- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Commander (Kapitein-luitenant ter Zee)
- Eenheid:
- H.M.S. Mohawk (F31), Royal Navy
- Toegekend op:
- 23 december 1939
Commander Jolly’s moed bestond uit het veilig de haven binnen loodsen van zijn schip terwijl hij zelf dodelijk gewond was. H.M.S. Mohawk was door een vijandelijk vliegtuig aangevallen en er waren een groot aantal gewonden gevallen. Commander Jolly, die op de brug was, raakte ernstig gewond aan zijn buik maar weigerde de brug te verlaten of zich te laten behandelen; hij bleef de Mohawk commanderen gedurende een reis van 35 mijl naar huis die een uur en 20 minuten duurde. Hij was te zwak om hoorbare bevelen te geven, deze werden herhaald door zijn gewonde officier van navigatie. Hij werd herhaaldelijk verzocht naar beneden te gaan om te worden verzorgd maar hij weigerde door te zeggen: “Laat mij maar – zorg voor de anderen.” Nadat hij zijn schip de haven in had geloodst liet hij de hoofdmachine stoppen en zakte in elkaar. Hij stierf ongeveer vijf uur nadat hij van boord was gekomen.
De flotillecommandant meldt het volgende:
Het gedrag van de bemanning met betrekking tot de gewonden en de schade was van het hoogste niveau. Dat is precies wat ik van Captain Jolly’s schip zou hebben verwacht. Captain Jolly was een onverstoorbaar commandant, voorzichtig in zijn oordeel die zijn energie wijdde aan het perfectioneren van schip en bemanning voor de strijd. Zijn onbevreesdheid en eerlijkheid tijdens overleg waren opmerkelijk en hij bewees zijn dapperheid en zijn toewijding aan zijn gewonde mannen gedurende een lange tijd terwijl hij ondanks een dodelijke letsel zijn schip bestuurde.
Onderscheiding postuum toegekend. Werd ná 24 september 1940 ingewisseld voor een George Cross.