Burke, Arleigh Albert "31-Knot Burke"
- Geboortedatum:
- 19 oktober 1901 (Boulder/Colorado, Verenigde Staten)
- Overlijdensdatum:
- 1 januari 1996 (Bethesda/Maryland, Verenigde Staten)
- Begraven op:
- United States Naval Academy Cemetery
- Dienstnummer:
- 57951/1100
- Nationaliteit:
- Amerikaanse
Biografie
Bevorderingen:
1923: Ensign;
augustus 1938: Lieutenant Commander;
1944: Commodore.
Loopbaan:
26 juni 1919 - 8 juni 1923: U.S. Naval Academy;
?: Junior Watch U.S.S. Arizona (BB-39);
?: Division Officer U.S.S. Arizona (BB-39);
?: Commanding Officer Turret 4 U.S.S. Arizona (BB-39);
?: Torpedo Officer U.S.S. Arizona (BB-39);
?: Assistant Engineer U.S.S. Arizona (BB-39);
?: Ship Secretary U.S.S. Arizona (BB-39);
1927: Ford Instrument Co., New York City;
2 april 1928: Assistant Navigator U.S.S. Procyon (AG-11);
?: Ship Secretary U.S.S. Procyon (AG-11);
juni 1928: Flag Lieutenant / Personnel Officer Commander Fleet Base Force;
17 juni 1929: Post-Graduate School, Naval Academy;
? - 22 juni 1931: University of Michigan;
1932: Main Battery Officer U.S.S. Chester (CA-27);
april 1933: Assistant officer-in-charge, Battle Force Camera Party, Base Force;
?: Ammunition and Explosives section, Bureau of Ordnance (BuOrd), Washington, D.C.;
mei 1937 - juni 1939: Prospective Executive Officer U.S.S. Craven (DD-382);
5 juni 1939: Comanding Officer U.S.S. Mugford (DD-389);
30 juli 1940: Inspector Naval Gun Factory, Washington Navy Yard, Washington, DC;
1942: Commanding Officer Destroyer Division 43;
?: Comanding Officer Destroyer Division 44;
?: Commanding Officer Destroyer Squadron 12;
?: Commanding Officer Destroyer Squadron 23;
maart 1944: Chief of Staff, Fast Carrier Task Force (TF 58);
juli 1945: Director of Research and Developmant, BuOrd;
januari 1946: Chief of Staff 8th Fleet;
maart 1946: Chief of Staff, Atlantic Fleet;
februari 1947: General Board;
?: Commanding Officer U.S.S. Huntington (CL-107);
?: Head Organizational Research and Policy Division (OP 23);
1949: Navy Secretary, Defense Research and Development Board;
september 1950: Deputy Chief of Staff, Commander Naval Forces, Far East;
mei 1951: Commanding Officer Cruiser Division 5;
juli 1951: Member United Nations Truce Delegation;
januari 1952: Director of Strategic Plans Division, Officer Chief of Naval Operations;
april 1954: Commanding Officer Cruiser Division 6;
januari 1955: Commanding Officer Destroyer Force, Atlantic Fleet;
17 augustus 1955: Chief of Naval Operations;
1 augustus 1961: Pensioen.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!
- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Captain (Kapitein-ter-Zee)
- Eenheid:
- Destroyer Squadron 23, Third Fleet, U.S. Navy
- Toegekend op:
- 14 januari 1944
Aanbeveling:
"Wegens uitzonderlijke heldenmoed en opmerkelijke prestaties in het kader van zijn beroep van commandant van Destroyer Squadron 23 in actie rond de noordelijke Solomon eilanden in de periode tussen middernacht van 30 oktober tot de middag van 2 november 1943.
Het squadron van Capt. Burke, onderdeel van een Task Force, nam deel aan het eerste bombardement op het gebied rond Buka-Bonis en aan het eerste bombardement bij daglicht op het gebied rond Shortland. In de nacht van 1 op 2 november stuitten zij op een zwaarder bewapende Japanse strijdmacht die beslissend werd verslagen met aan vijandelijke kant een kruiser en vier destroyers tot zinken gebracht en bovendien twee kruisers en twee destroyers beschadigd. De actie droeg in hoge mate bij aan het slagen van onze operaties in de Keizerin Augusta Baai. Daarna werd een zware aanval van 67 vijandelijke duikbommenwerpers afgeslagen met een totaal van 17 vernietigde vijandelijke toestellen. Zijn optreden gedurende de hele actie paste binnen de hoogste tradities van de Marine van de Verenigde Staten."
Commander South Pacific: Serial 00162 (January 14, 1944).
Aanbeveling:
"Wegens uitzonderlijk waardevolle diensten verleend aan de Regering van de Verenigde Staten in het kader van een taak met grote verantwoordelijkheid als bevelvoerend officier van een Destroyer Division en later van een Destroyer Squadron in actie tegen vijandelijke Japanse troepen in de zuidelijke Stille Oceaan van begin februari tot 1 december 1943. Gedurende deze periode leidde Capt. Burke zijn troepen bij vele offensieve operaties. Zijn onverwoestbare vechtlust en grote persoonlijke moed droegen direct bij aan de successen van onze troepen in dat gebied en pasten binnen de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine."
Aanbeveling:
"Wegens uitzonderlijk waardevolle diensten verleend aan de Regering van de Verenigde Staten in het kader van een taak met grote verantwoordelijkheid als Stafchef van de commandant van de Fast Carrier Task Force, Stille Oceaan in actie tegen vijandelijke troepen in de Stille Oceaan tussen 15 december 1944 en 15 mei 1945.
Commodore Burke, zeer bedreven in het voorbereiden en uitvoeren van een langdurige reeks operaties ter ondersteuning van onze aanvallen op en de verovering van vitale Japanse bases in de Stille Oceaan, was in hoge mate verantwoordelijk voor de doelmatige leiding over de tactische opstelling, de operaties, de veiligheid en de offensieve kracht van zijn Task Force onder oorlogsomstandigheden bij het nemen en vastberaden uitvoeren van maatregelen met als doel de capitulatie van het Japanse Keizerrijk af te dwingen. Ondanks onophoudelijke aanvallen door overweldigende vijandelijke eenheden zelfmoordschepen en vliegtuigen voerde hij alle taken van zijn uitgebreide opdracht met bijzonder initiatief en vaardigheid uit tot en met de inname van bases op Iwo Jima en Okinawa en twee aanvallen met vliegdekschepen op Tokio; een zelfde aanval op de marinebasis van Kure en een treffen met de Japanse vloot op 7 april waarbij diverse vijandelijke oorlogsbodems door onze vliegtuigen werden vernietigd. Bij twee gelegenheden, toen het vlaggenschip door vijandelijke acties werd beschadigd, leidde hij het overbrengen naar een ander schip van de overlevende stafleden en het scheepsarchief met een minimum aan onderbreking van de tactische bevelvoering.
Zijn briljante leiding, zijn gezonde oordeel en zijn koelbloedigheid onder vijandelijk vuur vormden belangrijke factoren bij de succesvolle oorlogvoering en zijn voortdurend dappere plichtsbetrachting strekken Commodore Burke, zijn commando en de Marine van de Verenigde Staten tot de hoogste eer."
Commander Fast Carrier Task Force Pacific: Serial 0553 (May 30, 1945).
Deze medaille is verkregen in de vorm van een gouden ster voor op het lint van de eerste medaille.
Aanbeveling:
"Wegens opvallende moed en onverschrokkenheid als Stafchef van de commandant, Fast Carrier Task Force, in actie tegen vijandelijke troepen in de Stille Oceaan op 11 mei 1945.
Toen het vlaggenschip waarop hij zich bevond werd geraakt door twee vijandelijke zelfmoord duikbommenwerpers ging Commodore Burke naar een compartiment waarin personeel wegens brand en dichte rook zat opgesloten en slaagde erin alle mannen te bevrijden. Toen op 14 mei het vlaggenschip waarnaar hij zijn staf had overgebracht op haar beurt door een zelfmoord vliegtuig werd geraakt regelde hij nogmaals de overplaatsing van zijn commando naar een ander schip. Ondanks alle moeilijkheden behield Commodore Burke voortdurend de tactische leiding over de Task Force, daarmee wezenlijk bijdragend aan het succes van de operaties, hem en de Amerikaanse Marine tot grote eer strekkend."
Commander Fast Carrier Task Force Pacific: Serial 0503 (May 30, 1945).
- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Captain (Kapitein-ter-Zee)
- Eenheid:
- Destroyer Squadron 23, Third Fleet, U.S. Navy
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijk waardevol optreden bij het verlenen van opmerkelijke diensten aan de regering van de Verenigde Staten als bevelhebber van Destroyer Squadron Twenty-three tijdens de eerste anti-scheepvaartpatrouille ten noordwesten van de Bismarckarchipel en het eerste bombardement op vijandelijke walinstallaties in Kavieng, New Ireland en op het eiland Duke of York tussen 17 en 23 februari 1944. In deze periode vernietigde het eskader onder bevel van Captain Burke twee vijandelijke hulpschepen van de marine, een groot vijandelijk vrachtschip, een mijnenlegger, vier aken en bracht zware schade toe aan vijandelijke walinstallaties. Hoewel hij onderhevig was aan Japanse luchtaanvallen en intens artillerievuur van vijandelijke kustbatterijen , voerde Captain Burke met succes zijn agressieve en vastberaden aanval uit zonder averij aan de schepen in zijn eskader. Met zijn vaardige leiding, tactische kennis en vastberaden vechtlust droeg hij aanzienlijk bij aan het vernietigen van vijandelijke marineschepen en aan het succes van maritieme operaties in het genoemde gebied. Zijn optreden paste voortdurend binnen de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.
Verkregen met een combat "V" pin die op het lint van de medaille werd bevestigd. De "V" staat voor valour (moed).
- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Commander (Kapitein-Luitenant-ter-Zee)
- Eenheid:
- Chief of Staff, Task Force 58, Pacific Fleet, U.S. Navy
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijk waardevol optreden bij het verlenen van opmerkelijke diensten aan de regering van de Verenigde Staten als stafchef van de commandant Carrier Task Force Pacific Fleet van 27 maart tot 30 oktober 1944. Hij toonde voortdurend de hoogste graad van leiderschap, moed en professionele bekwaamheid bij de voorbereiding en uitvoering van een groot aantal geslaagde operaties ter ondersteuning van het terug dringen van de buitenring van de Japanse verdediging op Nieuw Guinea, de Carolinen, de Marianen, op Halmahera en op de Filippijnen die sterke luchtaanvallen omvatten tegen Truk, Ponape, de Bonineilanden, Nanshei Shoto en Formosa zowel als in de doelgebieden. Zijn gezonde oordeel, zijn tomeloze energie en zijn koelbloedige beslissingen onder de moeilijke en onzekere oorlogsomstandigheden waren opmerkelijk en hij toonde steeds een bemoedigende vaardigheid om mogelijkheden te zien en te benutten om schade aan de vijand toe te brengen, iets wat volledig paste binnen de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.
Deze medaille is verkregen in de vorm van een gouden ster voor op het lint van de eerste medaille.
Toegekend met "EUROPE" gesp.
- Periode:
- Koreaanse Oorlog (1950-1953)
- Rang:
- Rear Admiral (Schout-bij-Nacht)
- Eenheid:
- Deputy Chief of Staff, US Naval Forces Far East, U.S. Navy
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijk waardevol optreden bij het verlenen van opmerkelijke diensten aan de regering van de Verenigde Staten als plaatsvervangend stafchef van de Commandant Zeestrijdkrachten Verre Oosten tussen 3 september 1950 en 1 januari 1951. Schout-bij-Nacht Burke nam een grondige kennis van bestuur van de marine en professionele bekwaamheid mee naar zijn opgedragen taak en reorganiseerde de zich snel uitbreidende staf om diens groeiende verantwoordelijkheden het hoofd te bieden en met zijn ongewoon goede inzicht in de essentiëe zaken van de moderne oorlogvoering bracht hij aanzienlijke verbeteringen aan in het onderling functioneren van de Secties Operaties, Voorbereiding en Inlichtingen van de staf. In lange uren van onvermoeibaar werk hield hij de Commandant Zeestrijdkrachten Verre Oosten voortdurend op de hoogte van de oorlogsinspanningen en onderhield de nauwste betrekkingen met de staf van de Opperbevelhebber Verre Oosten om het personeel bewust te houden van de maritieme aspecten van de campagne. Met zijn oordeel, zijn opmerkelijke deskundigheid en zijn plichtsbesef leverde Schout-bij-Nacht Burke een onschatbare bijdrage aan het succes van de maritieme operaties op het Koreanse strijdtoneel en daarbij hield hij de beste tradities van de Amerikaanse Marine hoog.
Derde Legion of Merit toegekend in de vorm van een tweede gouden ster te dragen op het lint van de eerste Legion of Merit.
- Periode:
- Koreaanse Oorlog (1950-1953)
- Rang:
- Rear Admiral (Schout-bij-Nacht)
- Eenheid:
- Delegate, United Nations Command Delegation, United Nations Command, United Nations
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijk waardevol optreden bij het verlenen van opmerkelijke diensten aan de regering van de Verenigde Staten als vertegenwoordiger bij de United Nations Command delegatie, United Nations Command (Advance) in Korea van 9 juli tot 5 december 1951. Admiraal Burke’s scherpe inzicht en beslissende oordeel waren van onschatbare waarde bij het beantwoorden van vijandelijke onverzoenlijkheid, misrepresentatie en ontwijkingen met verstandig onderhandelen, aantoonbare feiten en verzachtende maatregelen. Als adviseur van het hoofd van de delegatie in alle stadia van de ontwapeningsconferenties gaf hij tijdige aanwijzingen voor oplossingen voor de diverse ingewikkelde problemen waar men op stuitte. Door een vaardige afweging van de vijandelijke mogelijkheden, opstellingen en kwetsbaarheden en de briljante leiding van de ondersteunende stafofficieren, bevordere Admiraal Burke de voortgang tot het succes van het eerste gewapende aanbod van de Verenigde Naties voor wereldvrede. De voorbeeldige prestaties van Admiraal Burke strekken hem en de strijdkrachten tot grote eer.
Vierde Legion of Merit toegekend in de vorm van bronzen eikenloof (toekenning door U.S. Army) te dragen op het lint van de eerste Legion of Merit.
- Rang:
- Admiral (Luitenant-admiraal)
- Toegekend op:
- 26 juli 1961
Derde Distinguished Service Medal toegekend in de vorm van een tweede gouden ster te dragen op het lint van de eerste DSM.
- Rang:
- Admiral (Luitenant-admiraal)
- Toegekend op:
- 10 januari 1977
"Gevechtscommandant, innovatieve marinestrateeg en tacticus, inspirerende leider, eerste driejarige chef van marineoperaties, hij maakte van de zee een plaats van overwinning in oorlog, een machtig bolwerk in vrede."
Bronnen