TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Bakutis, Frederick Edward

Geboortedatum:
4 november 1912 (Brockton/Massachusetts, Verenigde Staten)
Overlijdensdatum:
4 oktober 2009 (Waianae/Hawaii, Verenigde Staten)
Nationaliteit:
Amerikaanse (1776 - heden, Republiek)

Biografie

Dienstnummer 0-75028, United States Navy.

Fred Bakutis kreeg het neerschieten van 7,5 vijandelijke toestellen toegekend tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Bevorderingen:
6 juni 1935: Ensign;
6 juni 1938: Lieutenant (junior grade);
1 november 1941: Lieutenant;
1 mei 1943: Lieutenant Commander;
1 maart 1944: Commander;
1 maart 1954: Captain;
1 januari 1963: Rear Admiral.

Loopbaan:
16 juni 1931: U.S. Naval Academy;
juni 1935 - januari 1938: U.S.S. Chester (CA-27);
?: Flight Training NAS Pensacola;
10 januari 1939: Naval Aviator;
maart 1939 - september 1941: Pilot Fighting Squadron 3 (VF-3), U.S.S. Saratoga (CV-3);
september 1941 - februari 1942: Postgraduate School U.S. Naval Academy;
maart- september 1942: inspector Naval Aircraft Factory, Philadelphia Naval Shipyard;
september 1942 - september 1943: Executive Officer Fighting Squadron 16 (VF-16), U.S.S. Lexington (CV-16);
15 oktober 1943 - 16 april 1945: Commanding Officer Fighting Squadron 20 (VF-20), U.S.S. Enterprise (CV-6);
maart 1945 - juni 1947: Bureau of Aeronautics;
juni 1947 - juni 1948: Commanding Officer Carrier Air Group 5 (CVG-5), U.S.S. Tarawa (CV-40);
juni 1948 - februari 1949: Commanding Officer Carrier Air Group 1 (CVG-1), U.S.S. Valley Forge (CV-45);
februari 1949 - juni 1950: U.S. Naval War College;
juni 1950 - juni 1952: Staff U.S. Naval War College;
juni 1952 - juni 1953: Executive Officer U.S.S. Valley Forge (CV-45);
juni 1953 - juni 1955: Staff Commander Naval Air Force, Pacific Fleet;
juni 1955 - juli 1956: Staff Chief of Naval Operations;
juli 1956 - april 1957: Commanding Officer U.S.S. Gardiners Bay (AVP-39);
april 1957 - december 1959: Staff Commander in Chief Pacific Fleet;
29 januari - 20 december 1960: Commanding Officer U.S.S. Hancock (CV-19);
januari - juli 1961: Assistant Director Fleet Operations Office, Chief of Naval Operations;
juli 1961 - maart 1962: Deputy Chief Joint Alternate Command Element, Joint Chief of Staff;
maart 1962 - maart 1964: Commander Alaskan Sea Frontier;
maart 1964 - maart 1965: Commander Naval Coastal Warfare Group 1;
april 1965 - februari 1967: Commander Support Force Antarctica;
april 1967 - maart 1968: Commander Fleet Air Alameda, NAS Alameda, California;
maart - juli 1968: Commander Fleet Air Hawaii;
juli 1968: Commander Hawaian Sea Frontier;
1 juli 1969: Pensioen.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Commander (Kapitein-Luitenant-ter-Zee)
Eenheid:
Fighting Squadron 20 (VF-20), U.S.S. Enterprise (CV-6) (Fighting Squadron 20 (VF-20), U.S.S. Enterprise (CV-6))
Toegekend op:
9 januari 1945
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijke heldenmoed in operaties tegen de vijand, dienend als piloot van een marinejager en bevelvoerend officier van Fighting Squadron TWENTY (VF-20) aan boord van de U.S.S. Enterprise (CV-6) in actie tegen vijandelijke Japanse troepen in Filippijnse wateren tijdens de slag om de Golf van Leyte op 24 oktober 1944. Commander Bakutis leidde een kleine groep verkenners met als doel een vijandelijkwe strijdmacht op te sporen. Hij ontdeke de strijdmacht en seinde de lokatie door naar zijn basis. De strijdmacht bestond uit twee slagschepen, een zware kruiser en vier destroyers en de aanval die hij leidde was zo geslaagd dat twee van de oorlogsschepen en een kruiser averij opliepen. De aanval werd gelanceerd tegen het kanonvuur van de hoofdbatterijen van de vijandelijke troepenmacht en intens afweervuur. Commander Bakutis plaatste zelf met raketten voltreffers op een oorlogsschip. Zijn moed, zijn agressie, zijn bezielende leiding en zijn volledige minachting voor zijn eigen veiligheid pasten binnen de hoogste tradities van de Amerkaanse Marine.

Commander, 2d Carrier Task Force, Pacific: Serial 0793 (January 9, 1945).
Navy Cross
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Commander (Kapitein-Luitenant-ter-Zee)
Eenheid:
Fighting Squadron 20 (VF-20), U.S.S. Enterprise (CV-6) (Fighting Squadron 20 (VF-20), U.S.S. Enterprise (CV-6))
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijk waardevol optreden tijdens het leveren van uitmuntende diensten aan de regering van de Verenigde Staten van Amerika als piloot van een op een vliegdekschip gestationneerde jager in actie tegen de vijand op 31 augustus 1944 boven de Bonin eilanden, op 10 september 1944 boven de Palaueilanden, op 10 oktober boven het gebied rond Nansei Shoto, op 12 en 13 oktober boven Formosa en op 15 en 18 oktober en 14 en 15 december 1944 boven de Flippijnen. In die dagen vernietigde hij zelf 11 vijandelijke vliegtuigen op de grond en beschadigde daar nog eens 11 toestellen. Hij heeft ook persoonlijk twee kleine schepen tot zinken gebracht, een vrachtvaarder beschadigd, een middelzwaar vrachtschip beschadigd met goed gerichte raketten en heeft geholpen bij het tot zinken brengen van zeven verschillende vijandelijke schepen. Deze prestaties werden geleverd met weinig acht voor zjn persoonlijke veiligheid. Zijn kalmte, zijn vaardigheid en zijn moed pasten binnen de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.
(Commander Bakutis is gerechtigd tot het dragen van de Combat V).

Toegekend met "V" voor Valor.
Legion of Merit - US Military
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Commander (Kapitein-Luitenant-ter-Zee)
Eenheid:
Fighting Squadron 20 (VF-20), U.S.S. Enterprise (CV-6) (Fighting Squadron 20 (VF-20), U.S.S. Enterprise (CV-6))
Wegens heldenmoed en uitzonderlijke pestaties in luchtgevechten tegen vijandelijke troepen. Op 15 oktober 1944, in de omgeving van de Filippijnen voerde hij 24 toestellen aan die een formatie van bommenwerpers en torpedovliegtuigen escorteerde. De formatie werd door 50 vijandelijke jagers aangevallen maar zijn verdediging was zo knap en vastberaden dat er geen verliezen werden geleden. Hij en zijn formatie zetten de missie voort die grote schade aan vijandelijke installaties tot gevolg had. Later op dezelfde dag voerde hij zijn squadron aan bij de verdediging van de Task Force die door vijandelijke vliegtuigen werd aangevallen. Zijn bezielende leiding van de verdediging vormde een grote bijdrage aan het neerhalen van alle aanvallende vliegtuigen en aan het feit dat geen van onze oppervlakteschepen schade opliep. Op 18 oktober was hij deleider van een jageraanval op vijandelijke jagers met als resultaat dat er 1 van werden neergehaald. Hij zette zijn missie voort en bracht grote schade toe aan vliegtuigen op de grond en aan gebouwen. Deze missie werd volbracht onder voortdurend zwaar afweervuur en in slecht weer. Hij voerde zijn squadron altijd vaardig aan en met volledige minachting voor zijn eigen veiligheid. Zijn moed, zijn vastberadenheid en zijn leiderschap pasten binnen de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.
Distinguished Flying Cross (DFC)
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Commander (Kapitein-Luitenant-ter-Zee)
Eenheid:
Fighting Squadron 20 (VF-20), U.S.S. Enterprise (CV-6) (Fighting Squadron 20 (VF-20), U.S.S. Enterprise (CV-6))
Aanbeveling:
Voor een aantal waardevolle daden tijdens luchtgevechten tussen 10 oktober en 16 december 1944. Commander Bakutis nam deel aan 20 vluchten in een actief oorlogsgebied waar effectief vijandelijk afweervuur te verwachten was en de vijand patrouilles vloog. Door zijn gehele optreden heeft hij zich onderscheiden van anderen die taken van overeenkomstige aard uitvoerden.


Tweede DFC ontvangen in de vorm van een gouden ster te dragen op het lint van de eerste DFC.
Distinguished Flying Cross (DFC)
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Verkregen met drie campagnesterren.
Asiatic-Pacific Campaign Medal

Bronnen

Foto