- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Lieutenant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
- Eenheid:
- U.S.S. Pope (DD-225), U.S. Navy
"Wegens buitengewoon heldendom en opmerkelijke dienstuitofening in het kader van zijn beroep van Eerste Officier van de destroyer U.S.S. Pope (DD-225) in gevecht tegen de vijand op de Javazee op 1 maart 1942, toen zijn schip in gevecht kwam met een overweldigend aantal Japanse oppervlakteschepen en vliegtuigen. Commander Antrim, een ervaren destroyer officier en gehard tijdens twee eerdere gevechten, voerde vijf uur lang, onder intens vijandelijk vuur en bombardementen, koelbloedig, kalm en doelmatig met minachting voor gevaar en met een opmerkelijk inzicht zijn gevechtstaken uit, navigatie, vuurleiding en schadeherstel met een nauwkeurigheid die niets te wensen over liet en op een manier waarop hij een grote bijdrage leverde aan het toebrengen van zware schade aan de vijand. Hij was nauwgezet en verstandig bij het adviseren van zijn bevelvoerend officier met betrekking tot manoeuvreren, de keuze van doelen en het gebruik van rook.
Uiteindelijk, toen zijn schip zinkende was als gevolg van vijandelijke bombardementen en hoewel hij gehavend, verdoofd en pijnlijk gewond was door een explosie in het schip bleef hij met buitengewone heldenmoed en doorzettingsvermogen bij zijn directe taak, het toezicht houden op het verlaten van het schip. Zich moedig blootstellend aan laag vliegende vijandelijke bommenwerpers gaf hij de mannen bevel van boord te gaan zonder voor de vijand in de lucht doelen te vormen, tegelijk hield hij toezicht op de afvoer van de gewonden uit het schip en het vieren van de enig beschikbare sloep. Latere gebeurtenissen bewezen het verstandige van zijn inzicht en toonden aan dat hij niet alleen de belangrijkste factor was voor het overleven van niet alleen de gewonden in de sloep maar van de bemanningsleden die nog in leven waren nadat het schip daadwerkelijk was gezonken. Er vielen geen doden onder de bemaningsleden in het water door herhaalde vijandelijke beschietingen. De sloep onder bevel van Commander Antrim, nadat hij uit het water was gehaald bracht drie reddingsvlotten en 151 overlevenden bijeen in een geordende groep en gedurende een periode van bijna drie dagen, tot ze door een Japanse destroyer gevangen werden genomen, leverde deze boot aan het personeel in zee de minimaal voor levensonderhoud noodzakelijke hoeveelheden water, voedsel en rust. Er vielen geen doden onder de bemanningsleden in het water. De manier waarop Commander Antrim zijn plicht deed in het gevecht vormde een onschatbare bijdrage aan de schade die aan de Japanners werd toegebracht en het leven van velen die anders zouden zijn omgekomen is te danken aan zijn gezonde inzicht. De waardevolle uitvoering van zijn plicht en zijn heldhaftig optreden pasten steeds binnn de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine."