepvaart waardoor een vijandelijk vrachtschip van 9.400 ton tot zinken werd gebracht en drie vrachtschepen met een totaal van 18.139 ton zware averij werd toegebracht. Deze aanvallen werden uitgevoerd onder zware en vastberaden vijandelijke tegenaanvallen. Zijn moed en vaardigheid tijdens deze acties pasten binnen de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.

Tweede Silver Star verkregen als een Gouden Ster te dragen op het lint van de eerste Silver Star.
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Lieutenant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
Eenheid:
U.S.S. Whale (SS-239), U.S. Navy
Toegekend op:
23 juli 1945
Silver Star Medal (SSM)
Aanbeveling:
Wegens opvallende moed en onverschrokkenheid in actie tegen de vijand, dienend als navigator en Assistant Approach Officer van de U.S.S. Whale (SS-239) tijdens de tweede oorlogspatrouille van die boot in door de Japanners gecontroleerde wateren tussen 3 januari en 2 februari 1943.
Door het kundig oplossen van aanvalsproblemen verleende Cdr. Harlfinger waardevolle assistentie aan zijn bevelvoerend officier bij het lanceren van aanvallen die leidden tot het zinken brengen van meer dan 19.000 ton aan vijandelijke scheepsruimte en het toebrengen van schade aan nog eens 13.000 ton, ondanks strenge vijandelijke tegenmaatregelen. Zijn moed en plichtsbesef pasten binnen de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.

Derde Silver Star verkregen als tweede Gouden Ster te dragen op het lint van de eerste Silver Star.
Ten tijde van uitreiking had hij de rang van Commander.
Commander in Chief Pacific: Serial 031334

Rang:
Rear Admiral (Schout-bij-Nacht)
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijk waardevol optreden bij het verlenen van uitmuntende diensten aan de Regering van de Verenigde Staten van 24 januari 1964 tot 26 januari 1967 als assistent Director for Collection, Defense Intelligence Agency. Gedurende die periode toonde Schout-bij-Nacht Harlfinger krachtig leiderschap, vasthoudendheid en een uitzonderlijk begrip van de vereisten voor het verzamelen van inlichtingen op nationaal niveau en dat van defensie en het beheren van de bronnen van de landmacht, luchtmacht en marine op terreinen die vitaal waren voor de veiligheid van de Verenigde Staten met als resultaat grote operationele doelmatigheid en haalbaarheid. Zijn invloed op de ontwikkeling van interdepartementale en interne plannen en programma's van de diverse diensten en de oplossing van zeer gevoelige problemen hebben direct een belangrijk effect effect gehad op het verzamelen van inlichtingen en de activiteiten van alle gelederen van het departement van defensie. Bovendien was hij de drijvende kracht achter het verbeteren en uitbreiden van het verzamelen waarmee belangrijk fiscale en personele zuinigheid werd bereikt. Met zijn professionele vaardigheden en opmerkelijke uitvoering van zijn taken, in een periode van kritieke uitbreiding van inlichtingenbronnen en de groei van het Defense Intelligence Agency, heeft Schout-bij-Nacht Harlfinger een onschatbare bijdrage geleverd aan de effectiviteit van het departem,nt van defensie en de veiligheid van het land. Zijn opmerkelijke diensten pasten binnen de beste tradities van de Amerikaanse Marine.
Legion of Merit - US Military
Periode:
Vietnam Oorlog (1955-1975)
Rang:
Vice Admiral (Vice-admiraal)
Eenheid:
Command Support Programs, Office of the Chief of Naval Operations, U.S. Navy
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijk waardevolle en opmerkelijke diensten, in een positie met grote verantwoordelijkheid verleeend aan de Regering van de Verenigde Staten als directeur van het Command Support Programs, Office of the Chief of Naval Operations van maart 1971 tot eind maart 1974. Gedurende die periode was vice-Admiraal Harlfinger verantwoordelijk voor het opzetten en leiden van het bureau Command Support Programs en voor het coördineren van systemen ter ondersteuning van het commando en gerelateerde gevec htssystemen van de Marine. Bovendien was hij de drijvende kracht achter de ontwikkeling van een gemoderniseerd communicatiesysteem dat voldoet aan de eisen van het land en de vloot en voor het verbeteren van de kwaliteit van informatie die uit patrouilles op de oceaan, verkenningen en gebruik van seinen beschikbaar komt aan Marine commandanten. Verder heeft hij de Marine een stevige plaats gegeven in het nationale ruimteprogramma door het bevorderen van ruimte toepassingen in het gehele commandospectrum. Tijdens zijn hele zittingsperiode toonde hij uitzonderlijk initiatief, opmerkelijk managementcapaciteiten en professionele competentie bij het verlenen van waardevolle en opmerkelijke diensten die hem en de Amerikaanse Marine tot grote eer strekken.
Distinguished Service Medal - Navy/USMC

Bronnen

Foto