Woonde in Bandoeng (N.I.). Gehuwd. Kapitein KNIL-Infanterie/Gezaghebber Binnenlands Bestuur. Kort na het begin van de Japanse bezetting van Timor in februari 1942 organiseerde Agerbeek een verzetsgroep rondom zich heen. Naast sabotage werden voorbereidingen gemaakt geallieerde troepen na een landing op Timor behulpzaam te zijn. Door verraad viel hij al begin augustus 1942 in handen van de Kempeitai (Japanse geheime dienst). Agerbeek werd meteen na zijn arrestatie vreselijk mishandeld. In de gevangenis ging de marteling door. Aan de gevolgen hiervan overleed hij. Bij Koninklijk Besluit d.d. 21 december 1949 nr. 10 is Agerbeek de Verzetsster Oost-Azië toegekend. Agerbeek had op de Koninklijke Militaire Academie in Breda een opleiding als beroepsofficier gevolgd en werd in juli 1901 benoemd tot tweede luitenant. Onder meer nam hij deel aan het neerslaan van een opstand op Atjeh in 1906. Tijdens een nachtelijke patrouille raakte hij door een klap met een klewang ernstig gewond. Mede tengevolge daarvan vroeg hij in 1911 eervol ontslag aan wegens lichamelijke ongeschiktheid. Toch nam hij in 1942 als officier weer deel aan de strijd tegen de invallende Japanners. Agerbeek heeft geen aanwijsbaar graf.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!