Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Commander

Eenheid:

Fighting Squadron Ten (VF-10), U.S.S. Enterprise (CV-6) (Fighting Squadron Ten (VF-10), U.S.S. Enterprise (CV-6))

Toegekend op:

13 juli 1944

Aanbeveling:
Wegens opvallende moed en onverschrokkenheid in actie tegen de vijand, dienend als piloot van een jachtvliegtuig en Flight Leader van Fighting Squadron Ten (VF-10), aan boord van de U.S.S. Enterprise (CV-6), in actie tegen vijandelijke Japanse troepen in de omgeving van Saipan in juni 1944.
Agressief en onbevreesd leidde Cdr. Martin de inleidende jageraanvallen op Saipan op 11 juni en de volgende dag leidde hij een luchtaanval tegen vijandelijke scheepvaart in de buurt van Saipan waarbij een grote tanker tot zinken werd gebracht en een transportschip en een grote vrachtboot zwaar werden beschadigd. Toen hij op 13 juni een felle aanval deed tegen geschutsopstellingen op Saipan werd hij na het succesvol bombarderen van zijn doel neergehaald en kwam slechts 150 meter van de kust in het water terecht. Ondanks zijn hachelijke situatie en het voortdurend bloot staan aan geweervuur vanaf de kust, maakte hij van de gelegenheid gebruik om van korte afstand vijandelijke installaties te observeren en daarmee waardevolle strategische informatie te verkrijgen. Door zijn briljante leiding als coördinator van luchtaanvallen tegen vijandelijke posities en geschutsopstellingen, droeg Cdr. Martin wezenlijk bij aan het succes van onze operaties tegen deze belangrijke basis op de Marianen en zijn superieure vliegvaardigheid, zijn moedige initiatieven en uitzonderlijke moed in actie strekken hem en de Amerikaanse Marine tot de hoogste eer.

Commander Fast Carrier Task Force: Serial 0247 (July 13, 1944).

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Commander

Eenheid:

Composite Squadron (Night) Ninety, U.S.S. Enterprise (CV-6) (Composite Squadron (Night) Ninety, U.S.S. Enterprise (CV-6))

Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijk waardevol en uitzonderlijk dienstbetoon in een positie van grote verantwoordelijkheid aan de regering van de Verenigde Staten als bevelvoerend officier van Composite Squadron (Night) Ninety, aan boord van de U.S.S. Enterprise (CV-6), opererend in de gebieden rond Iwo Jima, Okinawa en Japan tussen 5 januari en 15 mei 1945.
Cdr. Martin, zeer ervaren en vaardig in de techniek van het blindvliegen en de tactische toepassingen van boordradar vervolgde zijn waardevolle diensten bij het uitvoeren van nachtelijke missies tijdens de laatste fase van ons lange luchtoffensief tegen de Japanners. Zelf vol van vertrouwen van de doelmatigheid van dit soort oorlogvoering bezielde hij de officieren en manschappen in zijn commando met een unieke morele en fysieke moed die de natuurlijke afkeer tegen bekende gevaren deed verdwijnen en stelde zijn squadron in staat verraderlijke zelfmoordaanvallen van vijandelijke vliegers tegemoet te treden en te weerstaan en onze vitale vliegdekschepen te beschermen tijdens operaties die leidden tot de uiteindelijke nederlaag van de vijand. Zijn opmerkelijke dienstbetoon tijdens de laatste fase van onze gestage opmars tegen het Japanse Keizerrijk en zijn voorafgaande succesvolle inspannngen bij het perfectioneren van de opleiding en gevechtsmethoden die noodzakelijk waren voor het versnellen en intensiveren van luchtoperaties strekken Cdr. Martin en de Amerikaanse Marine tot de hoogste eer.